Nieuwe verordening moet gezamenlijke wapenaankoop stimuleren
De Raad heeft op 27 juni 2023 een voorlopig akkoord met het Europees Parlement bereikt over de voorgestelde verordening ter versterking van de Europese defensie-industrie door middel van gemeenschappelijke aanbestedingen (Edirpa). De verordening zal de EU-lidstaten stimuleren om gezamenlijk wapens aan te kopen en zo te zorgen voor interoperabiliteit, schaalvoordelen en, uiteindelijk, een sterke Europese defensie-industrie.
Belangrijk
Het akkoord is echt belangrijk. Door het gezamenlijk aankopen van defensiematerieel worden het concurrentievermogen en de efficiëntie van de Europese technologische en industriële defensiebasis vergroot en kunnen de EU-lidstaten hun – door donaties aan Oekraïne uitgeputte – voorraden doeltreffender aanvullen.
Ambitieus instrument
De Raad en het EP zijn een ambitieus instrument overeengekomen. Lidstaten die ermee instemmen hun vraag te bundelen en samen defensieproducten aan te kopen in consortia van ten minste 3 landen, krijgen dit gedeeltelijk uit de EU-begroting terugbetaald.
Dit komt de lidstaten en de defensiegerelateerde technologische en industriële defensiebasis van de EU ten goede, en er wordt speciaal ingezet op het betrekken van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), start-ups en midcaps in de waardeketen.
Voorwaarden
Het akkoord van vandaag bevat een aantal duidelijke voorwaarden voor aannemers, onderaannemers en defensieproducten om in aanmerking te komen, naast voorwaarden voor projecten om subsidie te kunnen krijgen:
- In beginsel moeten bij een gemeenschappelijke aanbesteding betrokken aannemers gevestigd zijn en hun uitvoerende bestuursstructuren hebben in de EU of in een geassocieerd land (IJsland, Liechtenstein of Noorwegen). Daarnaast mogen ze niet onder zeggenschap van een niet-geassocieerd derde land staan, tenzij er een afwijking is verleend via garanties van de lidstaten. In geen geval mogen Edirpa-middelen worden gebruikt voor het aankopen van onderdelen uit landen die geen goede nabuurschapsbetrekkingen naleven.
- Aannemers moeten standaard gebruikmaken van faciliteiten en middelen die zich bevinden in de EU of in een geassocieerd derde land. Het gebruik van faciliteiten van buiten de EU is enkel toegestaan als een EU-producent niet over de nodige infrastructuur op het grondgebied van de EU beschikt.
- De lidstaten mogen geen producten aanschaffen waaraan door een niet-geassocieerd derde land beperkingen zijn opgelegd, wat de gebruiksmogelijkheden ervan zou beperken. Deze regel geldt niet voor dringende en kritieke defensieproducten, mits deze vóór 24 februari 2022 in het grootste deel van het consortium in gebruik waren en de leden van het consortium beloven na te gaan of het haalbaar is de aan beperkingen onderworpen onderdelen te vervangen door onderdelen van EU-oorsprong waarvoor geen beperking geldt.
- Een absoluut maximum van 15% moet zorgen voor een gelijke verdeling van de beschikbare middelen over de lidstaten en over de financieringsprioriteiten.
Volgende stappen
Het voorlopige akkoord moet nu worden goedgekeurd door de Raad en het Parlement. Daarna nemen beide instellingen het formeel in de versie van de juristen-linguïsten aan.
Aan Raadszijde wil het voorzitterschap de tekst zo spoedig mogelijk ter goedkeuring voorleggen aan de vertegenwoordigers van de lidstaten (Coreper).
Meer informatie
Lees het artikel met achtergrondinformatie op de site van de Europede Raad.