Geen evidente beoordelingsfouten bij beoordeling gunningscriteria (week 18)
Beoordeling van de kwaliteit
Erasmus MC heeft een Europese niet-openbare aanbestedingsprocedure georganiseerd voor architectdiensten. Op 19 december 2024 heeft Erasmus MC aan de Combinatie bericht dat zij voornemens is de opdracht aan Team aan de Schie te gunnen. De combinatie stapt naar de rechter. Die zegt dat niet is gebleken dat Erasmus MC de gunningsbeslissing op ontoelaatbare wijze heeft aangevuld, de gunningsbeslissing onvolledig heeft gemotiveerd en/of het beoordelingskader onjuist heeft toegepast. Ook is niet gebleken dat Erasmus MC evidente beoordelingsfouten heeft gemaakt bij de beoordeling van de gunningscriteria. Voor de gevorderde intrekking van de gunningsbeslissingen en herbeoordeling van de inschrijvingen is dus volgens de rechter geen plaats. (ECLI:NL:RBDHA:2025:7207, Rechtbank Den Haag, Datum uitspraak 30 april 2025, Datum publicatie 30 april 2025)
Feiten en omstandigheden
Erasmus MC heeft een Europese niet-openbare aanbestedingsprocedure georganiseerd met als doel een overeenkomst te sluiten voor architectdiensten ten behoeve van een grootschalig nieuwbouwproject. Na de selectiefase (waarvoor twaalf partijen een aanmelding hadden gedaan) heeft Erasmus MC 5 partijen uitgenodigd voor het doen van een inschrijving.
Zowel de Combinatie als Team aan de Schie hebben op de aanbesteding ingeschreven. Bij brief van 19 december 2024 heeft Erasmus MC aan de Combinatie bericht dat zij voornemens is de opdracht aan Team aan de Schie te gunnen. Op 31 januari 2025 heeft Erasmus MC gereageerd op de vragen van de Combinatie en aangegeven geen redenen te zien voor herziening van de gunningsbeslissing. Verder heeft Erasmus MC in deze brief vermeld dat zij de stand still-termijn met 20 dagen verlengt, te rekenen vanaf de dag na verzending van de brief. Partijen hebben daarna nog met elkaar gecorrespondeerd. Op 20 februari 2025 heeft de Combinatie Erasmus MC in kort geding gedagvaard.
De Combinatie vordert Erasmus MC te verbieden uitvoering te geven aan haar gunningsbeslissingen. Het oordeel van de rechter:
Geen nieuwe gronden voor gunningsbeslissing
“De Combinatie stelt ten eerste dat Erasmus MC niet heeft voldaan aan de op haar rustende motiveringseisen. Dat gebrek kan volgens haar niet worden gerepareerd door de brief van 31 januari 2025; daarin is de motivering van de gunningsbeslissing ten onrechte aangevuld. Volgens de Combinatie zijn deze aanvullingen niet verwaarloosbaar of van toelichtende aard en moeten deze daarom buiten beschouwing worden gelaten. De voorzieningenrechter volgt de Combinatie niet in dat betoog. In de jurisprudentie is bepaald dat een aanbestedende dienst verplicht is om in de gunningsbeslissing alle relevante redenen voor die beslissing te vermelden en dat een latere aanvulling van die relevante redenen in beginsel niet is toegestaan (Hoge Raad 7 december 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW9233). Zoals bij de bespreking van de kwalitatieve gunningscriteria hierna zal blijken, is de voorzieningenrechter echter van oordeel dat Erasmus MC de gronden van de gunningsbeslissing niet op ontoelaatbare wijze heeft aangevuld. De brief van 31 januari 2025 bevat feitelijk slechts een nadere toelichting op c.q. verduidelijking van de reeds in de gunningsbeslissing genoemde relevante redenen voor de beslissing. Er zijn geen wezenlijk nieuwe gronden gegeven voor de gunningsbeslissing. De nadere toelichting op de gunningsbeslissing is door Erasmus MC overigens gegeven als reactie op de door de Combinatie opgeworpen bezwaren en gestelde vragen. Bovendien heeft Erasmus MC in de brief van 31 januari 2025 opnieuw een rechtsbeschermingstermijn van 20 kalenderdagen geboden. Daarmee is aan de Combinatie ook voldoende gelegenheid geboden om zich, ook na de gegeven nadere toelichting, rustig te beraden over de vraag of er volgens hen aanleiding bestond om tegen de gunningsbeslissing op te komen.”
Beoordelaars kenden prijzen niet
“Vast staat dat de beoordelaars die de kwalitatieve aspecten hebben beoordeeld de geboden prijzen niet kenden, zodat die prijzen ook geen rol hebben kunnen spelen bij die kwalitatieve beoordeling. Zoals Erasmus MC terecht heeft opgemerkt, voorziet het beoordelingskader overigens ook bij het gunningscriterium ‘kwaliteit’ in de mogelijkheid dat ook een score nul of tien wordt gegeven. Dat is echter geen verplichting. De enkele omstandigheid dat deze scores ook op kwaliteit aan geen enkele inschrijver zijn toegekend, wil dan ook evenmin zeggen dat het beoordelingskader onjuist is toegepast.”
Een niet erg overtuigende indruk
“De beoordelingscommissie heeft in de inschrijving van de Combinatie ten eerste terughoudendheid gesignaleerd ten aanzien van de projectambities en dan met name bij de ambitie om de BREAAM-score ‘Very Good’ te realiseren. Volgens de beoordelingscommissie heeft de Combinatie haar twijfels bij, en ook de invulling van, die ambitie summier onderbouwd. Erasmus MC heeft dat in haar brief van 31 januari 2025 nader toegelicht door erop te wijzen dat de Combinatie weinig tot niets meer doet dan wat haar verplichting is. Ook ziet de beoordelingscommissie de terughoudendheid terug in een beperkt ‘eigenaarschap’ bij die ambitie, door de verantwoordelijkheid voor het halen van die ambitie gedeeltelijk buiten zichzelf te leggen bij een gespecialiseerde, door Erasmus MC aan te trekken adviseur. Kennelijk heeft de manier waarop de Combinatie in haar inschrijving invulling aan die projectambitie heeft gegeven op de beoordelingscommissie een niet erg overtuigende indruk gemaakt. De Combinatie heeft (mede) daarom een zes gekregen. Dat oordeel komt de voorzieningenrechter, gelet op de terughoudende toetsing als bedoeld in 5.3, niet evident onbegrijpelijk voor. Daarbij tekent de voorzieningenrechter aan dat, anders dan de Combinatie voorstaat, het feit dat een visie op duurzaamheid is uitgevraagd wel degelijk meebrengt dat de beoordelingscommissie ook de haalbaarheid daarvan mag laten meewegen in haar oordeel.”
Slotsom is dat niet is gebleken dat Erasmus MC de gunningsbeslissing op ontoelaatbare wijze heeft aangevuld, de gunningsbeslissing onvolledig heeft gemotiveerd en/of het beoordelingskader onjuist heeft toegepast. Ook is niet gebleken dat Erasmus MC evidente beoordelingsfouten heeft gemaakt bij de beoordeling van de gunningscriteria. Voor de gevorderde intrekking van de gunningsbeslissingen en herbeoordeling van de inschrijvingen is dus geen plaats.
(VdLC publishers/consultants BV, 8 mei 2025)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl