Gemeente had ook met andere geïnteresseerden in gesprek moeten gaan (week 10)
Didam
In deze zaak gaat het om een stuk grond dat eigendom is van de Gemeente Ouder-Amstel. Eisers vorderen de Gemeente te verbieden om de oorspronkelijke kavel te verkopen (aan Koper) zonder het doorlopen van een openbare selectieprocedure aan de hand van objectieve, toetsbare en redelijke criteria waaruit een koper kan worden geselecteerd. De rechter zegt dat de gemeente, nu zij wist dat er meer geïnteresseerden waren, zorgvuldiger te werk had moeten gaan, vooraf bekend had moeten maken wat de criteria waren, en niet alleen met Koper in gesprek had moeten gaan, maar ook met de andere geïnteresseerde(n). (ECLI:NL:RBAMS:2023:1316, Rechtbank Amsterdam, Datum uitspraak 9 maart 2023, Datum publicatie 10 maart 2023)
Feiten en omstandigheden
In deze zaak gaat het om een stuk grond dat eigendom is van de Gemeente Ouder-Amstel.
In een brief van 16 december 2022 heeft de Gemeente aan [eiser 5] bericht dat zij heeft onderzocht of het besluit inzake de voorgenomen koop- en verkoop van de percelen moet worden ingetrokken en meegedeeld dat de Gemeente daartoe geen aanleiding ziet. De Gemeente is van mening dat de grondruil noodzakelijk is, omdat ontsluiting van het perceel via de [adres 1] de enige reële optie is en op die manier een deel van het perceel wordt ‘vrijgespeeld’ voor verkoop in de vrije markt.
De brief eindigt met de volgende conclusie:
“Uit het Didam-arrest vloeit voort dat de overheid bij de verkoop van grond gegadigden gelijk moet behandelen. Er is ons niet gebleken dat er meerdere gegadigden zijn voor het deel van het perceel dat wij voornemens zijn te verkopen. De gemeente heeft de voorgenomen verkoop voldoende tijdig openbaar gemaakt en voor zover wij kunnen overzien, afdoende gemotiveerd waarom de koper op basis van objectieve, toetsbare en redelijke criteria de enige gegadigde is. Als de ruilconstructie is afgerond, zal het andere deel van het perceel in de markt worden gezet zodat een ieder, ook de direct omwonenden, mee kunnen dingen tot koop van het perceel. Wij zien geen aanleiding het besluit tot het voornemen tot verkoop in te trekken. Het voornemen blijft in stand.”
Eisers vorderen de Gemeente te verbieden om de oorspronkelijke kavel te verkopen (aan Koper) zonder het doorlopen van een openbare selectieprocedure aan de hand van objectieve, toetsbare en redelijke criteria waaruit een koper kan worden geselecteerd. Het oordeel van de rechter.
Onvoldoende oog voor andere mogelijkheden
“Door haar handelwijze en gebrek aan openbaarheid voorafgaand aan de onderhandelingen met Koper en het voornemen tot verkoop heeft het er de schijn van dat de Gemeente de criteria toeschrijft naar één specifieke gegadigde, namelijk Koper, en dat zij onvoldoende oog heeft gehad voor andere mogelijkheden en de belangen van eisers. Het lijkt erop dat de Gemeente nooit eerder concrete plannen heeft gehad voor woningbouw op de kavel, althans dat is in deze procedure niet aannemelijk geworden, en dat dit alles is aangezwengeld door Koper. De Gemeente was zich blijkens de mailwisseling met het Waterschap ook bewust van de tactiek van Koper, en het had daarom op haar weg gelegen, nu zij wist dat er meer geïnteresseerden waren, om zorgvuldiger te werk te gaan, vooraf bekend te maken wat de criteria waren voor verkoop, en niet alleen met Koper in gesprek te gaan, maar ook met de andere geïnteresseerde(n).”
Memo gemeenteraad
“Uit de memo aan de gemeenteraad van 24 november 2022 blijkt dat de Gemeente haast heeft. De verwachte opbrengst is opgenomen in de begroting, en de gemeenteraad wordt te kennen gegeven dat als er bedenkingen zijn bij de verkoop, dit tot gevolg zal hebben dat er maanden zullen verstrijken en dat de desbetreffende koper de koop zou kunnen heroverwegen, nu de grondprijzen aan het dalen zijn. De Gemeente heeft een gerechtvaardigd belang bij een zo hoog mogelijke opbrengst voor de grond. Dit ontslaat haar echter niet van haar verplichting het zorgvuldigheidsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel in acht te nemen.”
De conclusie is dan ook dat de Gemeente door haar handelwijze in strijd heeft gehandeld met het gelijkheidsbeginsel en daarmee onrechtmatig heeft gehandeld jegens eisers. De vordering onder 1 zal dan ook worden toegewezen.
(VdLC publishers/consultants BV, 15 maart 2023)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl