Groot deel van ontvangen bedragen moet worden terugbetaald (week 30)
WMO | terugbetaling
Voor de jaren 2016, 2017 en 2018 zijn Raamovereenkomsten gesloten tussen de gemeente Almelo en Take Care. Take Care heeft in de periode 2016 - 2019 aan totaal 59 inwoners van de gemeente WMO-maatwerkvoorzieningen geleverd. Door Take Care is niet betwist dat [gedaagde] verantwoordelijk was voor de ingediende declaraties en de inschrijving op de aanbesteding. Take Care beschikte niet over het personeel om de gedeclareerde zorg te kunnen voldoen en zij beschikte ook bij de inschrijving op de aanbesteding niet over de vereiste personeelscapaciteit. Take Care zal een groot deel van de ontvangen bedragen, ook bedragen die zijn betaald in het kader van een PGB, aan de gemeente Almelo moeten terugbetalen. Omdat de zorg die Take Care wel heeft geleverd echter wel een bepaalde waarde had, namelijk de waarde van “algemene voorzieningen”, mag Take Care die bedragen houden. (ECLI:NL:RBOVE:2022:2144, Rechtbank Overijssel, Datum uitspraak 20 juli 2022, Datum 25 juli 2022)
Feiten en omstandigheden
Take Care is een organisatie die tot doel heeft om zorg te leveren aan cliënten die een indicatie hebben op grond van de Wet Maatschappelijk Ondersteuning 2015. Naar eigen zeggen is zij een multiculturele thuiszorgorganisatie, opgericht in 2013, die zich vooral richt op ouderen van Irakese, Armeense en Arabische afkomst. Voor de jaren 2016, 2017 en 2018 zijn Raamovereenkomsten gesloten tussen de gemeente Almelo en Take Care. Take Care heeft in de periode 2016 - 2019 aan totaal 59 inwoners van de gemeente WMO-maatwerkvoorzieningen geleverd.
Naar aanleiding van verschillende (al dan niet algemene) meldingen is de gemeente onderzoek gaan doen naar de vraag of dit betaalde zorggeld is besteed aan het leveren van kwalitatief goede zorg.
Op 14 augustus 2020 is een definitief rapport uitgebracht. De conclusie in het definitieve rapport is dat Take Care de verbintenis uit de Raamovereenkomst niet naar behoren is nagekomen omdat Take Care de kwaliteitseisen jaar in en jaar uit heeft geschonden. De mogelijkheid bestaat dat de gemeente hierdoor schade heeft geleden doordat cliënten geen juiste zorg hebben ontvangen en daardoor langer afhankelijk zijn van een voorziening in het kader van de WMO. Geadviseerd wordt om elke zorgrelatie met Take Care te beëindigen voor alle WMO voorzieningen en het terugvorderen van de uitgekeerde bedragen in verband met de toerekenbare tekortkoming wegens het niet nakomen van de verplichtingen uit de raamovereenkomsten van 2016 tot en met 2018.
De gemeente vordert te verklaren voor recht dat Take Care is tekortgeschoten in de raamovereenkomsten 2016, 2017 en 2018 en/of de afbouwovereenkomst 2019, deze (partieel) te ontbinden, en veroordeling van Take Care tot terugbetaling van de onterecht ontvangen ZiN zorggelden. Het oordeel van de rechter:
Een persoonlijk ernstig verwijt
“Naar het oordeel van de rechtbank heeft de gemeente voldoende onderbouwd – en is onvoldoende gemotiveerd betwist – dat [gedaagde sub 2] een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt. Door Take Care is niet betwist dat [gedaagde sub 2] verantwoordelijk was voor de ingediende declaraties en de inschrijving op de aanbesteding. Zoals hiervoor is overwogen, beschikte Take Care niet over het personeel om de gedeclareerde zorg te kunnen voldoen en beschikte zij ook bij de inschrijving op de aanbesteding niet over de vereiste personeelscapaciteit. Aldus had het voor [gedaagde sub 2] reeds bij de inschrijving op de aanbestedingen duidelijk moeten zijn dat Take Care niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen. Door zich toch in te schrijven en binnen die aanbestedingsovereenkomsten vervolgens ook zorg te leveren en die als OMD en OZL zorg te declareren, heeft [gedaagde sub 2] bewerkstelligd dat Take Care haar verplichtingen binnen die overeenkomsten niet nakwam. Van een bestuurder van een zorgaanbieder mag verder worden verwacht dat hij in ieder geval over elementaire kennis beschikt over de wijze van declareren dan wel hierin zich in voldoende mate laat adviseren, zodat hij ervan op de hoogte is welke behandeling zich wel en niet voor declaratie leent. Tegen die achtergrond is de rechtbank dan ook van oordeel dat deze handelswijze van [gedaagde sub 2] ten aanzien van de zorg in natura persoonlijk ernstig verwijtbaar is. Reeds om die reden komen de vorderingen jegens de [gedaagde sub 2] voor zover betrekking hebbende op de gedeclareerde zorg in natura voor toewijzing in aanmerking.”
Groot deel bedragen moet worden terugbetaald
“De gemeente heeft aan Take Care over de jaren 2016 tot en met 2019 geldsommen betaald op grond van de WMO zodat Take Care zorg kon verlenen aan cliënten met een indicatie. Take Care heeft die zorg volgens de gemeente Almelo echter niet goed geleverd, en daarom vordert zij de betaalde bedragen terug. De rechtbank oordeelt in dit vonnis dat Take Care inderdaad niet de overeengekomen maatwerkvoorziening heeft geleverd, onder meer niet omdat Take Care niet beschikte over voldoende opgeleid personeel dat deze zorg kon leveren. Zowel de B.V. als haar bestuurders zijn hiervoor aansprakelijk zoals hierna wordt uitgelegd. Bestuurder [gedaagde sub 2] is gedurende de procedure overleden. De rechtbank neemt ook een beslissing over wat dat voor de erfgenaam van [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] , betekent.”
“Take Care zal een groot deel van de ontvangen bedragen, ook bedragen die zijn betaald in het kader van een PGB, aan de gemeente Almelo moeten terugbetalen. Omdat de zorg die Take Care wel heeft geleverd echter wel een bepaalde waarde had, namelijk de waarde van “algemene voorzieningen”, mag Take Care die bedragen houden.”
(VdLC publishers/consultants BV, 3 augustus 2022)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl