Onvoldoende bewijs om te twijfelen aan deskundigheid beoordelingscommissie (week 19)
Beoordeling van de kwaliteit | motiveringsplicht
De gemeente Amersfoort heeft een aanbesteding georganiseerd voor een systeem voor het beheer van de openbare ruimte. Op 16 januari 2025 heeft de gemeente de opdracht voorlopig gegund aan Progresity. BIM stelt twijfels te hebben bij de deskundigheid en de onafhankelijkheid van de beoordelingscommissie. De rechter volgt BIM hierin niet. Als uitgangspunt geldt dat ervan moet worden uitgegaan dat een beoordelingscommissie deskundig is. De onderbouwing van BIM (soms groot verschil tussen scores tussen beoordelaars 1 en 2 enerzijds en beoordelaar 3 anderzijds) is onvoldoende om aan te nemen dat de beoordelingscommissie onvoldoende kennis heeft om de inschrijving van BIM te beoordelen. Ook de motivering van de gunningsbeslissing is volgens de rechter voldoende. (ECLI:NL:RBMNE:2025:2040, Rechtbank Midden-Nederland, Datum uitspraak 24 april 2025, Datum publicatie 9 mei 2025)
Feiten en omstandigheden
De gemeente Amersfoort heeft een openbare aanbesteding georganiseerd voor een systeem voor het beheer van de openbare ruimte (BOR-oplossing) als dienst. De BOR-oplossing wordt ingezet voor het beheer van o.a. openbaar groen, openbare verlichting, gladheidbestrijding, kunstwerken, schouwen, riool, bodem, maar ook vastgoed en monumentenzorg. BIM heeft zich ingeschreven voor een prijs van 235.000 euro. Er waren ook twee andere inschrijvingen, waaronder de inschrijving van Progresity.
De gemeente heeft de inschrijvingen beoordeeld conform de in de Aanbestedingsleidraad aangekondigde procedure. Daarbij is één inschrijving terzijde gelegd. Op 16 januari 2025 heeft de gemeente haar voorlopige gunningsbeslissing via de berichtenmodule in TenderNed aan BIM en Progresity meegedeeld. De opdracht is voorlopig gegund aan Progresity, omdat dit de inschrijving is met de beste prijs-kwaliteitverhouding. Onderdeel van de voorlopige gunningsbeslissing is een overzicht van de behaalde scores van zowel BIM als Progresity en hun inschrijfprijzen.
BIM kan zich niet in deze uitkomst vinden en vecht de voorlopige gunningsbeslissing in dit kort geding aan. BIM is kort gezegd van mening dat zij op de Wensen B, C, D en E te weinig punten heeft gekregen en vindt dat zij ten opzichte van de voorlopig winnende inschrijving opvallend weinig punten heeft gescoord. De rechter zegt o.a.:
Deskundigheid beoordelaars
“BIM stelt twijfels te hebben bij de deskundigheid en de onafhankelijkheid van de beoordelingscommissie. Volgens BIM is het opvallend dat beoordelaar 3 bij de scores op Wens D bijna dubbel zoveel punten geeft als beoordelaar 1 en 2 en dat bijna alle scores van beoordelaar 1 en 2 gelijkluidend zijn. Dit voedt volgens BIM de gedachte voeden dat beoordelaars 1 en 2 ofwel niet onafhankelijk hebben beoordeeld ofwel dat zij onvoldoende kennis hebben om de applicatie van BIM goed te kunnen beoordelen. De voorzieningenrechter volgt BIM hierin niet. Als uitgangspunt geldt dat ervan moet worden uitgegaan dat een beoordelingscommissie deskundig is. De onderbouwing van BIM (soms groot verschil tussen scores tussen beoordelaars 1 en 2 enerzijds en beoordelaar 3 anderzijds, en de scores van beoordelaar 1 en 2 zijn op één keer na hetzelfde zijn) is onvoldoende om aan te nemen dat de beoordelingscommissie onvoldoende kennis heeft om de inschrijving van BIM te beoordelen. Het staat de beoordelingscommissie namelijk vrij om binnen de kaders van de beoordelingssystematiek van de Aanbestedingsleidraad punten toe te kennen. Alleen het feit dat de beoordelingen van de twee beoordelaars met elkaar overeenkomen, kan – als blijkt dat wel binnen de beoordelingssystematiek is beoordeeld – niet op zichzelf al tot de conclusie leiden dat zij niet onafhankelijk zouden zijn. Het kan bijvoorbeeld prima zijn dat twee beoordelaars allebei van een bepaalde Wens vinden dat de wijze van invulling niet overtuigend is, en ze dus op een 5 uitkomen. De voorzieningenrechter gaat daarom voorbij aan dit bezwaar.”
Voldoende gemotiveerd
“De beoordelingscommissie heeft in lijn met artikel 2.130 Aw het voorlopige gunningbesluit voldoende gemotiveerd. In de voorlopige gunningsbeslissing zijn de eindscores van zowel BIM als Progresity (de voorlopig winnende inschrijving) vermeld. Ook zijn de inschrijfprijzen vermeld. In de beslissing is verder te zien welke punten BIM en Progresity hebben gekregen per subgunningscriterium en wat de (sub)weging is van ieder subgunningscriterium. Verder heeft de gemeente bij de voorlopige gunningsbeslissing een bijlage verstrekt met de beoordeling van de inschrijving van BIM per Wens en zelfs per bullet point. Daarmee is verduidelijkt welke punten de beoordelingscommissie wel en welke punten zij niet positief heeft beoordeeld. Daaruit volgt –niet met mathematische precisie, maar wel met de minimaal vereiste duidelijkheid – wat de reden(en) zijn voor de aan BIM toegekende scores en waarom door haar niet een hogere score is behaald. De beoordeling van de inschrijving van BIM is dus per specifiek uitgevraagd kenmerk nader toegelicht. Op grond van het voorgaande voldoet de motivering van de gunningsbeslissing aan het eerder genoemde toetsingskader en bevat het voorts conform artikel 2.130 lid 2 Aw de kenmerken en relatieve voordelen van Progresity als (voorlopig) winnende inschrijving. Het stelt BIM met benoeming van de relevante redenen voldoende in staat om te begrijpen waarom zij niet heeft gewonnen en de inschrijving van Progresity is gekozen. Uit het voorgaande volgt dat de beoordelingscommissie niet is gehouden om alle aspecten van de inschrijving van BIM in haar beoordeling te betrekken en wanneer zij dat niet doet er sprake zou zijn van een ondeugdelijke motivering dan wel onbegrijpelijke beoordeling. De motiveringsplicht van een aanbestedende dienst gaat bovendien niet zo ver dat de aanbestedende dienst inzicht moet verschaffen in de inschrijving van de voorlopige winnaar, teneinde een niet uitgekozen inschrijver de gelegenheid te geven de beoordeling van de aanbestedende dienst over te doen. Dit door BIM aangevoerde bezwaar kan dus niet slagen.”
De conclusie is dat de bezwaren van BIM tegen de voorlopige gunningsbeslissing niet opgaan en dat haar vorderingen afgewezen worden.
(VdLC publishers/consultants BV, 14 mei 2025)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl