Overheidsopdrachten mogen na faillissement overgenomen worden (week 6)
Faillissement | wezenlijke wijziging | rechtsopvolging
Het Hof van Justitie EU heeft zich gebogen over een geding tussen Advania Sverige AB en de Kammarkollegium (nationaal agentschap voor juridische, financiële en administratieve diensten, Zweden) enerzijds en Dustin Sverige AB anderzijds over het besluit van dit agentschap om de overdracht van vier raamovereenkomsten zonder nieuwe aanbestedingsprocedure overeenkomstig richtlijn 2014/24 goed te keuren. Het Hof van Justitie zegt dat wanneer er sprake is van een faillissement, en een ander bedrijf neemt contracten over uit dit faillissement, dit kan voldoen aan de vereisten van artikel 72 Richtlijn 2014/24. (C‑461/20, ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer), 3 februari 2022)
Feiten en omstandigheden
Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van artikel 72 lid 1, onder d), ii), van richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten
Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen Advania Sverige AB en de Kammarkollegium (nationaal agentschap voor juridische, financiële en administratieve diensten, Zweden) enerzijds en Dustin Sverige AB anderzijds over het besluit van dit agentschap om de overdracht van vier raamovereenkomsten zonder nieuwe aanbestedingsprocedure overeenkomstig richtlijn 2014/24 goed te keuren.
De Högsta förvaltningsdomstol heeft het Hof verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vraag:
„Brengt de omstandigheid dat een nieuwe aannemer de uit een raamovereenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de aanvankelijke aannemer heeft overgenomen nadat laatstgenoemde aannemer failliet is verklaard en de overeenkomst uit de activa is overgedragen, met zich mee dat de nieuwe aannemer moet worden geacht in de positie van de aanvankelijke aannemer te zijn getreden in omstandigheden als bedoeld in artikel 72, lid 1, onder d), ii), van [richtlijn 2014/24]?”
Het Hof (Vierde kamer) verklaart voor recht:
Artikel 72, lid 1, onder d), ii), van richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van richtlijn 2004/18/EG dient aldus te worden uitgelegd dat een ondernemer die na de faillietverklaring van de aanvankelijke aannemer – die tot diens liquidatie heeft geleid – slechts de rechten en verplichtingen van deze laatste aannemer heeft overgenomen die voortvloeien uit een met een aanbestedende dienst gesloten raamovereenkomst, moet worden geacht onder gedeeltelijke titel in de positie van deze aanvankelijke aannemer te zijn getreden ten gevolge van herstructurering van de onderneming in de zin van die bepaling.
(VdLC publishers/consultants BV, 9 februari 2022)
Lees de volledige uitspraak op curia.europa.eu