Pionieren met biobased materialen in de proeftuin van de provincie Noord-Holland
Verkeersborden van bamboe. Een fietspad met miscanthusgras. En een provinciale weg van asfalt met koolzaadolie. Voor dit soort biobased materialen richtte de provincie Noord-Holland een speciale proeftuin in op 850 meter van de N231. Ze doet dat samen met bouwbedrijf Dura Vermeer. ‘De komende tien jaar kijken we welk van deze materialen we breed kunnen inzetten in de grond-, weg- en waterbouw-sector (GWW). Ook buíten onze provincie.’ (januari 2020)
Praktijkvoorbeeld GWW
De provincie Noord-Holland zet zich in voor duurzame grond-, weg- en waterbouw (GWW). Ze wil bijvoorbeeld meer gebruikmaken van biobased materialen bij het vervangen en onderhouden van wegen. Veel van deze materialen zijn nog niet gecertificeerd en daarom niet betrouwbaar. Om die materialen te testen, ontwierp de provincie samen met Dura Vermeer een proeftuin voor biobased materialen. Deze zal 10 jaar bestaan.
Bijzonder
Het is de eerste keer dat de provincie Noord-Holland een proeftuin met biobased materialen aanlegt. Sommige materialen in deze proeftuin zijn nog nooit eerder getest. Het is daarom echt een pioniersproject. Het maken van de proeftuin besteedde de provincie uit via een UAV-GC aanbesteding met voorselectie.
Geleerde lessen en tips
- Deel uw plannen, ambities en resultaten. Zowel intern als extern. Bijvoorbeeld via een website, informatieborden of rondleidingen. U zult zien: mensen vinden een proeftuin van biobased materialen heel interessant.
- Besef dat u materialen voor het eerst in de praktijk test. En dat er dus regelmatig vervangingen nodig zullen zijn. U moet bereid zijn de kosten daarvan te dekken. Zorg ervoor dat de verkeersveiligheid altijd voorop staat.
- Zorg ook voor een goede communicatie en afstemming met de aannemer. Zeker als er een belangenverschil optreedt. Zet het belang van de proeftuin voortdurend voorop.
De uitdaging: geschikte biobased materialen vinden
‘Duurzaamheid staat hoog bij ons op de agenda’, zegt Marianne Kimmel, communicatieadviseur bij de provincie Noord-Holland. ‘We zijn onder andere bezig met de vraag hoe we de GWW kunnen verduurzamen. Eén van de antwoorden is om in de aanleg en vervanging van wegen te kiezen voor biobased materialen, in plaats van materialen op basis van fossiele grondstoffen. Maar die alternatieve materialen zitten vaak nog in de laboratoriumfase; ze zijn nog niet voldoende getest om gecertificeerd te worden. Daardoor kunnen we ze buiten de proeftuin nog niet gebruiken.’
De aanpak: proeftuin aanleggen op de N231
De provincie Noord-Holland besloot in 2018 om een proeftuin aan te leggen voor biobased materialen. ‘Die tuin moet vooralsnog tien jaar bestaan’, vertelt Ramon Kuipers, omgevingsmanager bij de provincie. ‘Doel is hier de houdbaarheid en functionaliteit van biobased materialen te testen in de praktijk.’ In dezelfde periode waarin ze op het idee kwam van de proeftuin, wilde de provincie een start maken met het groot onderhoud van de N231: een weg langs het Amsterdamse Bos met een heel groen karakter. ‘Toen dachten we: díe weg leent zich goed voor een biobased proeftuin!’
De provincie zette de opdracht om de proeftuin aan te leggen uit via een UAV-GC aanbesteding met voorselectie. ‘Eerst vroegen we wie geïnteresseerd was om mee te doen aan deze aanbesteding’, vertelt Kuipers. ‘Zes partijen toonden interesse en schreven zich in met een plan van aanpak en prijs. Na een uitgebreid beoordelingstraject viel onze keus op Dura Vermeer.’ Communicatieadviseur Kimmel: ‘Dit bouwbedrijf sprong eruit met een heel concrete aanpak en een vergevorderd, gedetailleerd plan.’
Enthousiaste reacties
Dura Vermeer onderzocht welke biobased materialen interessant waren om te testen. De onderneming verzamelde kennis uit de markt, maakte afspraken met leveranciers en startte samenwerkingsverbanden op. ‘Marktpartijen reageerden enthousiast’, vertelt Kuipers. ‘Zij hebben natuurlijk ook baat bij de proeftuin, want ze krijgen de kans om hun producten in de praktijk uit te proberen en verder te ontwikkelen. Als provincie zijn we eigenlijk alleen maar een katalysator. We bieden een plek om te testen.’
Uiteindelijk is 850 meter van de N231 ingericht als proeftuin. ‘Op het fietspad en de autoweg liggen in totaal negen proefvlakken, met verschillende soorten biobased asfalt – bijvoorbeeld met koolzaadolie en miscanthusgras.’ Maar er is meer. ‘We richten ons op alle objecten van een weg, van berm tot berm. Zo staan er onder andere lichtmasten van diverse biobased materialen, faunapassages van biobased beton en maaibeschermers en hectometerbordjes van bioplastic. Ook testen we verkeersborden en bevestigingsmaterialen van bamboe.’
Praktische invloeden
Het duurde niet lang voor de eerste proefresultaten zichtbaar waren. Kuipers: ‘Het asfalt in een proefvlak op het fietspad dat een halfjaar geleden is aangelegd, is al deels aan het uitbrokkelen. Dat biobased bindmiddel doet dus niet wat het zou moeten doen. Dura Vermeer is direct op zoek gegaan naar een ander natuurlijk bindmiddel om het proefvlak te vervangen. Daarmee voldoet het fietspad weer aan de veiligheidseisen én is er kans om een nieuw biobased materiaal te testen. We hopen natuurlijk dat dit bindmiddel het wel langer dan een halfjaar volhoudt.’
De verwachting is dat dit soort scenario’s de komende tien jaar vaker gaan voorkomen. ‘Dat is ook de bedoeling van de proeftuin’, zegt Kimmel. ‘In een laboratorium heeft een materiaal al allerlei toetsen doorstaan. Bijvoorbeeld de houdbaarheid bij een sterke windkracht. Maar in de praktijk spelen zóveel meer factoren een rol. De hoeveelheid fietsen of auto’s die eroverheen rijden, de specifieke weersomstandigheden, ga zo maar door. Die invloeden kun je in het laboratorium simpelweg niet testen. We denken daarom ook niet dat er tientallen gecertificeerde materialen uit de proeftuin zullen komen. Maar het zou mooi zijn als er twee of drie geschikt blijken. Die kunnen we dan breder gaan inzetten.’
Resultaat: biobased materiaal inzetten
Als blijkt dat biobased materialen in de proeftuin stabiel zijn, wil de provincie Noord-Holland deze inzetten voor onderhouds- en vervangingsprojecten op andere locaties. Uiteindelijk willen we zelfs dat andere provincies deze materialen ook gaan gebruiken. Dat is ons hoofddoel: een brede uitrol van gecertificeerde biobased materialen.’
Goede aarde
Tot het zover is, deelt de provincie de kennis die uit haar proeftuin rolt op verschillende manieren. Kuipers: ‘Dura Vermeer heeft de website biobasedproeftuin.nl opgezet. Dat is een platform waarop mensen de plannen, ambities en resultaten van de proeftuin kunnen zien.’ Kimmel signaleert veel interesse. Niet alleen van andere organisaties, maar bijvoorbeeld ook van omwonenden. ‘Daarom besloten we een open dag te organiseren. Op het parkeerterrein langs de proeftuin zetten we tenten op met informatie en stalden we materialen uit. Ook gaven we rondleidingen langs de proeftuin. Dat leverde veel bezoekers én positieve reacties op.’
Ook intern valt het project in goede aarde. ‘We besteden er veel aandacht aan, want het is een hartstikke leuk project om collega’s over te vertellen’, zegt Kimmel. ‘Echt iets unieks voor de provincie; die heeft nog nooit eerder een proeftuin aangelegd. In onze hal hebben we een aantal informatieborden geplaatst. Regelmatig schieten collega’s ons even aan met een vraag of een leuke reactie. Ze vinden het heel interessant, en zijn benieuwd naar de voortgang van het project.’
Voldoende ruimte
‘Natuurlijk komt er ook onzekerheid bij zo’n project kijken’, erkent Kuipers. ‘Je weet niet of het materiaal dat je test goed blijft. Veiligheid staat voorop, dus we zullen de materialen altijd op tijd vervangen. Hoeveel we uiteindelijk moeten vervangen, weten we nu nog niet. En dus ook niet hoeveel die vervanging zal kosten. Die financiële onzekerheid hoort bij zo’n proeftuin en geldt zowel voor ons als voor de aannemer. Maar beiden hebben we ons daarop ingesteld. We zijn een commitment aangegaan.’
‘Ja, die samenwerking tussen de provincie en de aannemer is heel belangrijk’, besluit Kimmel. ‘Voor de provincie is veiligheid prioriteit. Voor de aannemer is vrijheid het belangrijkste: om te kunnen pionieren en te testen. Dat is een belangenverschil. Samen moet je een manier vinden om beide belangen voldoende ruimte te geven. Goede communicatie en duidelijke afstemming is daarbij ontzettend belangrijk. Je moet het belang van de proeftuin continu bovenaan blijven zetten. Want díe brengt de partijen samen.’
Meer informatie
Dit artikel maakt onderdeel uit van het webdossier Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI). MVI is het met inkoop bijdragen aan economische, ecologische en sociale (beleids)doelen. In het nieuwe dossier vindt u onder andere richtlijnen voor het bepalen van het juiste ambitieniveau, geactualiseerde milieucriteria en MVI praktijkvoorbeelden.
Webdossier Maatschappelijk Verantwoord Inkopen
Dossier Biobased Inkopen