Recht om schadevergoeding aanhangig te maken verwerkt (week 20)
In beroep gaan | schadevergoeding | rechtsverwerking
De Dienst wegverkeer (RDW) is op 25 september 2020 een aanbesteding gestart voor een nieuw telefonieplatform voor het klantcontactcentrum. De RDW ontvangt vier inschrijvingen, waaronder van Cloudoe en Frontline. Cloudoe eindigt op de tweede plaats maar maakt geen kort geding aanhangig tegen de gunningsbeslissing. Wel start zij na de bezwaartermijn een bodemprocedure waarin zij de RDW aansprakelijk stelt, omdat de gunning aan Frontline volgens Cloudoe in strijd is met de wet en Aanbestedingsvoorwaarden. De rechter komt tot het oordeel dat Cloudoe het recht om een schadevordering aanhangig te maken heeft verwerkt. (ECLI:NL:RBDHA:2023:5098, Rechtbank Den Haag, Datum uitspraak 12 april 2023, Datum publicatie 16 mei 2023)
Feiten en omstandigheden
De RDW is op 25 september 2020 een aanbesteding gestart voor een nieuw telefonieplatform voor het klantcontactcentrum van de RDW. De RDW heeft vier inschrijvingen ontvangen, waaronder van Cloudoe en Frontline. Cloudoe eindigt op de tweede plaats. Cloudoe is niet binnen de in de Aanbestedingsvoorwaarden vermelde termijn in kort geding opgekomen tegen de gunningsbeslissing. Wel heeft zij zich in correspondentie bij de RDW beklaagd over de gang van zaken en heeft uiteindelijk de RDW aansprakelijk gesteld, omdat de gunning aan Frontline volgens Cloudoe in strijd was met de wet en Aanbestedingsvoorwaarden. Een gesprek tussen Cloudoe en de RDW leidt niet tot een oplossing en Cloudoe stapt naar de rechter. Het oordeel van de rechter:
Vervalbeding
“Cloudoe heeft vooraf kennis kunnen nemen van de Aanbestedingsvoorwaarden, met daarin het vervalbeding. Het is niet gesteld of gebleken dat Cloudoe vragen over het vervalbeding heeft gesteld of daartegen bezwaren heeft geuit. Cloudoe heeft een inschrijving ingediend en is akkoord gegaan met de Aanbestedingsvoorwaarden, inclusief het vervalbeding. In beginsel is Cloudoe daarmee, evenals de RDW en andere inschrijvers, aan het vervalbeding gebonden.”
Proactieve houding
“Van belang is verder dat in aanbestedingsgeschillen een proactieve houding van een inschrijver wordt verwacht. Hij moet bezwaren moeten in een zo vroeg mogelijk stadium aan de orde stellen, zodat eventuele onregelmatigheden nog kunnen worden gecorrigeerd met zo weinig mogelijk gevolgen voor het verdere verloop van de procedure. Dit uitgangspunt is onder meer ingegeven door het belang van een voortvarende aanbestedingsprocedure en rechtszekerheid (voor derden-inschrijvers). Terecht heeft Cloudoe erop gewezen dat deze specifieke belangen niet worden geraakt bij een (latere) vordering tot schadevergoeding tegen de aanbestedende dienst, die immers de aanbestedingsprocedure zelf niet vertraagt en ook niet van invloed is op het contract dat met de winnend opdrachtnemer is gesloten.”
Schadevergoeding
“Maar dat betekent niet dat het in het aanbestedingsrecht geldende uitgangspunt van een proactieve opstelling helemaal geen rol speelt. Op grond van de tussen de inschrijver (Cloudoe) en de aanbestedende dienst (de RDW) geldende eisen van redelijkheid en billijkheid moet Cloudoe namelijk ook met de gerechtvaardigde belangen van de RDW rekening houden. In dat verband stelt de RDW terecht dat zij kan worden benadeeld wanneer Cloudoe klachten over onrechtmatigheden bij een gunningsbeslissing niet binnen de beschikbare termijn van 20 dagen bij de rechter aan de orde stelt, maar dit pas later in een schadevergoedingsprocedure doet, wanneer de RDW al een bindende overeenkomst met de winnend inschrijver heeft gesloten en eventuele door de rechter vastgestelde onrechtmatigheden in het gunningsproces niet meer ongedaan kunnen worden gemaakt. De gestelde termijn van 20 dagen om klachten in kort geding aanhangig te maken is op zichzelf genomen ook een redelijke termijn, die overeenstemt met de wettelijke opschortingstermijn van artikel 2.127 Aw. Naar het oordeel van de rechtbank is het daarom op zichzelf genomen niet onredelijk dat de RDW als voorwaarde hanteert dat als een inschrijver nalaat om een gunningsbeslissing binnen de beschikbare termijn van 20 dagen in kort geding aan te vechten, dan – als vertrekpunt – ook het recht vervalt om schadevergoeding naar aanleiding van diezelfde beslissing te vorderen.”
Misleidende mededelingen
“Dit betekent dat op grond van de tussen partijen geldende Aanbestedings-voorwaarden redelijkerwijs van Cloudoe mocht worden verlangd dat zij de in 4.16 genoemde bezwaren tegen de gunningsbeslissing binnen de overeengekomen rechtsmiddelentermijn bij de rechter aan de orde zou stellen. De bezwaren die Cloudoe in deze procedure heeft aangevoerd, steunen ook niet in belangrijke mate op nieuwe feiten en omstandigheden, die zij destijds nog niet kende of niet kon kennen. Er was dus – anders dan Cloudoe betoogt – geen sprake van een situatie waarin een kort geding op voorhand volstrekt zinloos moest worden geacht en Cloudoe ‘enkel en alleen ter bewaring van recht’ een kort geding had moeten beginnen.”
De rechtbank komt tot het oordeel dat Cloudoe het recht om een schadevordering aanhangig te maken heeft verwerkt, zodat de rechtbank niet toekomt aan een verdere beoordeling van de vordering.
(VdLC publishers/consultants BV, 24 mei 2023)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl