Rechter houdt beslissing over aanbestedingsplicht aan (week 2)
Aanbestedingsplicht
Op basis van nieuwe regelgeving over de registratie en examinering van personen die werken met explosieve stoffen zijn exclusieve bevoegdheden zonder aanbesteding toegekend. REAS stelt zich op het standpunt dat de nieuwe regelgeving onrechtmatig is en dat zij als gevolg daarvan schade lijdt. REAS wil dat de rechter voor recht verklaart dat de door de Staat en Vomes ondertekende overeenkomsten opdrachten bevatten die aanbesteed hadden moeten worden. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan totdat in een bestuursrechtelijke procedure onherroepelijk is beslist of de desbetreffende zaken zijn ingetrokken. (ECLI:NL:RBDHA:2022:13148, Rechtbank Den Haag, Datum uitspraak 7 december 2022, Datum publicatie 9 januari 2023)
Feiten en omstandigheden
REAS biedt diverse diensten aan op het gebied van het opsporen en opruimen van explosieven. Zij verzorgt opleidingen voor personen die werkzaam (willen) zijn op dit gebied en neemt sinds 1998 ook examens af. Per 1 januari 2021 gelden nieuwe regels voor de registratie en examinering van personen die werken met explosieve stoffen en voor de certificering van bedrijven die ontplofbare oorlogsresten opsporen. Op basis van die nieuwe regelgeving zijn exclusieve bevoegdheden toegekend aan de stichtingen, waaronder de bevoegdheid tot het afnemen van examens. REAS stelt zich op het standpunt dat de nieuwe regelgeving onrechtmatig is en dat zij als gevolg daarvan schade lijdt. REAS wil dat de rechter voor recht verklaart dat de door de Staat en Vomes op 7 en 14 december 2020 ondertekende overeenkomsten opdrachten bevatten die aanbesteed hadden moeten worden en door de Staat ten onrechte onderhands aan Vomes en Vomes Examinering zijn gegund. De rechter zegt onder andere het volgende:
Vorderingen mogelijk niet ontvankelijk
“De rechtbank heeft geconstateerd dat REAS in de bezwaar- en (nog lopende) beroepsprocedures opkomt tegen dezelfde besluiten als die waarvan zij ook in deze civiele procedure stelt dat deze jegens haar onrechtmatig zijn. Indien de bestuursrechter van oordeel zou zijn dat tegen die besluiten in afwijking van het standpunt van de staatssecretaris wel bezwaar en beroep openstaat, zoals door REAS kennelijk is betoogd, zal in de bestuursrechtelijke procedures alsnog een toetsing plaatsvinden van de geldigheid van die besluiten. Dat zou dan weer tot gevolg hebben dat ten aanzien van (een deel van) de vorderingen van REAS in deze procedure, een met waarborgen omgegeven rechtsgang bij de bestuursrechter beschikbaar is. Bijgevolg zijn die vorderingen in deze procedure dan niet-ontvankelijk.”
Procedure wordt aangehouden
“Tegen die achtergrond is de rechtbank van oordeel dat de eisen van een behoorlijke rechtspleging meebrengen dat de uitspraak in deze procedure moet worden aangehouden totdat in de bestuursrechtelijke rechtsgang onherroepelijk is beslist. De rechtbank is tot dit oordeel gekomen mede met het oog op het voorkomen van mogelijk tegenstrijdige beslissingen.9 Voor zover REAS met het instellen van een voorwaardelijke vordering (zie nr. 5.2, slot) beoogt dat de rechtbank in deze procedure een uitspraak doet ‘onder voorwaarde’ dat de bestuursrechter het door REAS ingestelde beroep zal afwijzen, zal de rechtbank daaraan geen gevolg geven. Een voorwaardelijk vonnis is, hoewel dit in het verleden door de Hoge Raad als mogelijkheid is aanvaard, ongebruikelijk en leidt tot allerlei mogelijke complicaties, die zich niet voordoen als de zaak wordt aangehouden totdat duidelijk is wat de definitieve uitkomst is van de door REAS aangevangen bestuursrechtelijke procedures.”
De rechtbank zal gelet op het voorgaande iedere verdere beslissing aanhouden totdat in de bestuursrechtelijke procedures onherroepelijk is beslist of de desbetreffende zaken zijn ingetrokken.
(VdLC publishers/consultants BV, 18 januari 2023)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl