Expertgroep Effectmonitoring MVI - verslag 2 juli 2018
Aanbestedende overheidsdiensten hebben een groeiende behoefte aan tools om de resultaten van hun beleid ten aanzien van Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) te kunnen meten. Daarbij is van belang om niet alleen te focussen op besparingen in CO2, maar ook aandacht te geven aan onderwerpen als grondstoffen en Social Return. Dit waren enkele conclusies uit de eerste bijeenkomst van het Leernetwerk Effectmonitoring van 2 juli 2018 in de Utrechtse Jaarbeurs. De bijeenkomst is onderdeel van de kick-off voor de 10 leernetwerken die Rijkswaterstaat en PIANOo zijn gestart om MVI bij de overheid te stimuleren.
Wat zijn de resultaten van gevoerd beleid op het gebied van MVI? Zijn de prestaties bijvoorbeeld in lijn met eerder uitgesproken doelstellingen? Maakt een aannemer zijn beloftes uit de aanbesteding na oplevering van het project ook werkelijk waar? Aanbestedende overheidsdiensten zijn steeds meer op zoek naar manieren om dit soort vragen te beantwoorden. Mede daarom is Effectmonitoring MVI een van de 10 thema’s waarvoor Rijkswaterstaat en PIANOo een leernetwerk hebben opgezet. Jaarbeurs Meetup in Utrecht vormde op 2 en 3 juli 2018 het decor voor de eerste bijeenkomsten voor deze leernetwerken.
Wat, hoe en waarom?
Het meten en monitoren van MVI is ingewikkeld. Aanbestedingen vinden plaats in uiteenlopende sectoren, van bouw en mobiliteit tot kantoormeubilair en bedrijfskleding. Dat levert verschillende soorten data op, vaak ook gemeten in verschillende eenheden wat simpelweg optellen bemoeilijkt. Bovendien zijn de effecten van MVI vaak pas op langere termijn meetbaar. "Juist daarom moeten organisaties zich de vraag stellen wat ze precies willen meten, over welke periode en vooral ook waarom. Dat hangt ook samen met het doel van de betreffende organisatie. Een gemeente heeft bijvoorbeeld een andere behoefte dan een waterschap of een ministerie. Voor het monitoren van MVI-effecten zien we dan ook 4 niveaus: het productgroepniveau, organisatieniveau en nationaal en internationaal niveau. Elk niveau heeft zijn eigen specifieke methodiek en data. Ideaal zou zijn om alle tot nu toe beschikbare tools te bundelen tot 1 platform waar iedereen die te maken heeft met aanbestedingen, gebruik van kan maken. Overigens werken we ook in Europees verband aan een nieuwe opzet van effectmonitoring in de EU. Dit hangt samen met deze Nederlandse aanpak", aldus Cuno van Geet, die als Strategisch beleidsadviseur Circulair Inkopen van Rijkswaterstaat betrokken is bij de leernetwerken.
Zelfevaluatietool: inzicht in MVI-prestaties
Een praktische tool die decentrale overheden kunnen gebruiken om de effecten van hun MVI-beleid te monitoren, is de MVI-zelfevaluatietool. Deze is in opdracht van de Rijksoverheid ontwikkeld door PIANOo en sinds juni van dit jaar beschikbaar voor de gemeenten, provincies, waterschappen en ministeries die het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Inkopen hebben ondertekend. "Met de tool kunnen overheidsdiensten zelf de data van hun aanbestedingen verrijken met MVI-data. Zo krijgen ze inzicht in hun prestaties op het gebied van maatschappelijk verantwoord inkopen. Dat is op dit moment alleen mogelijk voor de aanbestedingsfase. Op termijn willen we met de tool ook data uit de contract- en realisatiefase ontsluiten. Alleen op die manier kunnen de betrokken organisaties zien of de prestaties in lijn zijn met de doelstellingen. Dat moet binnen een jaar mogelijk zijn, al is het ook complex. We hebben 1.500 tot 2.000 potentiële klanten met allemaal hun eigen aanpak. Het systeem moet voor iedereen werkbaar blijven, maar tegelijkertijd is een zekere mate van standaardisering nodig om informatie te kunnen vergelijken. Vooralsnog is dat de grootste uitdaging."
MVI: niet alleen CO2 meten
Het RIVM doet onderzoek naar beschikbare hulpmiddelen om MVI-effecten te kunnen meten. Projectmanager Michiel Zijp en zijn team maakten met een aantal van deze tools berekeningen voor 8 verschillende productgroepen, uiteenlopend van dienstauto’s en dienstreizen tot bedrijfskleding en energie. "Voor deze productgroepen hebben we over 2015 en 2016 een analyse gemaakt. Daaruit blijkt dat MVI een positief effect heeft gedurende de contractperiode van de betreffende diensten en producten. Behalve een CO2-besparing van 4,9 megaton was er bijvoorbeeld ook minder uitstoot van andere schadelijke stoffen, minder gebruik van fossiele brandstoffen en meer werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Daaruit blijkt wel dat MVI meer is dan alleen de CO2-reductie die binnen de EU zo belangrijk is", aldus Michiel Zijp. Dit jaar werkt RIVM dit uit voor acht andere productgroepen en ontsluiten ze deze kennis voor de pilots in het klimaat-enveloppe project.
Breed gedragen aanpak
"Met dit onderzoek willen we komen tot een breed toepasbare en gedegen aanpak. Bij voorkeur met een database per productgroep die gevoed wordt door bestaande systemen", vervolgt Michiel. "Zo geef je bijvoorbeeld een categoriemanager van het Rijk de juiste instrumenten om de milieu-impact van een aanbesteding goed te kwantificeren. En andersom: om een aanbesteding zodanig op te stellen dat de effecten voor MVI ook tijdens de contract- en realisatiefase goed meetbaar zijn. Daarvoor moeten we de beschikbare data per productgroep zo inrichten dat betrokken medewerkers er echt iets mee kunnen. Daarom moeten we transparante keuzes maken voor de berekeningen en deze per productgroep en thema zo goed mogelijk afstemmen met deskundige partijen. Dat gaat niet alleen over kosten en CO2, maar ook over belangrijke trade-offs met zaken als landgebruik, giftigheid en grondstofgebruik. Het is een klus die we gezamenlijk op de rails moeten zetten om goed te werken.’
Hoe verder?
Tussen de presentaties door hebben deelnemers input gegeven voor het vervolg van het Leernetwerk Effectmonitoring. Dat deze meeting heeft voorzien in een behoefte, bleek uit de reacties na afloop. “Het was bijzonder nuttig om met collega’s uit andere disciplines en sectoren van gedachten te kunnen wisselen over dit onderwerp. Zonder het echt te weten, hebben we allemaal te maken met dezelfde discussie en vergelijkbare problematiek. Dit was een goede gelegenheid om van elkaar te leren", aldus een deelneemster. In de loop van dit jaar organiseren PIANOo en Rijkswaterstaat nog 2 of 3 bijeenkomsten voor de expertgroep Effectmonitoring. De gegeven feedback wordt mede gebruikt voor het opstellen van een programma voor deze bijeenkomsten.
Programma Klimaatneutraal en Circulair Inkopen
Het Leernetwerk Duurzame Bedrijfskleding is onderdeel van het programma Klimaatneutraal en Circulair Inkopen, dat gefinancierd wordt uit de Klimaatgelden uit het regeerakkoord.
Klimaatenveloppe: impuls klimaatneutraal en circulair inkopen