Voorbeelden specificeren bij biobased inkopen
Specificeren is het nader beschrijven en vastleggen van uw inkoopbehoefte in een vraagspecificatie. De eisen en wensen die u in uw vraagspecificatie opneemt, bepalen hoe en of de markt aan uw inkoopbehoefte kan voldoen. Bij het specificeren neemt u als aanbestedende dienst beslissingen, waarmee u de uitkomst van de procedure in hoge mate bepaalt. De markt zal u aanbieden waar u om hebt gevraagd. (juli 2017)
Voorbeelden specificeren van:
Het aandeel vereiste/gewenste biomassa
De vereiste/gewenste duurzame herkomst van de biomassa
De bepalingsmethode duurzaamheid van de (biobased) producten
De biodegradeerbaarheid / composteerbaarheid van de producten
De (afwezigheid van) schadelijke stoffen
Het aandeel vereiste/gewenste biomassa
Voorbeeld 1
Biobased materialen voor fietsroutebordjes
(bron: Holland Rijnland)Biobased content
Voor de aanbesteding kunnen punten verdiend worden voor de biobased content. Het materiaal moet minimaal 30% verwerkt plantaardig materiaal bevatten. Hoe hoger het percentage biobased materiaal in de uitvoering, hoe meer punten verdiend kunnen worden. Dit geldt alleen voor de bordjes, niet voor informatiepanelen, frames, palen en bevestigingsmaterialen.
Toelichting
Biobased materialen zijn materialen die zijn samengesteld uit producten en/of grondstoffen die (gedeeltelijk) opgebouwd zijn uit hernieuwbare plantaardige stoffen.
Beschrijvend document
De inschrijver dient een beschrijvend document op te stellen waaruit blijkt of en hoe de Inschrijver kan voorzien in biobased materiaal voor de te plaatsen borden. Hiertoe diende een document opgesteld te worden van maximaal zes A4, waarin wordt beschreven of en op welke wijze inschrijver biobased borden kan leveren. In het document dienen in ieder geval de volgende onderwerpen terug te komen:
- een omschrijving van het biobased product (o.a. grondstoffen, productie, referenties, testen, garanties);
- de specificaties van het product en hoe deze zich verhoudt tot de minimumeisen zoals gesteld in het PVE;
- in het bijzonder hoe dit product zich verhoudt ten opzichte van de minimumeisen met betrekking tot garantie.
Voorbeeld 2
Biobased materialen in de N18
(bron: RWS)
- Geleidebarriër middenberm: 100% uitgevoerd conform definitie 'Groen bouwen'.
- Fietsparkeervoorziening (carpoolplaats, rekken, staanders, wanden, overkapping, verlichting): minimaal 50% van het totale gewicht (met uitzondering van het transparante gedeelte) uitgevoerd met producten/materialen conform definitie 'Groen bouwen'.
- Verharding carpoolplaats: 100% uitgevoerd conform definitie 'Groen bouwen'.
- Geluidbeperkende constructie: minimaal 50% van het totale oppervlak boven het maaiveld (met uitzondering van de oppervlakte van het voorgeschreven transparante gedeelte) uitgevoerd met producten/materialen conform definitie 'Groen bouwen'.
Toelichting
De inschrijver kan invulling geven aan 'Groen bouwen' door gebruik van biobased producten/materialen. Biobased producten/materialen zijn materialen waarvan de grondstoffen geheel of gedeeltelijk afkomstig zijn uit al of niet bewerkte biomassa. Het aandeel plantaardige grondstoffen in het product/materiaal dient tenminste 30% in massa ten opzichte van de totale massa te zijn. Dit percentage dient te worden vastgesteld conform de methode die is gespecificeerd in EN 16785-1:2015, of een gelijkwaardige methode.
Verificatie
De opdrachtnemer dient door middel van de testmethode volgens de norm EN 16785-1 of met een vergelijkbare methode vast te stellen dat tenminste 30% van het gewicht uit plantaardige grondstoffen bestaat bij toepassing van biobased materialen.
De vereiste/gewenste herkomst van de biomassa
Voorbeeld 1
Biobased materialen voor vloerbedekking / zonwering
(bron: MVI documenten PIANOo)Hernieuwbaar materiaal van duurzame oorsprong
Naarmate de <vloerbedekking/zonwering> is gemaakt van op aantoonbaar duurzame wijze geproduceerd hernieuwbaar materiaal, kan een hogere waardering worden toegekend.
Toelichting
Materialen die onuitputtelijk zijn en telkens opnieuw kunnen worden gewonnen, zijn hernieuwbaar. Hernieuwbare materialen zijn bijvoorbeeld hout, katoen en wol, maar kunnen ook biobased materialen zijn, zoals bioplastics afkomstig uit bronnen als suiker of maïszetmeel.
Verificatie
Voor katoen, hout en wol: zie de minimumeisen en gunningscriteria die specifiek voor deze materialen zijn opgesteld. Voor overige biomassa: met het NTA 8080-certificaat kunnen inschrijvers aantonen dat de biomassa die is gebruikt van duurzame herkomst is.
Voorbeeld 2
Biobased materialen voor koffiebeker
(bron: MVI documenten PIANOo)De inschrijver dient een biobased beker aan te bieden, waarbij wordt aangegeven wat de biobased content is en dat het gebruikte materiaal van duurzame herkomst is.
Verificatie
De inschrijver kan worden gevraagd om certificaten te overhandigen waaruit blijkt dat biobased materiaal is gebruikt. Bekende certificaten zijn Vincotte, OK biobased en DIN biobasiert. Een rapport dat is opgesteld door een onafhankelijke derde, dat aantoont dat het gebruikte materiaal biobased is, voldoet ook. De biobased content kan worden bepaald met de ASTM D6866 methode of gelijkwaardig. Met het NTA 8080-certificaat kunnen inschrijvers aantonen dat de biomassa die is gebruikt van duurzame herkomst is.
Bepalingsmethode duurzaamheid (biobased) producten
Voorbeeld 1
Milieuprestatie GWW-werken
(bron: MVI documenten PIANOo)Naarmate de milieubelasting, berekend met een milieugerichte levenscyclusanalyse en uitgedrukt in MKI-waarde, lager is dan [XX] wordt de inschrijving hoger gewaardeerd. De LCA dient uitgevoerd te zijn conform de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW (grond-, weg- en waterbouw)-werken (gebaseerd op onder andere de EN 15804), zie voor actuele versie www.milieudatabase.nl.
Toelichting
Het standaard LCA-instrument binnen de Aanpak Duurzaam GWW is DuboCalc. DuboCalc is een LCA-instrument conform voornoemde Bepalingsmethode.
Verificatie
De inschrijver kan worden gevraagd om de aangeboden milieuprestatie te onderbouwen. DuboCalc biedt de mogelijkheid om een rapportage voor onderbouwing mee te leveren.
Voorbeeld 2
CO2-footprint geotextiel
(bron: Guidance bio-based products in procurement EASME)De CO2-footprint van de grondstof die tijdens de fabricage van het geotextiel wordt gebruikt, moet lager zijn dan de CO2-footprint van een geschikt alternatief.
Toelichting
De CO2-footprint van de grondstof moet uitgevoerd worden conform ISO 14067 of een gelijkwaardige standaard. Een voorbeeld van een alternatieve grondstof is polypropyleen.
Verificatie
De inschrijver verstrekt informatie over de gebruikte grondstoffen en de resultaten van de CO2-footprint, die worden bepaald volgens ISO 14067 of een gelijkwaardige standaard. De vergelijking met de alternatieve grondstof wordt in het rapport opgenomen, evenals de motivatie voor de keuze van het alternatief.
Biodegradeerbaarheid/composteerbaarheid van producten
Voorbeeld 1
Biobased materialen voor Smeeroliën
(bron: MVI documenten PIANOo)Smeeroliën
Onder meer:
d. Het koolstofgehalte uit hernieuwbare grondstoffen moet ≥ 45 % zijn.
e. De cumulatieve massaconcentratie van aanwezige stoffen die zowel niet biologisch afbreekbaar als bio-accumulatief zijn, mag niet meer dan 0,1 gewichtsprocent bedragen.
Verificatie
De inschrijver kan worden gevraagd de technische gegevens over de smeermiddelen te verstrekken. Producten met een relevante Type I-milieukeur die aan de opgesomde criteria beantwoordt, worden geacht te voldoen. Andere gepaste vormen van bewijs, zoals een technisch dossier of een keuringsrapport van een onafhankelijke instantie, worden ook aanvaard. Producten met het Europese Ecolabel voldoen in ieder geval aan de gestelde eisen a t/m e.
Op http://www.rvo.nl/sites/default/files/2014/12/Olielijst is een lijst beschikbaar van oliën en vetten die voldoen aan de eisen van het Europese Ecolabel.
Voorbeeld 2
Composteerbaarheid voor industriële of thuiscompostering
(bron: Guidance bio-based products in procurement EASME)De <PM> moeten composteerbaar zijn bij de thuis- of industriële composteringsomstandigheden (geselecteerd door de aanbieder).
Toelichting
Alle materialen die in <PM> worden gebruikt, moeten composteerbaar zijn in overeenstemming met EN 13432:2000 of een gelijkwaardige standaard. Bij thuiscompostering kan de Franse norm 'NF T51-800: 2015-11: Plastics - Specificaties voor kunststoffen die geschikt zijn voor thuiscompostering' gebruikt worden. Deze standaard is gebaseerd op EN 13432, maar heeft de timing voor de biologische afbreekbaarheid en de temperatuur waarmee de afbraak moet plaatsvinden aangepast aan de huiscomposteringsomstandigheden. De fabrikant kan ook bewijs leveren over het naleven van EN 13432 en een uitleg leveren op de testprocedure die wordt toegepast om de biologische afbreekbaarheid te bepalen onder de composteringsomstandigheden van de thuis situatie.
Verificatie
Producten die beschikken over een relevant label en aan de genoemde eisen voldoen, worden geschikt geacht. Een technisch dossier van de fabrikant of een testrapport dat aantoont dat aan deze eisen is voldaan, wordt ook geaccepteerd. De volgende labels voldoen aan de EN 13432:2000 norm (geschikt voor thuiscompostering) en kunnen worden gebruikt voor verificatie: Vincotte: OK composteerbaar, Din Certo: DIN Geprüft composteerbaar, Blauer Angel: weil compostierbar.
De (afwezigheid van) schadelijke stoffen
Coatings met vermindert VOC-gehalte
(bron: Guidance bio-based products in procurement EASME, gebaseerd op het EU Ecolabel)Het maximumgehalte aan Vluchtige Organische Verbindingen (VOC's) en Semi-Vluchtige Organische Verbindingen (SVOC's) mag niet hoger zijn dan de grenzen die in tabel 3 van het besluit van de Europese Commissie van 28 mei 2014 'Milieucriteria voor de toekenning van de EU Ecolabel voor binnen- en buitenverf en lak' (2014/312/EU) staan vermeld.
Toelichting
Het gehalte aan VOC's en SVOC's moet worden bepaald voor het 'ready-to-use product' en behoort alle aanbevolen toevoegingen, zoals kleurstoffen en/of verdunners te bevatten. Het VOC gehalte wordt bepaald door de berekening op basis van de ingrediënten en grondstoffen, of door gebruik te maken van de methoden die zijn gegeven in ISO 11890-2:2013 (Verf en lak - Bepaling van de Vluchtige Organische Verbinding (VOC) - Deel 2: Gaschromatografische methode). Voor producten met een VOC gehalte van minder dan 1,0 g/l kan gebruik gemaakt worden van de methoden die zijn gegeven in ISO 17895:2005 (Verf en lak - Bepaling van het gehalte aan Vluchtige Organische Verbindingen van low-VOC emulsieverf (ingeblikt VOC)). Het SVOC gehalte wordt bepaald volgens de methode gepresenteerd in ISO 11890-2. De markers uit tabel 4 worden gebruikt als basis voor het afbakenen van de resultaten van de gaschromatografie voor SVOC's. Bij producten die zowel binnen als buiten gebruikt worden, geldt de strengste SVOC grenswaarde voor de binnen verf.
Verificatie
Producten die beschikken over een relevant label en aan de genoemde eisen voldoen, worden geschikt geacht. De aanvrager moet voor het VOC-gehalte van het 'ready-to-use product' zorgen, door een testrapport te leveren volgens de methoden die zijn gegeven in ISO 11890-2 of ISO 17895, dit rapport toont aan dat de naleving of conformiteitsverklaring wordt ondersteund door berekeningen die zijn gebaseerd op de verfbestanddelen en grondstoffen. De aanvrager moet voor de SVOC-gehalte van het 'ready-to-use' product een testrapport volgens de methode van ISO 11890-2 of een conformiteitsverklaring die wordt ondersteund door berekeningen op basis van de verfbestanddelen en grondstoffen.
Terug naar: Hoe biobased inkopen