UEA mag alsnog ingediend worden (week 18)
UEA | uitsluitingsgronden
Bij een aanbesteding van de gemeente Arnhem voor asfalt- en elementenverharding wordt eiseres uitgesloten omdat het UEA van eiseres ontbreekt. De rechter stelt dat het pdf-document met het UEA van [eiseres] op 25 februari 2021 om 09.41 uur geheel ingevuld en ondertekend klaarstond om bij de inschrijving in te dienen. Volgens de rechter valt op geen enkele manier te vrezen dat er, door het alsnog indienen van het UEA ná het sluiten van de inschrijvingstermijn, door [eiseres] wijzigingen in de inschrijving zouden kunnen worden aangebracht. De mededinging wordt dus niet verstoord indien [eiseres] alsnog de gelegenheid wordt geboden om het ontbrekende UEA in te dienen met als doel het door de gemeente geconstateerde gebrek in de inschrijving te herstellen. (noot redactie: dit is een rechtszaak uit 2021 die nu pas gepubliceerd is) (ECLI:NL:RBGEL:2021:8248, Rechtbank Gelderland, Datum uitspraak 11 juni 2021, Datum publicatie 29 april 2025)
Feiten en omstandigheden
Op 19 januari 2021 heeft de gemeente Arnhem een aanbestedingsleidraad voor asfalt- en elementenverharding gepubliceerd. Op 25 februari 2021 om 10.00 uur sloot de inschrijvingstermijn van de aanbesteding. [eiseres] heeft tijdig op de aanbesteding ingeschreven. Op 2021 heeft [eiseres] via [bedrijf 2] een door de gemeente ondertekende EMVI-beoordeling ontvangen met een overzicht van de economisch meest voordelige inschrijving. In het overzicht staat [eiseres] op nummer 1. Op 19 maart 2021 heeft de gemeente [eiseres] bericht dat haar inschrijving als ongeldig wordt uitgesloten van verdere deelname aan de aanbestedingsprocedure, omdat bij controle van de aanbestedingstukken is gebleken dat de inschrijving van [eiseres] tweemaal het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) van [bedrijf 1] bevat en dat het UEA van [eiseres] ontbreekt. [eiseres] vindt dat de inschrijving die zij heeft gedaan niet ongeldig is. Het oordeel van de rechter:
SAG en Manova
“Bij de beoordeling van dit geschil staat voorop dat de verplichtingen van een aanbestedende dienst om inschrijvers op gelijke en niet-discriminerende wijze te behandelen, er niet aan in de weg staan dat, in uitzonderlijke gevallen, de inschrijvingen gericht kunnen worden verbeterd of aangevuld, met name omdat deze klaarblijkelijk een eenvoudige precisering behoeven, of om kennelijke materiële fouten recht te zetten, mits deze wijziging er niet toe leidt dat in werkelijkheid een nieuwe inschrijving wordt voorgesteld (HvJ EU 29 maart 2012, zaak C-599/10 (SAG), rov. 40). Het maken van een dergelijke uitzondering is echter uitgesloten ingeval van ontbrekende informatie die op straffe van uitsluiting moet worden verstrekt (HvJ EU 10 oktober 2013, zaak C-336/12 (Manova) r.o. 40). Ten slotte mag de herstelmogelijkheid alleen betrekking hebben op stukken waarvan objectief kan worden vastgesteld dat zij dateren van voor het einde van de inschrijvingstermijn.”
ARW slaat op gebrek in UEA en niet op ontbreken UEA
“Met inachtneming van het voorgaande is het niet onder alle omstandigheden uitgesloten dat een inschrijver na het sluiten van de inschrijvingstermijn in het kader van eenvoudig herstel alsnog een UEA kan overleggen. In dit verband moet worden geconstateerd dat de Aanbestedingsleidraad nergens expliciet bepaalt dat het niet indienen van het UEA leidt tot uitsluiting. Op zichzelf is juist dat artikel 21.1.6 ARW naar de letter enkel betrekking heeft op een gebrek in het UEA en dat er niet met zoveel woorden staat dat het algeheel ontbreken van het UEA kan worden hersteld, maar voor zo een letterlijke toepassing dat onder geen enkele omstandigheid het ontbreken van het UEA kan worden hersteld, is geen grond. In het onderhavige geval doen zich bijzondere omstandigheden voor die met zich brengen dat aan [eiseres] gelegenheid moet worden geboden alsnog het UEA in te dienen om het door de gemeente geconstateerde gebrek in de inschrijving te herstellen.”
UEA stond op tijd klaar in telefoon inschrijver
“Daartoe wordt overwogen dat [eiseres] voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij het UEA van [eiseres] vóór de sluiting van de inschrijvingstermijn geheel ingevuld en ondertekend als pdf-document had klaarstaan om bij haar inschrijving in te dienen. Genoegzaam gebleken is dat het UEA van [eiseres] in de vorm van een pdf-document in de computer van [eiseres] klaarstond. Ter zitting is door de bestuurder van [eiseres] , [naam 1] , een pdf-document getoond op zijn mobiele telefoon van de datum 25 februari 2021, 09.41 uur. Daaruit viel, met inachtneming van alle beperkingen, op te maken dat dit een volledig opgemaakt en ondertekend UEA betreft dat voor het laatst is gewijzigd op voormelde datum en tijd. Er is geen enkele aanwijzing om aan te nemen dat [eiseres] het pdf-document in het kader van deze procedure op de een of andere manier heeft gemanipuleerd. Op grond van het een en ander moet het er voor worden gehouden dat dit pdf-document, het UEA van [eiseres] , op 25 februari 2021 om 09.41 uur geheel ingevuld en ondertekend klaarstond om bij de inschrijving in te dienen, aldus vóór het sluiten van de inschrijvingstermijn op 25 februari 2021 om 10.00 uur. Daarvan uitgaande valt op geen enkele manier te vrezen dat er, door het alsnog indienen van het UEA ná het sluiten van de inschrijvingstermijn, door [eiseres] wijzigingen in de inschrijving zouden kunnen worden aangebracht ten opzichte van de inschrijving van vóór de sluiting van de inschrijvingstermijn. Nu er in het onderhavige geval aldus geen sprake is van de situatie waarin na de sluiting van de inschrijvingstermijn een UEA wordt ingediend dat eerst na sluiting van de termijn is ingevuld en ondertekend, kan de mededinging er niet door worden verstoord indien [eiseres] thans alsnog de gelegenheid wordt geboden om het ontbrekende UEA, die aldus dateert van vóór de sluiting van de inschrijvingstermijn, in te dienen met als doel het door de gemeente geconstateerde gebrek in de inschrijving te herstellen.”
(VdLC publishers/consultants BV, 8 mei 2025)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl