Valse verklaring had moeten leiden tot uitsluiting (week 16)
Valse verklaring | uitsluitingsgronden
Landstede heeft een aanbesteding gepubliceerd voor het verzorgen van busvervoer van leerlingen/studenten. DVG is op de tweede plek geëindigd. DVG vindt dat Gebo moet worden uitgesloten van deze aanbesteding vanwege het verzwijgen van een eerdere ‘valse verklaring’. De rechter is van oordeel dat Landstede in redelijkheid niet heeft kunnen komen tot (voorlopige) gunning aan Gebo. Landstede had Gebo moeten uitsluiten, nu Gebo in strijd met de waarheid heeft verklaard dat de uitsluitingsgrond valse verklaring niet op haar van toepassing is, hetgeen een nieuwe valse verklaring oplevert. (ECLI:NL:RBOVE:2025:2152, Rechtbank Overijssel, Datum uitspraak 8 april 2025, Datum publicatie 16 april 2025)
Feiten en omstandigheden
Landstede heeft een aanbesteding gepubliceerd ten behoeve van het verzorgen van busvervoer van leerlingen/studenten van Landstede. DVG is op de tweede plek geëindigd. Gebo heeft de winnende inschrijving gedaan en Landstede is voornemens de opdracht aan haar te gunnen. DVG is dit kort geding gestart omdat volgens haar Gebo moet worden uitgesloten van deze aanbesteding vanwege het verzwijgen van een eerdere ‘valse verklaring’. Zij vordert – kort gezegd – intrekking van de voorlopige gunningsbeslissing en gunning aan haar danwel heraanbesteding. De voorzieningenrechter is van oordeel dat zowel Gebo als Landstede zich niet heeft gehouden aan de aanbestedingsrechtelijke spelregels. Gebo heeft in de onderhavige aanbestedingsprocedure opnieuw een valse verklaring afgelegd en Landstede had Gebo om die reden moeten uitsluiten van de onderhavige aanbesteding. De voorzieningenrechter zal een deel van de vorderingen van DVG toewijzen. De rechter zegt:
Professionele partij
“Gebo wist, althans kon redelijkerwijs weten en behoorde te weten dat op het moment van inschrijven de uitsluitingsgrond valse verklaring op haar van toepassing was, omdat zij in een eerdere aanbesteding was uitgesloten wegens een valse verklaring. Gebo moet voorts geacht worden als professionele partij te hebben kunnen begrijpen, dat die regel in een aanbestedingsprocedure van essentieel belang is ter bescherming van een eerlijke concurrentie tussen de inschrijvers.”
Zware sanctie
“De sanctie van uitsluiting is een zware sanctie, maar niet zonder reden. Aanbestedende diensten moeten er immers vanuit kunnen gaan dat de aanbestedingsdocumenten door inschrijvers naar waarheid worden ingevuld (daar tekent een inschrijver ook voor). Het niet sanctioneren van het indienen van valse verklaringen werkt favoritisme of willekeur in de hand. Dat is in strijd met de aanbestedingsrechtelijke beginselen. Er moet sprake zijn van een gelijk speelveld voor alle inschrijvers. Het is aan de aanbestedende dienst om dat te waarborgen en te bewaken.”
Vrees voor uitsluiting bij andere aanbestedingen
“Daar komt bij dat de vrees van Gebo dat zij automatisch zal worden uitgesloten van (toekomstige) aanbestedingen (Gebo heeft ter zitting verklaard dat zij bij vijf andere uitgeschreven aanbestedingen ook geen melding heeft gemaakt van de eerdere valse verklaring uit angst voor uitsluiting) wanneer zij verklaart dat de uitsluitingsgrond valse verklaring op haar van toepassing is, zonder reden is. Op grond van artikel 2.87a lid 1 Aw dient een aanbestedende dienst, een inschrijver waarop een uitsluitingsgrond van toepassing is, in de gelegenheid te stellen om aan te tonen dat hij voldoende maatregelen heeft genomen om zijn betrouwbaarheid aan te tonen. Als de aanbestedende dienst dat bewijs toereikend acht dan wordt de betrokken inschrijver niet uitgesloten.”
Geen plaats voor proportionaliteitstoets
“Hoewel Landstede Gebo de gelegenheid heeft gegeven om haar betrouwbaarheid aan te tonen, had Landstede dat in de gegeven omstandigheden niet mogen en/of moeten doen. Wegens het door Gebo in strijd met de waarheid verklaren dat de uitsluitingsgrond valse verklaring niet op haar van toepassing is, is voor toepassing van een proportionaliteitstoets (reeds) om die reden geen plaats. Een beoordeling van de stellingen die partijen hebben ingenomen over de motivering van Landstede over de betrouwbaarheid van Gebo gelet op de eerdere valse verklaring, kan dan ook achterwege blijven.”
Betrouwbaarheid
“Het is, tot slot, aan de aanbestedende dienst en niet aan een inschrijver, om (al dan niet na gelegenheid om aan te tonen dat hij betrouwbaar is), de betrouwbaarheid van de inschrijver te beoordelen. Gebo is met haar houding ‘dat er volgens haar in de aanbesteding [bedrijf] in 2022 geen sprake was van een ‘in ernstige mate schuldig maken aan een valse verklaring’, op de stoel van de aanbestedende dienst gaan zitten.”
Gebo had uitgesloten moeten worden
“De voorzieningenrechter is dan ook van oordeel dat Landstede in redelijkheid niet heeft kunnen komen tot (voorlopige) gunning aan Gebo. Landstede had Gebo moeten uitsluiten, nu Gebo in strijd met de waarheid heeft verklaard dat de uitsluitingsgrond valse verklaring niet op haar van toepassing is, hetgeen een nieuwe valse verklaring oplevert. Zowel Landstede als Gebo heeft zich niet aan de aanbestedingsrechtelijke spelregels gehouden.”
(VdLC publishers/consultants BV, 23 april 2025)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl