Social return in de praktijk
De wijze van invulling van de social return verplichting en de uitvoering van de social return aanpak wordt lokaal vaak verder ingekleurd. Veel gemeenten hebben hiervoor social return beleid voor opgesteld. Voor uw keuze in de uitwerking van social return, moet u met meerdere punten rekening houden. Hierbij kunt u onder meer denken aan het vooraf bepalen in welke opdrachten u social return wilt inzetten en het na gunning concrete invulling geven aan de verplichting middels werkafspraken.
Social return beleid
Social return bij het Rijk
Social return bij andere overheden
Inzet social return
Invulling social return verplichting
Waardering invulling social return
Monitoring social return verplichting
Coördinatie social return aanpak
Regionale samenwerking social return
Volgens de PIANOo-vakgroep Aanbestedingsrecht voldoen niet alle vormen aan de kaders van de Aanbestedingswet 2012.
Visie: Social return
Social return beleid
Er is geen landelijk uniform social return beleid. Gemeenten ontwikkelen zelf een beleidskader dat aansluit bij de wensen, doelen en ambities van de gemeente. Een effectief en eenduidig beleidskader zorgt ervoor dat social return structureel geborgd wordt binnen de organisatie en dat er duurzaam werk gemaakt wordt van sociaal ondernemen. De inzet van social return, en met name de invulling van de verplichting, is aan verandering onderhavig. Sommige overheden experimenteren met de invulling van social return, niet alleen om te kijken hoe de impact vergroot kan worden maar ook om te onderzoeken hoe ongewenste effecten zoals bijvoorbeeld verdringing op de arbeidsmarkt tegen gegaan kan worden.
Social return bij het Rijk
De Rijksoverheid hanteert in haar inkoopbeleid 2 varianten van SROI.
- Per 1 januari 2018 - Nieuwe werkwijze
De nieuwe werkwijze SROI (per 1 januari 2018) waarin er meer ruimte is voor een vormvrijere invulling en maatwerk.
- Per 1 juli 2011 - Klassieke werkwijze
De klassieke uitvoeringsvariant SROI (per 1 juli 2011).
Wanneer niet voor de nieuwe werkwijze wordt gekozen blijft de oude klassieke uitvoeringsvariant SROI van kracht.
Social return bij andere overheden
Verschillende overheden hebben de doelstelling om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt middels hun aanbestedingsbeleid aan het werk te krijgen. Dit gebeurt op uiteenlopende wijze. Hier zijn meerdere praktijkvoorbeelden van. De handreiking Social return van de Verenging van Nederlandse Gemeenten (VNG) schetst de mogelijkheden voor gemeenten voor beleid, uitvoering, monitoring en regionale samenwerking op het gebied van social return.
Inzet social return
U kunt vooraf bepalen in welke opdrachten u social return wil inzetten. Hiermee kunt u rekening houden met het type opdracht (diensten, werken of leveringen), de waarde van de opdracht, de duur van de opdracht en de categorieën die als kansrijk worden beschouwd. Uiteraard dient u hierbij het aanbestedingsrechtelijke kader in rekening te nemen, zoals de proportionaliteit.
Toepassing social return
In principe kan social return toegepast worden bij zowel werken, leveringen als diensten. Sommige overheden passen social return niet toe bij leveringen, vanwege de lage arbeidscomponent. De hoogte van het drempelbedrag om social return op te nemen verschilt sterk. Veelal is dit de Europese drempel voor leveringen en diensten. Bij sommige overheden ligt deze drempel lager. Verder bieden overheden vaak ook ruimte voor afwijkingen op beleid, bijvoorbeeld voor kansrijke opdrachten onder de drempel. Ook kan het bij langlopende opdrachten makkelijker zijn om arbeidsplekken te realiseren. Evenwel zien sommige overheden ook bij kortlopende opdrachten kansen voor sociale impact. Er zijn categorieën te onderscheiden waarin social return het meest kansrijk, bijvoorbeeld in de zorg (Wmo), de groenvoorziening, de schoonmaak, de catering en de bouw.
Invulling social return verplichting
Na gunning kunnen over de concrete invulling van de verplichting werkafspraken gemaakt worden tussen opdrachtnemer en opdrachtgever. Deze werkafspraken maken deel uit van het contract. Duurzame plaatsing van de kandidaten is hierbij het streven. Opdrachtgever en opdrachtnemer kunnen ervoor kiezen deze nadere invulling gezamenlijk in afstemming verder vorm te geven. Sommige overheden bieden hierbij ruimte voor een pragmatische en (verregaande) maatwerkinvulling. Daarbij bieden sommige overheden de mogelijkheid om niet alleen kandidaten met een afstand tot de arbeidsmarkt op de uitvoering van de opdracht in te zetten, maar bijvoorbeeld ook binnen de bedrijfsvoering van de opdrachtnemer.
Plaatsing niet mogelijk
Wanneer plaatsing van een kandidaat uit de doelgroep niet mogelijk is (er is geen mogelijkheid voor plaatsing of er is geen geschikte kandidaat), bieden sommige overheden de ruimte een alternatieve invulling te geven door het uitvoeren van sociale of MVO-activiteiten. Dit zijn bijvoorbeeld workshops of trainingen aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. In sommige gevallen gaat dit maatwerk nog verder en wordt bijvoorbeeld gekeken wat bij individuele aanbestedingen haalbaar en redelijk is, afhankelijk van onder meer de opdracht, de sector, de arbeidsmarkt en de conjunctuur. De voorwaarde uit de Aanbestedingswet 2012 dat de invulling van social return verband met het voorwerp van de opdracht lijkt hierbij soms te worden losgelaten. Kenmerkend van een alternatieve invulling is dat er hierdoor meer mogelijkheden zijn om de social return verplichting in te vullen, ook voor bijvoorbeeld MKB bedrijven.
Praktijkvoorbeeld: Sociale impact maximaliseren: proeftuin social return
Waardering invulling social return
Om de waarde van de ingezette werkzaamheden binnen de social return verplichting te bepalen wordt door sommige gemeenten en (arbeidsmarkt)regio’s gebruik gemaakt van de Bouwblokkenmethode, al dan niet in combinatie met de Prestatieladder Sociaal Ondernemen (PSO). Ook kunnen hiervoor de daadwerkelijke kosten van de inzet (zoals salariskosten, begeleidingskosten) of vaste uurtarieven die op basis van werkelijke ingezette uren geregistreerd worden.
Bouwblokkenmethode
Dit is een methode die kan helpen bij het vaststellen van de waarde van de social return invulling en bij de monitoring hiervan. Bij deze methode wordt vastgesteld welke financiële waarde een social return inspanning vertegenwoordigd. Geadviseerd wordt deze waarde een afspiegeling te laten zijn van de kosten die de opdrachtnemer maakt bij de inzet van de kandidaat of de activiteiten. Ook worden verschillende certificeringssystemen soms opgenomen als bouwblok, zoals de verschillende PSO treden.
Overheden bepalen zelf de hoogte van de waardes, de invulling van de blokken (welke doelgroepen bijvoorbeeld) en eventuele aanvullende voorwaarden. Het bepalen van de waardes van de blokken geeft gemeente een mogelijkheid om eventueel te ‘sturen’, en bijvoorbeeld rekening te houden met de arbeidsmarktsituatie en/of de economische situatie. Ook worden er in sommige gevallen bonussen toegevoegd, bijvoorbeeld wanneer een persoon een vast contract krijgt of er een medewerker van boven de 50 jaar wordt aangenomen. Voordeel van deze methode is dat de opdrachtnemer zelf een pakket met verschillende social return bouwblokken kan samenstellen die uiteindelijk de waarde van het afgesproken percentage van de opdrachtsom representeert. Dat geeft opdrachtnemer relatief meer vrijheid bij de invulling social return.
Voorbeeld: VNG-Handreiking Social return (bladzijde 13)
Visie vakgroep aanbestedingsrecht: Social return
Prestatieladder Sociaal Ondernemen
De Prestatieladder Sociaal Ondernemen (PSO) is een meetinstrument en keurmerk dat de mate van sociaal ondernemen van een leverancier inzichtelijk maakt. Het geeft dus de realisatie van sociaal ondernemen weer, niet de nieuwe inzet. De ladder bestaat uit 3 treden en aspirant status. Organisaties kunnen groeien op de PSO als zij werkgelegenheid bieden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en/of aantoonbaar sociaal inkopen. Het keurmerk ontvangen bedrijven na certificering. Hier zijn voor bedrijven kosten aan verbonden.
Sommige overheden bieden de PSO aan als een alternatieve invulling van de social return verplichting of een PSO trede als bouwblok. Afhankelijk van de behaalde trede wordt geheel voldaan aan de verplichting of wordt een korting op de verplichting gegeven (bijvoorbeeld 10, 25 of 50% korting bij respectievelijk trede 1,2 of 3).
Toepassing bij opdrachten onder de Europese drempel wordt door sommige gemeenten momenteel als volgt toegepast:
- als voorwaarde voor het sluiten van een overeenkomst bij enkelvoudige onderhandse gunning als er geen aanbestedingsprocedure is.
- als selectiecriterium voor plaatsing op de shortlist van organisaties die benaderd worden bij een meervoudig onderhandse aanbesteding.
- als criterium voor het bepalen van de winnende inschrijving bij een onderhandse aanbesteding.
De PSO vraagt in de praktijk om minder ambtelijke capaciteit, omdat met de PSO zelf geen kandidaten hoeven te worden gecontroleerd. Overheden hanteren de PSO ook om sociaal ondernemen in brede zin te stimuleren. Opdrachtnemers, die al duurzame prestaties laten zien op het gebied van social return en Sociaal ondernemen, worden op deze wijze beloond of erkend voor deze inspanningen (en niet gestraft door nog een extra social return verplichting die geldt voor andere bedrijven).
Visie vakgroep aanbestedingsrecht: Social return
Monitoring social return verplichting
Contractmanagement op social return is in de praktijk niet altijd even goed belegd. In veel gevallen wordt de projectleider van de aanbesteding of contractmanager verantwoordelijk geacht voor het toezicht op de uitvoering van de social return afspraken en eventuele monitoring van de sociale impact. Sommige overheden maken voor dit contractmanagement gebruik van een digitaal rapportagesysteem. In dit rapportagesysteem wordt de voortgang vastgelegd. Dit maakt de social return activiteiten zichtbaar en biedt opdrachtnemers een manier om te rapporteren.
Coördinatie social return aanpak
Sommige overheden beschikken over social return adviseurs of coördinatoren waar coördinatie en monitoring van social return belegd is. Het verschilt welke taken belegd worden bij deze functies.
Coördinatoren ondersteunen of begeleiden het social return proces, bijvoorbeeld in de voorbereidingsfase van de aanbesteding adviseren zij over het opnemen van de social return verplichting en na de aanbesteding begeleiden zij in het matchen van kandidaten en opdrachtnemer. Er zijn ook marktpartijen die kunnen helpen bij het matchen van kandidaten en bij het verder invullen van de social return verplichting.
Grotere organisaties beschikken over coördinatiepunten of projectbureaus social return. Hier werken de adviseurs/coördinatoren samen om vorm te geven aan de toepassing, invulling en monitoring.
Document: Leidraad social return Amsterdam
Regionale samenwerking social return
Sommige overheden werken in een regionaal samenwerkingsverband aan de uitvoering van social return. In deze samenwerkingsverbanden zitten niet alleen overheden maar ook ketenpartners zoals arbeidsmarktregio’s, werkgeversservicepunten, UWV, SW-bedrijven en marktpartijen. Een gezamenlijk regionaal social return beleid draagt bij aan de uniformiteit. Hierdoor is het voor potentiële opdrachtnemers duidelijker waar zij aan moeten voldoen.