Integrale Circulaire Economie Rapportage 2023
De Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER 2023) schetst de voortgang van de transitie naar een circulaire economie in Nederland. Het PBL schrijft dit rapport op verzoek van het kabinet eens in de 2 jaar. De eerste versie van de ICER is begin 2021 verschenen. De ICER 2023 is in samenwerking met andere kennisinstellingen gemaakt. (januari 2023)
De Nederlandse regering wil in 2050 een volledig circulaire economie bereiken en in 2030 de hoeveelheid primaire abiotische grondstoffen halveren. Het kabinet ziet monitoring als een belangrijk instrument om de voortgang van de transitie te kunnen volgen. Deze rapportage is bedoeld als kennisbasis voor het maatschappelijke en politieke debat over de transitie naar een circulaire economie.
De informatie in dit rapport presenteert zowel fysieke trends in het Nederlandse gebruik van grondstoffen en de effecten ervan voor milieu en leveringszekerheid, als de activiteiten die bedrijven, burgers en beleid ondernemen om de transitie te versnellen. Naast de stand van zaken van de transitie naar een circulaire economie in Nederland bevat de ICER ook handvatten om de transitie te versnellen.
Grondstoffengebruik en effecten
De ICER 2023 geeft zicht op internationale en nationale trends in het grondstoffengebruik en de milieu- en sociaaleconomische effecten die daaruit volgen. Dit gaat over zowel de hoeveelheid grondstoffen die wordt ingezet en gebruikt, als de hoeveelheid afval die na afdanken van producten en materialen vrijkomt. Maar het gaat ook over de effecten die het grondstoffengebruik heeft voor klimaat, biodiversiteit, vervuiling naar lucht, water en bodem, en leveringszekerheid.
De ICER 2023 laat onder andere zien dat voor Nederland de totale hoeveelheid grondstoffen die nodig was voor de Nederlandse economie en onze consumptie tussen 2018 en 2020 is afgenomen. Maar deze afname kwam vrijwel geheel door de lockdown tijdens de coronatijd. Zo heeft de daling in het woon-werkverkeer tijdens deze periode geleid tot een afname in het gebruik van fossiele energiedragers, maar die daling is niet structureel. Voor het gebruik van mineralen en metalen is geen duidelijke daling te zien.