Advies A-G aan het EU-hof naar aanleiding van prejudiciele vragen (derde landen)
Voor wat marktdeelnemers uit derde landen betreft, kunnen alleen die marktdeelnemers die zijn gevestigd in een land dat partij is bij de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (GPA) van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) of bij een andere internationale overeenkomst inzake het plaatsen van overheidsopdrachten waardoor de EU is gebonden, zich beroepen op bepalingen van de EU-aanbestedingsrichtlijn. Dat is het advies van advocaat-generaal Collins aan het EU-Hof naar aanleiding van prejudiciële vragen van de Kroatische rechter.
Achtergrond
Een Kroatische rechterlijke instantie heeft via prejudiciële vragen het EU-Hof verzocht om verduidelijking van de omstandigheden waarin aanbestedende diensten na het verstrijken van de indieningstermijn om correctie of verduidelijking van inschrijvingen van inschrijvers kunnen verzoeken.
Conclusie A-G
Het gaat om de conclusie van advocaat-generaal (hierna: A-G) Collins van 7 maart 2024 in de zaak C-652/22 (Kolin). In zijn conclusie onderzoekt A-G Collins eerst de ontvankelijkheid van de verwijzing. Hij merkt op dat, wat marktdeelnemers uit derde landen betreft, alleen die marktdeelnemers die zijn gevestigd in een land dat partij is bij de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (GPA) van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) of bij een andere internationale overeenkomst inzake het plaatsen van overheidsopdrachten waardoor de EU is gebonden, zich kunnen beroepen op bepalingen van de EU-aanbestedingsrichtlijn 2014/25. Aangezien Kolin niet in een dergelijk land is gevestigd, kan zij volgens de A-G niet deelnemen aan een procedure voor het plaatsen van overheidsopdrachten waarop de aanbestedingsrichtlijn van toepassing is, en kan zij zich derhalve voor de rechterlijke instanties van de lidstaten niet op de bepalingen van die richtlijn beroepen.
Lees het volledige artikel op ecer.minbuza.nl.
Meer informatie
Dossier: Aanbesteden en derde landen
Dossier: Government Procurement Agreement (GPA)
C-652/22: Verzoek om prejudiciele beslissing november 2022