Besix niet benadeeld door mogelijke wezenlijke wijziging (week 10)
Wezenlijke wijziging
Besix heeft in opdracht van het Waterschap Aa en Maas een renovatie uitgevoerd van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RZWI) in ’s-Hertogenbosch. Er zijn geschillen over de uitvoering, onder andere over het feit of er sprake is van een wezenlijke wijziging. De rechter zegt dat het aanbestedingsrecht in dit geval niet strekt tot bescherming van de belangen van Besix. Het aanbestedingsrecht is er om een eerlijke mededinging te garanderen en op dat vlak is Besix niet benadeeld. Mogelijk zouden andere deelnemers aan de oorspronkelijke aanbesteding wel bezwaren kunnen hebben, maar daarvoor zouden zij dan niet Besix aanspreken, maar het Waterschap. (ECLI:NL:RBOBR:2024:699, Rechtbank Oost-Brabant, Datum uitspraak 21 februari 2024, Datum publicatie 1 maart 2024)
Feiten en omstandigheden
Besix heeft in opdracht van het Waterschap Aa en Maas een renovatie uitgevoerd van de RWZI, de rioolwaterzuiveringsinstallatie in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn geschillen over ontstaan.
In een uitvoerig tussenvonnis van 3 augustus 2022 heeft de rechtbank over een aantal geschilpunten een oordeel gegeven. Partijen hebben daarna aanvullende producties overgelegd en vervolgens heeft een tweede zittingsdag plaatsgevonden op 20 juni 2023. In zijn akte en ter zitting heeft het Waterschap zijn eisen nog op enkele onderdelen gewijzigd.
Ondertussen heeft de rechtbank bij tussenvonnis van 15 februari 2023 bepaald dat er een deskundigenonderzoek moet komen inzake de geurkwestie. De rechtbank heeft daarbij de vragen geformuleerd voor de twee te benoemen deskundigen. Dit vonnis is een vervolg op de tussenvonnissen van 3 augustus 2022 en 15 februari 2023. In dit vonnis komt ook een mogelijke wezenlijke wijziging aan de orde. Het oordeel van de rechter:
Vraag doet niet ter zake
“Het Waterschap heeft gesteld dat wijziging van de overeenkomst naar een Cbrondosering strijdig is met het aanbestedingsrecht en Besix heeft op haar beurt datzelfde gesteld met betrekking tot DB 2.0. Beiden leggen zij daaraan ten grondslag dat sprake is van een wezenlijke wijziging in het ontwerp. De rechtbank stelt vast dat de vraag of de ontwerpwijziging naar een Cbrondosering in strijd komt met het aanbestedingsrecht niet meer relevant is omdat Cbrondosering, zoals hiervoor is overwogen, geen reëel alternatief is gebleken. Ook voor DB 2.0 doet die vraag niet ter zake. Het is immers Besix die zich erop beroept dat (de uitvoering door haar van) DB 2.0 strijdig zou zijn met het aanbestedingsrecht, en niet het Waterschap. Het Waterschap wenst immers de uitvoering van DB 2.0.
Mogelijk wel relevant voor andere deelnemers aan de aanbesteding
“Aan Besix komt echter een dergelijk beroep niet toe. Het aanbestedingsrecht strekt in dit geval immers niet tot bescherming van de belangen van Besix. Het aanbestedingsrecht is er om een eerlijke mededinging te garanderen en op dat vlak is Besix niet benadeeld. Mogelijk zouden andere deelnemers aan de oorspronkelijke aanbesteding wel bezwaren kunnen hebben, maar daarvoor zouden zij dan niet Besix aanspreken, maar het Waterschap. Besix heeft dus geen rechtens relevant belang bij de beantwoording van de vraag of de uitvoering door haar van DB 2.0. in strijd komt met het aanbestedingsrecht, en daarom zal de rechtbank die vraag niet behandelen.”
(VdLC publishers/consultants BV, 13 maart 2024)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl