Ernstige beroepsfout aannemelijk gemaakt (week 15)
UEA | ernstige fout | vertrouwenwekkende maatregelen
Op 18 januari 2024 heeft het Waterschap Scheldestromen aan [eiser] laten weten dat haar inschrijving vanwege toepasselijkheid van uitsluitingsgronden van deelname aan de aanbestedingsprocedure is uitgesloten. De rechter vindt dat het Waterschap, gebruikmakend van haar beoordelingsvrijheid, aannemelijk heeft gemaakt dat [eiser] een ernstige beroepsfout heeft begaan en in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat de integriteit van [eiser] daardoor in twijfel kon worden getrokken. Dat [eiser] over een geldige GVA beschikt, betekent niet dat daarmee vaststaat dat zich geen uitsluitingsgrond kan voordoen. (ECLI:NL:RBZWB:2024:2333, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Datum uitspraak 29 maart 2024, Datum publicatie 9 april 2024)
Feiten en omstandigheden
[eiser] verzorgt onder andere voor diverse overheden in Nederland het transport van slib dat vrijkomt in rioolwaterzuiveringsinstallaties. Op 17 september 2023 heeft het Waterschap Scheldestromen de aankondiging voor de Europese aanbesteding voor het vervoeren van nat zuiveringsslib van en naar rioolwaterzuiveringsinstallaties op TenderNed gepubliceerd. Het Waterschap heeft drie inschrijvingen ontvangen, waaronder een inschrijving van [eiser]. [eiser] heeft bij haar inschrijving een “bijlage bij UEA [eiser] BV” gevoegd. Daarin is melding gemaakt van zes overtredingen van de Wet wegvervoer goederen die binnen de terugkijkperiode van drie jaar voorafgaand aan de aanbesteding tot een boete/transactie hebben geleid. In de bijlage is verder vermeld dat er binnen de terugkijkperiode geen strafrechtelijke veroordeling voor strafbare feiten is geweest. Wel zijn er diverse (bestuursrechtelijke) boetes opgelegd voor feiten binnen de terugkijktermijn van drie jaar. Tegen sommige hiervan loopt bezwaar, tegen andere boetes heeft [eiser] geen bezwaar ingediend, aldus de bijlage. Op 4 oktober 2023 heeft [eiser] een Gedragsverklaring Aanbesteden (GVA) ontvangen. In de GVA is onder andere opgenomen dat er geen bezwaren zijn tegen de betrokken rechtspersoon en tegen de bij de rechtspersoon betrokken natuurlijke personen voor inschrijving op overheidsopdrachten. Op 18 januari 2024 heeft het Waterschap aan [eiser] laten weten dat haar inschrijving vanwege toepasselijkheid van uitsluitingsgronden van deelname aan de aanbestedingsprocedure is uitgesloten en dat [eiser] niet voor gunning in aanmerking komt.
In dezelfde brief heeft het Waterschap [eiser] bericht voornemens te zijn de opdracht te gunnen aan [bedrijf]. [eiser] vordert dat de voorzieningenrechter het Waterschap gebiedt de beslissing van 18 januari 2024 in te trekken. Het oordeel van de rechter:
Beoordelingsvrijheid
“De voorzieningenrechter stelt voorop dat aan het Waterschap beoordelingsvrijheid toekomt voor wat betreft de vraag of er sprake is van een uitsluitingsgrond en of een inschrijver betrouwbaar is. Dit uitgangspunt volgt uit Europese jurisprudentie (zie bijvoorbeeld HvJ EU 19 juni 2019, ECLI:EU:C:2019:507, Meca- arrest). Het Hof van Justitie benadrukt dat het wordt overgelaten aan de aanbestedende dienst – en dus niet de nationale rechter – om te beoordelen of een ondernemer moet worden uitgesloten van een aanbestedingsprocedure. Het is in het bijzonder aan de aanbestedende dienst om de integriteit en betrouwbaarheid van een inschrijver te beoordelen. De beoordelingsvrijheid van het Waterschap betekent dat de voorzieningenrechter de beslissing van het Waterschap in deze zaak terughoudend moet beoordelen. Het Waterschap heeft geoordeeld dat sprake is van een ernstige beroepsfout waardoor de integriteit van [eiser] in twijfel kan worden getrokken. Alleen als het Waterschap in redelijkheid niet heeft kunnen komen tot dit oordeel mag de voorzieningenrechter ingrijpen.”
Niet alleen verkeerd invullen postcode
“Wat betreft de overtredingen van de meststoffenwetgeving overweegt de voorzieningenrechter als volgt. 2 overtredingen zijn begaan in februari 2023. In totaal 61 overtredingen zijn begaan in de periode van maart 2022 tot mei 2022. Deze 61 overtredingen zijn gebundeld afgedaan met bestuursrechtelijke boetes waarbij het (na bezwaar door [eiser] ) gaat om relatief lage bedragen, namelijk (vaak) van ongeveer 300 euro, met 2 uitschieters naar boven van 1.200 euro en 1.500 euro. Uit de beslissingen op bezwaar blijkt dat de overtredingen zagen op meerdere feiten, niet enkel op bijvoorbeeld het verkeerd invullen van een postcode.”
Realiteitszin
“[eiser] toont realiteitszin door aan te voeren dat binnen een onderneming van de omvang van [eiser] nu eenmaal fouten worden gemaakt, en dat waar mensen werken ook altijd fouten zullen blijven worden gemaakt. In het kader van de beoordeling of het Waterschap de overtredingen van de meststoffenwetgeving terecht heeft aangemerkt als een ernstige beroepsfout, kan dit [eiser] echter niet vrij pleiten. Feit blijft dat er overtredingen van meststoffenwetgeving zijn geconstateerd. Bovendien geldt dat als de omvang van een onderneming een factor van betekenis is, verwacht mag worden dat de RvO dit meeweegt in haar beslissing om al dan niet verscherpt toezicht in te stellen.”
Gedragsverklaring aanbesteden
“Dat [eiser] over een geldige GVA beschikt, betekent niet dat daarmee vaststaat dat zich geen uitsluitingsgrond kan voordoen. Uit artikel 4.7 Aw volgt dat de Minister van Veiligheid en Justitie in zijn beoordeling van de aanvraag om een gedragsverklaring aanbesteden uitsluitend gegevens met betrekking tot onherroepelijke veroordelingen en beschikkingen in de in het artikel genoemde categorieën betrekt. De overtredingen waar het in deze zaak om gaat worden daarin niet genoemd.”
Ernstige beroepsfout
“Het voorgaande leidt tot het oordeel van de voorzieningenrechter dat het Waterschap, gebruikmakend van haar beoordelingsvrijheid, aannemelijk heeft gemaakt dat [eiser] een ernstige beroepsfout heeft begaan en in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat de integriteit van [eiser] daardoor in twijfel kon worden getrokken. Met dit oordeel staat in dit kort geding vast dat er sprake is van de uitsluitingsgrond zoals genoemd in artikel 2.87 lid 1 sub c Aw. De andere uitsluitingsgrond die het Waterschap in haar gunningsbeslissing heeft opgenomen (artikel 2.87 lid 1 sub a Aw) behoeft daarmee geen bespreking meer.”
(VdLC publishers/consultants BV, 17 april 2024)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl