Stichting moest aanbestedingsprocedure gebruiken (week 45)
Subsidies | marktconformiteit | aanbestedingsregels
Op 15 augustus 2019 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid na een financiële controle 62.455 euro aan te veel uitbetaalde voorschotten van de Stichting ‘Wat we doen’ teruggevorderd. In hoger beroep zegt de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State o.a. dat de stichting de kosten van de medewerkers niet op juiste wijze heeft verantwoord. Omdat het ging om een opdracht met een financieel belang van meer dan 50.000 euro, moest de marktconformiteit hiervan worden aangetoond door ofwel een vergelijk van 3 offertes, ofwel een niet-openbare aanbestedingsprocedure ofwel een openbare aanbestedingsprocedure. (ECLI:NL:RVS:2025:5324, Raad van State, Datum uitspraak 5 november 2025, Datum publicatie 5 november 2025)
Feiten en omstandigheden
Op 15 augustus 2019 heeft de minister aan de stichting ‘Wat we doen’ op grond van de Subsidieregeling AMIF en ISF 2014-2020 een subsidie ten bedrage van 638.442 euro verleend voor het theaterproject ‘Hoe ik talent voor het leven kreeg’. De totale kosten van het project waren door de stichting begroot op 851.227 euro en aan de stichting is een voorschot van 510.753 euro betaald. Naar aanleiding van het verzoek van de stichting om de subsidie definitief vast te stellen heeft de minister een financiële controle uitgevoerd. De bevindingen hiervan zijn neergelegd in een verslag van bevindingen van 20 april 2022. Aan de hand van het verslag heeft de minister bij besluit van 25 april 2022 de subsidie van de stichting vastgesteld op 448.298 euro en 62.455 euro aan te veel uitbetaalde voorschotten van haar teruggevorderd. In hoger beroep zegt de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State o.a. het volgende:
Externe kosten
“Nu de kosten van de medewerkers als externe kosten dienen te worden aangemerkt, geldt dat de marktconformiteit van deze kosten moet worden aangetoond door een aanbestedingsprocedure. De stichting WAT WE DOEN wordt voor ruim 77% gesubsidieerd uit subsidies en van Newbees Inclusion Solutions bestaan de baten voor 94% uit publieke middelen. Een gesubsidieerde instelling is aanbestedingsplichtig wanneer deze valt onder de Aanbestedingswet 2012. Dat is hier aan de orde, waarbij geldt dat de kosten, die als één bedrag zijn gefactureerd, als één homogene opdrachtwaarde moeten worden aangemerkt. Het voorgaande betekent dat de stichting de kosten van de medewerkers niet op juiste wijze heeft verantwoord en dat deze kosten niet voor subsidie in aanmerking komen, aldus de minister.”
50.000 euro of meer
“Uit artikel 12, vijfde lid, van de subsidieregeling volgt dat voor opdrachten met een financieel belang van meer dan 20.000 euro de marktconformiteit moet worden aangetoond. Voor opdrachten tot 50.000 euro kan worden volstaan met een benchmarkprocedure. Voor opdrachten met een financieel belang van 50.000 euro of meer kan de marktconformiteit worden aangetoond door middel van een vergelijk van drie offertes, een niet-openbare aanbestedingsprocedure of een openbare aanbestedingsprocedure.”
Aanbestedingsprocedure
“Nu het aldus gaat om een opdracht met een financieel belang van meer dan 50.000 euro, moest de marktconformiteit hiervan worden aangetoond door ofwel een vergelijk van drie offertes, ofwel een niet-openbare aanbestedingsprocedure ofwel een openbare aanbestedingsprocedure. Tussen partijen is niet in geschil dat geen aanbestedingsprocedure is gevolgd. Volgens de stichting heeft zij de marktconformiteit aangetoond door middel van het door haar overgelegde benchmarkformulier, waaruit blijkt dat zij voor de opdracht één offerte heeft opgevraagd en twee internetonderzoeken heeft gedaan waar een prijs uitkwam en die zij zelf heeft aangemerkt als offertes. Met de minister is de Afdeling echter van oordeel dat de twee internetonderzoeken, die bovendien door de stichting zelf zijn uitgevoerd, niet als offertes kunnen worden aangemerkt. Dit betekent dat de minister zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de stichting de kosten van de vier medewerkers niet overeenkomstig artikel 12, vijfde lid, van de subsidieregeling heeft verantwoord en dat deze kosten daarom niet voor subsidie in aanmerking komen.”
Het hoger beroep is gegrond. De uitspraak van de rechtbank moet worden vernietigd.
VdLC publishers/consultants BV, 12 november 2025)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl