Keuze gunningscriterium en opstellen (sub)gunningscriteria
Meestal zul je meerdere marktpartijen vragen een aanbieding te doen voor je opdracht. Je moet dan vooraf aangeven op welke wijze je bepaalt wat voor jou de beste inschrijving is. Je hebt de keuze uit 3 gunningscriteria: de beste prijs-kwaliteitverhouding (BPKV), de laagste kosten berekend op basis van kosteneffectiviteit of de laagste prijs. Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI) is de overkoepelende term geworden voor de 3 gunningscriteria.
Op deze pagina:
Gunningscriterium
Publiceren gunningscriteria
Waaraan moet de formulering voldoen?
Laagste prijs
Laagste kosten (levenscycluskosten)
BPKV
Wanneer laagste prijs, wanneer BPKV
Wanneer laagste kosten, wanneer BPKV
Nadere uitwerking gunningscriterium BPKV
Nadere uitwerking laagste kosten
Prestatieprikkels
Gunningscriterium
In een aanbesteding vraag je meerdere partijen om een aanbieding te doen voor een opdracht. Je beschrijft wat je wilt en je ontvangt offertes. Op basis van een gunningscriterium kies je vervolgens uit de ontvangen aanbiedingen de beste.
Hoofdregel:
De Aanbestedingswet 2012 schrijft voor dat je als aanbestedende dienst bij de gunning van opdrachten boven de Europese aanbestedingsdrempel (en bij de toepassing van het Aanbestedingsreglement Werken 2016 onder de drempel) in beginsel kiest voor de beste prijs-kwaliteitverhouding (BPKV). De Gids Proportionaliteit gaat ook uit van gunnen op basis van BPKV. Het toepassen van de laagste prijs of de laagste kosten op basis van kosteneffectiviteit als gunningscriterium mag alleen als je deze keuze in je aanbestedingstukken motiveert.
Bij BPKV worden naast prijsaspecten ook kwaliteitsaspecten meegewogen. Je legt deze aspecten – je wensen – vast in de vorm van subgunningscriteria. Je hebt een grote vrijheid in de keuze van deze aspecten – mits de aspecten maar samenhangen met het voorwerp van de opdracht - en ook in de waardering van deze aspecten. Je beschrijft je eisen en je wensen (in de vorm van subgunningscriteria) in een vraagspecificatie (bestek).
Publiceren gunningscriteria
In de formele aankondiging van de opdracht of uitnodiging tot het doen van een inschrijving moet je vermelden op basis van welk gunningscriterium (laagste prijs, laagste kosten op basis van kosteneffectiviteit of BPKV) je zult gunnen. Als je voor de laagste prijs of laagste kosten op basis van kosteneffectiviteit kiest, dan zul je deze keuze bij Europese aanbestedingen (en bij toepassing van het ARW 2016 onder de drempel) in het aanbestedingsdocument moeten motiveren.
In de aankondiging van de opdracht of de uitnodiging moet je ook de eventuele BPKV-(sub)gunningscriteria bekendmaken inclusief de wegingsfactoren.
Het is niet toegestaan eenmaal gepubliceerde (sub)gunningscriteria en weegfactoren in de loop van de procedure te wijzigen.
Waaraan moet de formulering voldoen?
De belangrijkste eis die de Aanbestedingswet 2012 stelt aan subgunningscriteria is dat ze transparant en proportioneel moeten zijn, en niet discriminerend. Ze dienen bovendien voldoende rechtstreeks verband te houden met het voorwerp van de opdracht. Formuleer de (sub)gunningscriteria zo dat alle inschrijvers in staat zijn deze criteria op dezelfde wijze te interpreteren en je als aanbestedende dienst de inschrijvingen op objectieve wijze kunt beoordelen.
Laagste prijs
Gaat het bij de opdracht om een voor jezelf duidelijk vaststaande kwaliteit en wil je die kwaliteit voor de laagste prijs inkopen? Dan leg je die kwaliteit vast in het bestek of de opdrachtbeschrijving in harde, door jou te bepalen, en controleerbare minimumeisen. Het gunningscriterium laagste prijs is dan het meest geschikte criterium om te bepalen welke aanbieding voor jou de beste is. Als gebruik wordt gemaakt van een gestandaardiseerde, uniforme methode voor het opstellen van een bestek (zoals RAW (Rationalisatie en Automatisering Grond-, Water- en Wegenbouw)-bestek) waarmee de verlangde kwaliteit gedetailleerd en eenduidig wordt vastgelegd, is de laagste prijs dus het meest voor de hand liggend criterium. In dat geval hebben inschrijvers weinig mogelijkheid om zich te onderscheiden op kwaliteit.
Laagste prijs leidt niet zonder meer tot de laagste kwaliteit. Wanneer je het kwaliteitsniveau vooraf goed hebt vastgelegd, krijg je voor de laagste prijs doorgaans minimaal deze voorgeschreven kwaliteit. Er is echter geen prikkel voor inschrijvers om extra kwaliteit te bieden omdat alleen concurrentie op laagste prijs plaatsvindt.
Kwaliteitsverschillen tussen de inschrijvers spelen dus geen rol. Maar let op, wanneer je geen minimumkwaliteit hebt voorgeschreven loop je een aanzienlijk risico op slechte kwaliteit.
Laagste kosten op basis van kosteneffectiviteit (levenscycluskosten)
Het is ook mogelijk om op basis van laagste kosten op basis van kosteneffectiviteit een opdracht te gunnen. Het gaat om laagste kosten die berekend zijn op basis van kosteneffectiviteit zoals levenscycluskosten. De levenscycluskosten hebben betrekking op de kosten gedurende de gehele levenscyclus van een dienst, levering of werk zoals:
- kosten gedragen door de aanbestedende dienst of andere gebruikers in verband met de verwerving, de interne kosten (bijvoorbeeld voor benodigde research), de ontwikkeling, de productie, het vervoer, het onderhoud, het verbruik en de verwijdering of het hergebruik.
- kosten toegerekend aan externe milieueffecten, zoals verontreiniging veroorzaakt door de winning van de in het product verwerkte grondstoffen, door het product zelf of bij de productie ervan, mits deze in geld uitgedrukt en gecontroleerd kunnen worden.
Je moet wel motiveren waarom je dit gunningscriterium wilt gebruiken en waarom je niet gunt op BPKV. Dit gunningscriterium kan ingezet worden om duurzamer aan te besteden, aangezien de totale kosten van een product of diensten worden meegenomen in de gunning.
BPKV
In veel gevallen ben je bereid extra te betalen wanneer de inschrijving aan bepaalde wensen tegemoetkomt (betere prestaties, hogere kwaliteit, duurzamer, innovatiever, kortere levertijd, extra garantie, minder hinder bij de uitvoering enzovoort). Een methode om extra kwaliteit te stimuleren is het toepassen van het gunningscriterium BPKV (beste prijs-kwaliteitverhouding ). Je bepaalt wat de door jou verlangde minimumkwaliteit is en legt die vast in harde, controleerbare minimumeisen. Daarnaast bepaal je je aanvullende wensen en legt die vast in subgunningscriteria. Beide leg je vast in het bestek of de opdrachtbeschrijving.
Je moet vooraf bedenken hoe je uit de aanbiedingen, die voldoen aan je minimumkwaliteit, de aanbieding kiest die het beste tegemoet komt aan je wensen. In de aanbestedingsstukken moet je niet alleen duidelijk en eenduidig je wensen beschrijven maar je moet ook aangeven hoe je de extra kwaliteit beoordeelt. Je stelt voor elke wens (subgunningscriterium) een waardering of gewicht vast. Ook moet je aangeven hoe je de beoordelingen ofwel de scores voor de verschillende wensen onderling en ten opzichte van de prijs zult waarderen
Belangrijk bij BPKV is een goede verhouding tussen het gewicht van kwaliteitsaspecten en het gewicht van de prijs. Voorkomen moet worden dat kwaliteit zo weinig meetelt dat feitelijk alleen op prijs gegund wordt. In dat geval kan beter voor het 'laagste prijs' criterium gekozen worden. Het is verstandig om de gewichten en de beoordelingsmethodiek vooraf uitvoerig door te rekenen met verschillende scenario's.. Dit om ongewenst strategisch inschrijven en/of manipulatief inschrijven te voorkomen.
Zie ook alinea: Nadere uitwerking gunningscriterium BPKV
Wanneer laagste prijs, wanneer BPKV
De Aanbestedingswet 2012 bepaalt dat je bij de gunning van opdrachten boven de Europese aanbestedingsdrempel en (bij de toepassing van het ARW 2016 onder de drempel) als hoofdregel voor het BPKV als gunningscriterium moet toepassen. Je kunt in je aanbestedingsdocument gemotiveerd afwijken van deze keuze. Je kunt overwegen te kiezen voor de laagste prijs wanneer je opdracht voldoet aan de volgende omstandigheden:
a) het gevraagde is in sterke mate gestandaardiseerd in de markt verkrijgbaar en;
b) grote verschillen in kwaliteit zijn niet te verwachten en;
c) de inhoud en omvang van de opdracht zijn eenduidig vast te leggen.
Naarmate minder voldaan is aan voorwaarden a, b en c heb je meer reden om voor het BPKV als gunningscriterium te kiezen.
Het gebruik van BPKV als gunningscriterium brengt meer werk met zich mee dan 'laagste prijs', zowel voor de aanbestedende dienst als voor de inschrijvers. Inschrijvers krijgen bij de toepassing van BPKV meer mogelijkheid zich op kwaliteit te onderscheiden.
Het laagsteprijscriterium heeft als voordeel dat het eenvoudig toe te passen is met lage kosten en niet snel aanleiding geeft tot geschillen bij het bepalen van de beste aanbieding. Nadeel is dat je voor de laagste prijs doorgaans een kwaliteit koopt die maar net voldoet aan de door jou gestelde eisen. Inschrijvers worden niet gestimuleerd om extra 'waarde' te bieden. Maar het is niet juist om te stellen dat laagste prijs vanzelfsprekend tot lage kwaliteit leidt. Je bepaalt immers in het bestek de minimumkwaliteit waaraan een inschrijving ten minste moet voldoen.
Wanneer laagste kosten op basis van kosteneffectiviteit, wanneer BPKV
Ook als je laagste kosten op basis van kosteneffectiviteit als gunningscriterium kiest, dien je deze keuze in de aanbestedingsdocumenten te motiveren. Door alle denkbare kosten inclusief externe milieukosten mee te nemen in de gunning neem je kwaliteitsaspecten impliciet mee. Het meest prijsgunstige onderhoud, de duurzaamste grondstofwinning of de beste circulaire oplossing zijn enkele van de kwaliteitsaspecten die gunnen op laagste kosten kan opleveren.
Zeker als je beschikt over goede data en over eenduidige meetmethoden voor bijvoorbeeld levenscycluskosten dan is dit gunningscriterium te overwegen. Het is ook mogelijk om levenscycluskosten als één van de subgunningscriteria mee te nemen in een aanbesteding op basis van BPKV. Voor zowel de aanbestedende dienst als de inschrijvers kan het gunnen op laagste kosten op basis van kosteneffectiviteit behoorlijke kosten met zich meebrengen. Je zult data aan moeten leveren, de meetmethode moeten beschrijven en mogelijkheden moeten aangeven hoe met nieuwe, innovatieve oplossingen omgegaan moet worden. Welke kosten je daarbij meeneemt, bepaal je zelf. Zeker als je (nog) niet beschikt over veel data (en methoden) voor (zeer) verschillende kostenelementen is het aan te raden om bij aanbestedingen met laagste kosten op basis van kosteneffectiviteit l als gunningscriterium of als subgunningscriterium slecht enkele kostenelementen te benoemen die door inschrijvers meegenomen moeten worden.
Nadere uitwerking gunningscriterium BPKV
Bij het gunningscriterium BPKV weeg je naast prijsaspecten ook kwaliteitsaspecten mee. De kwaliteitsaspecten, je wensen, beschrijf je in de vorm van subgunningscriteria. In de aankondiging geef je aan welk gewicht je aan de subgunningscriteria geeft en in de aanbestedingsstukken geef je aan hoe je deze aspecten op objectieve wijze beoordeelt.
De wet beperkt je als aanbestedende dienst niet in het gebruik van het aantal en de soort subgunningscriteria en ook nauwelijks in het gewicht dat je aan deze criteria geeft. Je dient zich er wel van bewust te zijn dat veel subgunningcriteria hanteren vaak tot een nivellering in de beoordeling leidt. Doordat er veel criteria zijn hebben meerdere inschrijvingen kans om op bepaalde criteria goed te scoren en komen beoordelingen van de inschrijvingen dichter bij elkaar te liggen. Een subgunningscriterium dient verband te houden met het voorwerp van de opdracht. Een criterium mag betrekking hebben op een van de fasen van de levenscyclus van het product, de dienst of het werk. Het verdient aanbeveling om het aantal subgunningscriteria te beperken tot 3 à 4.
Continue aandacht voor BPKV
Als je op basis van BPKV gaat gunnen is het belangrijk dat je vanaf de behoeftestelling, aandacht heeft voor BPKV-criteria. Dan al moet je nadenken over de wensen die gekoppeld zijn aan de beleidsuitgangspunten van je organisatie.
Ook na gunning en contractering is aandacht voor de uitwerking van BPKV van belang. Krijg je wel datgene wat de beste inschrijving van de aanbesteding heeft beloofd? Je hebt namelijk gegund op de hoogste BPKV score. Omzetten van deze score in specifieke, controleerbare eisen in het contract en vervolgens controle op de uitvoering moeten integrale onderdelen zijn van het proces om aan te besteden op BPKV.
Betrekking op de inschrijving
Wensen mogen geen betrekking hebben op de aanbieder, maar moeten betrekking hebben op de inschrijving. Alleen bij een opdracht waar de kwaliteit van opdrachtnemer als persoon grote invloed heeft op het resultaat van de opdracht kan een BPKV-subgunningscriterium betrekking hebben op de aanbieder, zoals een architect of een artiest
Subgunningscriteria
BPKV stimuleert je vooraf na te denken over de opdracht en om relevante subgunningscriteria op te stellen en te waarderen. Ook inschrijvers worden geprikkeld om vroegtijdig na te denken hoe zij tegemoet kunnen komen aan je wensen. Een BPKV-aanbesteding levert over het algemeen wel meer administratieve lasten voor je en kosten voor de inschrijvers op dan een gunning op laagste prijs.
Enkele voorbeelden van subgunningscriteria zijn: planning, plan van aanpak, milieukenmerken, hinder, (levenscyclus)kosten, garantie, rentabiliteit, service, duurzaamheid, prijs, sociale factoren, functionele kenmerken, toegankelijkheid, presentatie, esthetische kenmerken en leveringsvoorwaarden. Je hebt grote vrijheid om subgunningscriteria te kiezen zolang deze maar verband houden met (de levenscyclus van) het voorwerp van de opdracht. Belangrijk is wel dat je zoekt naar criteria waarop de markt zich kan onderscheiden.
Gewicht subgunningscriteria
Je hebt als aanbestedende dienst ook een grote vrijheid om de gewichten te bepalen van de subgunningscriteria. De wet schrijft dit niet voor en ook niet op welke wijze je de gewichten bepaalt. Het is wel belangrijk dat het gewicht overeenkomt met de waarde die je aan het voldoen van die wens over hebt. Let je er wel op dat je kwaliteitscriteria een zodanig gewicht geeft dat zo veel mogelijk voorkomen wordt dat de prijs de uitslag bepaalt.
Vooraf bekendmaken
De subgunningscriteria, de waardering van deze criteria (gewichten) en de wijze van beoordelen maak je vooraf bekend in de aankondiging, het beschrijvend document (bestek) of in de gunningsleidraad. Je zal als aanbestedende dienst vooraf goed moeten nadenken welke kwaliteitsaspecten belangrijk zijn voor de opdracht, hoe je deze specificeert, waardeert en beoordeelt. Niet elk subgunningscriterium zal even zwaar wegen. Daarom moet je ook de (onderlinge) gewichten van de verschillende kwaliteitsaspecten en het gewicht van de prijs bepalen. Wanneer je niet in staat bent om de gewichten vast te stellen mag je van de Aanbestedingswet 2012 ook de relatieve gewichten uitdrukken door een marge met passend verschil tussen minimum en maximum gewicht.
Objectieve beoordeling
Voor de objectiviteit van de beoordeling is het gebruikelijk en ook verstandig om de prijs onafhankelijk van de kwaliteit te beoordelen. Het verdient aanbeveling om in het aanbestedingsdocument op te nemen dat de prijsaanbieding apart wordt beoordeeld. In TenderNed wordt de prijs separaat ingediend. Door eerst de offerte op kwaliteit te beoordelen en daarna pas de prijs, waarborg je een objectieve beoordeling van de inschrijving. De rechter aanvaardt overigens dat een zekere mate van subjectiviteit onvermijdelijk is.
Beoordeling inschrijvingen
Je beoordeelt de invulling van je wensen (subgunningscriteria) in alle inschrijvingen op dezelfde wijze en zo objectief mogelijk. De wijze waarop je dit doet heb je al in de aanbestedingsstukken gepubliceerd. Aanbevolen wordt om geen relatieve beoordeling te kiezen waarbij de score van een inschrijving afhankelijk is van de score van een andere inschrijving. De wet schrijft de methode waarop je moet beoordelen niet voor. In de PIANOo BPKV handreiking zijn enkele beoordelingsmethoden uitgewerkt die in Nederland vaak gebruikt worden: puntenmodel of gewogen factormethode, gunnen op waarde, prijs/kwaliteit verhouding en de superformule.
Interviews en presentaties
Je kunt interviews of presentaties deel uit laten maken van de gunningscriteria. Dit geeft je de kans om, naast de schriftelijke beantwoording, ook de menselijke component mee te nemen in de gunningsbeslissing. In beginsel is het organiseren van een interview of presentatie als onderdeel van de kwalitatieve beoordeling tijdens een aanbesteding toegestaan. Wel zijn er een aantal aandachtspunten om objectief te beoordelen en willekeur uit te sluiten.
Feitelijk laagste prijs
Wanneer het gewicht dat je toekent aan kwaliteit zeer laag is dan gun je in feite op de laagste prijs. Richtlijnen voor de ondergrens van het gewicht om dit te voorkomen zijn in algemene zin gegeven in de PIANOo BPKV handreiking. Wanneer de prijzen dicht bij elkaar liggen dan kan zelfs een waarde voor kwaliteit lager dan 10% nog tot gunning op basis van kwaliteit leiden. Maar in het algemeen zal een waarde voor kwaliteit lager dan 10% leiden tot een gunning op laagste prijs. Dit moet je dan motiveren in je aanbestedingsstukken. Omgekeerd kan ook een hoge waarde aan kwaliteit uitmonden in een laagste prijs gunning wanneer de scores van kwaliteit (zeer) dicht bij elkaar liggen. Als alle inschrijvingen bijvoorbeeld rond een 7,5 scoren voor kwaliteit dan is de prijs doorslaggevend.
Vaste prijs
Wanneer je een vaste prijs hanteert in je aanbesteding dan formuleer je subgunningscriteria voor kwaliteit en gun je enkel en alleen op kwaliteit. Volledig gunnen op kwaliteit zonder dat de prijs meeweegt in een gunning is echter niet toegestaan.
Nadere uitwerking gunningscriterium laagste kosten op basis van kosteneffectiviteit
Het gunningscriterium laagste kosten op basis van kosteneffectiviteit is het overwegen waard bij aanbestedingen, waarbij kosten gedurende de levensduur (anders dan de (aanschaf)prijs) wezenlijk van elkaar verschillen. Het kan gaan om bijvoorbeeld onderhoudskosten, verwijderingskosten of externe milieukosten. Het gunningscriterium laagste kosten op basis van kosteneffectiviteit kun je gebruiken om een oplossing te krijgen met zo laag mogelijke levenscycluskosten. Het kan echter wel resulteren in een aanbieding met een hogere inschrijvingsprijs, immers de aanschafprijs kan hoger liggen, terwijl de uiteindelijke onderhouds- en energiekosten veel lager kunnen zijn. Kennis van de markt is dus noodzakelijk om vast te stellen of levenscycluskosten van belang zijn bij de betreffende opdracht en de markt zich hiermee kan onderscheiden. Laagste levenscycluskosten maakten tot de wijziging in de Aanbestedingswet 2012 al vaak als subgunningscriterium onderdeel uit van een EMVI (BPKV)-aanbesteding.
Kwaliteit en duurzaamheid verhogend
Bij het laagste kosten-criterium worden inschrijvers gestimuleerd om na te denken over de lange termijnkosten. Investeringskosten worden afgezet tegen onderhouds- en exploitatiekosten of eventueel verwijderingskosten. Als ook externe milieukosten meegenomen worden, worden inschrijvers gestimuleerd om extra aandacht te schenken aan de gevolgen voor duurzaamheid van hun aanbiedingen.
Levenscycluskosten, Total Cost of Ownership of Whole Life Costing?
In de literatuur en op internet worden de verschillende termen door elkaar gebruikt. Sommige schrijvers of organisaties maken een onderscheid tussen de termen. In de Aanbestedingswet 2012 wordt enkel de term levenscycluskosten gebruikt. Daar waar verwezen wordt naar handreikingen of iets dergelijks waar een andere term wordt gebruikt zal zo mogelijk het verband met levenscycluskosten aangegeven worden.
Welke kosten vallen onder levenscycluskosten?
Ook kosten voor onderzoek, ontwikkeling, productie, vervoer, verwijdering en recycling vallen onder levenscycluskosten. De externe milieukosten omvatten alle kosten van milieuvervuiling van grondstofwinning, productie, vervoer, gebruik, onderhoud, verwijdering en recycling. Voorwaarde is wel dat de vervuiling of aantasting van het milieu gemonetariseerd kan worden.
De aanbestedende dienst heeft de vrijheid om in de aanbestedingsstukken aan te geven welke kosten de inschrijvers mee moeten nemen. Je bent niet verplicht om alle kosten altijd mee te laten wegen. Als bijvoorbeeld voor de aanbestedende dienst onderhoudskosten zeer belangrijk zijn dan kunnen de levenscycluskosten tot deze categorie beperkt blijven. Andere maatschappelijke levenscycluskosten zoals additionele zorgkosten of verlies arbeidsplaatsen vallen niet onder de Aanbestedingswet 2012 definitie van levenscycluskosten.
Meetmethoden
Bij levenscycluskosten is het belangrijk en ook wettelijk voorgeschreven dat je de methode om levenscycluskosten te bepalen in de aanbestedingsstukken vermeldt. Daarmee ontstaat een gelijk speelveld voor alle inschrijvers. Ook zet je in de stukken welke gegevens de inschrijvers moeten aanleveren.
Voorwaarden keuze methode
De methoden die je gebruikt voor de raming van aan externe milieueffecten toe te schrijven kosten moeten vooraf op een objectieve en niet-discriminerende manier worden gekozen en voor alle betrokken partijen toegankelijk zijn. Deze methoden kunnen nationaal, regionaal of lokaal worden vastgesteld. Om vervalsing van de mededinging door maatwerk te voorkomen, moeten zij echter algemeen van opzet blijven, in die zin dat zij niet specifiek voor een bepaalde openbare aanbestedingsprocedure bedoeld mogen zijn. Voor het berekenen van andere kosten dan milieukosten zijn geen randvoorwaarden opgenomen in de Aanbestedingswet 2012. Een aanbestedende dienst mag dus voor een specifieke opdracht een specifieke meetmethode aangeven. De randvoorwaarden van algemene toegankelijkheid en proportionaliteit blijven gelden.
Toegang tot methode
In de Aanbestedingswet 2012 staan restricties voor methoden om externe milieukosten te berekenen. De methode moet gebaseerd zijn op objectieve, controleerbare en niet-discriminerende criteria. Alle betrokken partijen moeten toegang hebben tot de methode en de gegevens die de inschrijvers moeten aanleveren moeten met een redelijke inspanning kunnen worden verstrekt door normaal zorgvuldige ondernemers.
Opnemen in aanbestedingstukken
Als er in de EU wettelijke afspraken gemaakt zijn over een rekenmethode dan moet je deze methode verplicht opnemen in de aanbestedingsstukken. De verplichte afspraken worden opgenomen in bijlage XIII van richtlijn 2014/24/EU. Op dit moment verwijst de bijlage naar Richtlijn 2009/33/EG. Deze richtlijn is inmiddels omgezet naar (2019/1161/EU), de richtlijn ter bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen, ook wel Clean Vehicles Directive (CVD) genoemd. Deze richtlijn is sinds 2021in Nederland geïmplementeerd als de Regeling bevordering schone wegvoertuigen. Deze richtlijn schrijft voor dat alle aanbestedende diensten bij de aankoop van voertuigen rekening moeten houden met de levenscycluskosten, met name met betrekking tot energie en de uitstoot van CO2 , NOX, niet-metaalhoudende koolwaterstoffen (NMHC) en fijn stof.
Levensduur en discontovoet
Om de levenscycluskosten uit te kunnen rekenen moet je een relevante levensduur en de juiste discontovoet vaststellen/kiezen. De levensduur kan gebaseerd zijn op de technische, economische of functionele levensduur of simpel op basis van contractduur of op oneindige levensduur (gebruikelijk bij onderhoud). Om kosten over de gehele levenscyclus met elkaar te kunnen vergelijken of op te tellen moeten toekomstige kosten teruggerekend worden naar huidige kosten. Dat gebeurt met een discontovoet, een maat voor de waarde van geld uitgedrukt in een percentage. Contante waarde of actuele waarde zijn andere woorden voor de waarde van (toekomstige) kosten. Hoe hoger de discontovoet des te aantrekkelijker het is als de kosten ver in de toekomst liggen. In de praktijk varieert de discontovoet afhankelijk van de rentestand.
Prestatieprikkels
Is het tijdens aanbestedingsfase nog erg onzeker of de inschrijvers aan de wensen kunnen voldoen, dan kun je overwegen de wensen niet als subgunningscriteria maar als prestatieprikkels in het bestek op te nemen. Beide zijn namelijk geformaliseerde wensen, die tot doel hebben om inschrijvers te stimuleren een extra inspanning te leveren bovenop de gestelde minimum eisen. Daarnaast kan ook worden overwogen prestatieprikkels in het verlengde van subgunningscriteria te formuleren. Ondernemers worden zo niet alleen gestimuleerd een scherpe aanbieding op te stellen, maar ook gedurende de uitvoering te blijven zoeken naar meerwaarde.