TenderNed
Jurisprudentie over TenderNed.
Rechtsregel 1:
Het is de verantwoordelijkheid van een inschrijver de werking van TenderNed goed te kennen en daarnaar te handelen.
Rechtsregel 2:
Indien een ondernemer vragen voor de nota van inlichtingen niet via het voorgeschreven communicatekanaal indient, dan komt dit voor rekening van de vragensteller.
Rechtsregel 3:
Het proportionaliteitsbeginsel is niet doorslaggevend bij problemen met het indienen van een inschrijving op TenderNed.
Rechtsregel 1:
Het is de verantwoordelijkheid van een inschrijver de werking van TenderNed goed te kennen en daarnaar te handelen.
Citaat Staat vs. Haskoning arrest:
"Een professionele inschrijver die wordt geconfronteerd met het voorschrift zijn inschrijving via TenderNed in te dienen en die tegen dat voorschrift geen bezwaar maakt, dient er voor zorg te dragen de werking van TenderNed te kennen en daarnaar te handelen. (...)." (ov. 13)
Gerechtshof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2015:1588, 23 juni 2015) op rechtspraak.nl
Rechtsregel 2:
Indien een ondernemer vragen voor de nota van inlichtingen niet via het voorgeschreven communicatekanaal indient, dan komt dit voor rekening van de vragensteller.
Citaat Gemeente Amsterdam/ Merosch:
r.o. 4.5: "De voorzieningenrechter is dan ook van oordeel dat een behoorlijk geïnformeerde, normaal oplettende inschrijver had moeten begrijpen dat vragen voor de Nota van Inlichtingen via TenderNed moesten worden ingediend. Aan te nemen valt dat bij de vragen waarop in artikel 2.2.1 wordt gedoeld moet worden gedacht aan andersoortige, vooral procedurele vragen met betrekking tot de aanbestedingsprocedure.
Dat de contactpersonen überhaupt niet hebben gereageerd op de e-mails van Beekink van 6 augustus 2015 maakt het voorgaande niet anders. De contactpersonen waren rond die periode in verband met vakanties slecht bereikbaar. Hoewel als de bereikbaarheid beter was geweest de contactpersonen Beekink hadden kunnen verwijzen naar TenderNed kan het niet indienen van de vragen via TenderNed niet aan de gemeente worden toegerekend. Beekink had zelf moeten begrijpen dat het indienen van vragen via TenderNed moest plaatsvinden. Zij heeft bovendien haar e-mails op het laatst mogelijke moment, namelijk rond 17.30 uur op 6 augustus 2015, verzonden én geen navraag gedaan (bijvoorbeeld de volgende ochtend) of deze goed waren aangekomen en zouden worden beantwoord. Dat de vragen niet zijn beantwoord komt onder deze omstandigheden voor haar rekening."
Rechtbank Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2015:9316, 17 november 2015) op rechtspraak.nl
Rechtsregel 3:
Het proportionaliteitsbeginsel is niet doorslaggevend bij problemen met het indienen van een inschrijving op TenderNed.
Citaat:
‘Omdat niet aannemelijk is dat sprake is geweest van een storing bij CTM zal tot uitgangspunt genomen moeten worden dat de Staat niet gehouden is alsnog een inschrijving van Cander te accepteren. Cander heeft nog gesteld dat het disproportioneel is om geen inschrijving van haar te accepteren. Die stelling baat haar niet. De Staat stelt terecht dat, mede gelet op de duidelijke bewoordingen in het Beschrijvend document, een inbreuk zou worden gemaakt op het gelijkheidsbeginsel, en er een schijn van favoritisme zou worden gewekt, als de Staat na sluiting van de inschrijvingstermijn nog een inschrijving van Cander zou accepteren’. (Ro 1.16)
Rechtbank Den Haag (ECLI:NL:RBDHA:2023:7571, 12 mei 2023) op rechtspraak.nl