Zaak mini-competities wordt heropend wegens onduidelijkheid over gelijke kansen (week 45)
Technische eisen
VTA heeft deelgenomen aan een door Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard (HHSK) georganiseerde mini-competitie voor de levering van polyelektrolyt voor een afvalwaterzuiveringsinstallatie. VTA stelt dat de mini-competitie in strijd met het gelijkheidsbeginsel en transparantiebeginsel heeft plaatsgevonden. De voorzieningenrechter oordeelt dat de mini-competitie aan de aanbestedingsstukken heeft beantwoord. Onduidelijk is echter of de inschrijvers ook feitelijk dezelfde kansen hebben gehad. Daarmee bestaat aanleiding om de behandeling van de zaak te heropenen. (ECLI:NL:RBROT:2025:12841, Rechtbank Rotterdam, Datum uitspraak 20 augustus 2025, Datum publicatie 4 november 2025, ZaaknummerC/10/699675 / KG ZA 25-438)
Feiten en omstandigheden
VTA heeft deelgenomen aan een door Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard (HHSK) georganiseerde mini-competitie voor de levering van polyelektrolyt voor de afvalwaterzuiveringsinstallatie van HHSK in Kralingseveer. Omdat na een praktijktest bleek dat het polyelektrolyt waarmee VTA had ingeschreven niet aan de door HHSK gestelde garantie-eisen voldeed, heeft HHSK VTA uitgesloten van de mini-competitie. Daarbij heeft HHSK aan VTA laten weten dat zij voornemens is om de overeenkomst met een andere partij te sluiten. Met dit kort geding komt VTA op tegen deze gunningsbeslissing. Zij stelt dat de mini-competitie in strijd met het gelijkheidsbeginsel en transparantiebeginsel heeft plaatsgevonden. De voorzieningenrechter oordeelt dat de mini-competitie aan de aanbestedingsstukken heeft beantwoord. Onduidelijk is echter of de inschrijvers ook feitelijk dezelfde kansen hebben gehad. Daarmee bestaat aanleiding om de behandeling van de zaak te heropenen. Het oordeel van de rechter:
Slibconditie is voor alle inschrijvers gelijk
“HHSK betoogt dat het percentage van het drogestofgehalte in het ingaande slib geen invloed heeft op het voldoen aan de garantie-eisen, mits het drogestofgehalte binnen een bandbreedte van 2,5% en 5% valt. Volgens HHSK kan de centrifuge zo worden ingesteld dat deze regelt hoeveel kuub slib er in een uur in de machine moet komen om 800 kg droge stof te behalen. HHSK weerspreekt dat de centrifuge een maximaal watervermogen van 30.000 liter per uur heeft. Wat wel van invloed is op het voldoen aan de garantie-eisen is de slibconditie, het geselecteerde PE en de instellingen van de centrifuge, aldus HHSK. De inschrijvers hebben volgens HHSK invloed op het PE en de instellingen van de centrifuge. De slibconditie is in beginsel voor alle inschrijvers gelijk.”
Slechts 1 inschrijver voldoet aan garantie-eisen
“De voorzieningenrechter overweegt dat op basis van de door partijen ingenomen standpunten op dit moment niet kan worden beoordeeld of de inschrijvers, gelet op de wijze waarop de locatietest is opgezet, feitelijk dezelfde kans hebben gehad. Zo is onduidelijk of het drogestofgehalte in het ingaande slib van invloed is op het behalen van een drogestofgehalte van minimaal 21% in het ontwaterde slib en zo ja, of dit met behulp van het aanpassen van de instellingen van de centrifuge kan worden gecorrigeerd. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [naam 1] een nadere toelichting op het slibontwateringsproces gegeven. Dit heeft er echter niet toe geleid dat een voorlopig oordeel kan worden gevormd over de al dan niet gelijke kans die de inschrijvers tijdens de locatietest hebben gehad. HHSK heeft ter onderbouwing van haar stellingen een verklaring van haar procestechnoloog, [naam 4], overgelegd. In die verklaring staat dat [naam 4] zijn conclusie op zijn eigen expertise baseert en op informatie van [naam 5], een gerenommeerd slibspecialist verbonden aan Royal HaskoningDHV Nederland B.V. [naam 5] heeft de inhoud van de verklaring in een eenregelige e-mail van 4 augustus 2025 onderschreven, maar zonder schriftelijke toelichting. Daarnaast kon hij vanwege vakantie niet bij de mondelinge behandeling aanwezig zijn. Daarmee ontbreekt ook aan de zijde van HHSK informatie voor het kunnen vormen van een inhoudelijk oordeel. Ten slotte is tijdens de mondelinge behandeling gebleken dat van de zes inschrijvers alleen Brenntag een drogestofgehalte van minimaal 21% in het ontwaterde slib heeft behaald. Hoewel HHSK stelt dat het vaker voorkomt dat slechts één inschrijver aan de garantie-eisen voldoet, heeft zij dit niet nader toegelicht.”
4 weken de tijd om standpunten nader toe te lichten
“In deze context en met dit product ziet de voorzieningenrechter aanleiding om de behandeling van de zaak te heropenen. Partijen krijgen beide 4 weken de tijd om hun standpunten nader toe te lichten en nadere stukken in te dienen. Daarbij wordt opgemerkt dat het debat zich dient te beperken tot de vraag of de inschrijvers aan een eerlijke competitie zijn onderworpen, meer in het bijzonder of de omstandigheid dat het drogestofgehalte in het aan elk van hen aangeboden slib mogelijk niet gelijk is geweest in combinatie met het inregelen van de centrifuge ertoe heeft geleid dat de ene inschrijver bij de praktijkdag is bevoordeeld ten opzichte van de andere(n). De voorzieningenrechter ziet vooralsnog geen aanleiding om een voortzetting van de mondelinge behandeling te gelasten. Indien (een van de) partijen dit toch wenselijk acht(en), dient daarover voor 3 september 2025 contact te worden opgenomen met het bureau van de voorzieningenrechter, onder opgave van de verhinderdata van beide partijen.”
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
VdLC publishers/consultants BV, 12 november 2025)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl