Aanbesteding mocht ingetrokken vanwege te laag concurrentieniveau (week 47)
Intrekken aanbesteding
[eisende partij] verzorgt sinds 2015 de gladheidsbestrijding in de Gemeente Lelystad. [eisende partij] heeft als enige op de nieuwe aanbesteding ingeschreven. Er zijn in de inlichtingenfase nog wel vragen gesteld door andere ondernemers, maar deze ondernemers hebben geen inschrijving ingediend. De Gemeente wil de aanbesteding intrekken. [eisende partij] voert aan dat de echte reden dat de Gemeente de aanbestedingsprocedure wil intrekken, is dat [eisende partij] te duur is. De rechter zegt dat de Gemeente de aanbesteding vanwege een te laag concurrentieniveau mocht intrekken. De intrekking is niet onrechtmatig tegenover [eisende partij]. (ECLI:NL:RBMNE:2025:6210, Rechtbank Midden-Nederland, Datum uitspraak 21 november 2025, Datum publicati e21 november 2025)
Feiten en omstandigheden
[eisende partij] verzorgt sinds 2015 de gladheidsbestrijding in de Gemeente Lelystad. De overeenkomst met [eisende partij] loopt op 1 september 2026 af. De Gemeente heeft daarom een nieuwe opdracht voor gladheidsbestrijding in de markt gezet. Zij heeft dat dit keer gedaan door het organiseren van 2 Europese openbare aanbestedingsprocedures, namelijk:
- Een opdracht voor het sluiten van een raamovereenkomst met één contractant voor de levering en onderhoud van gladbestrijdingsmaterieel.
- Een opdracht voor het sluiten van een raamovereenkomst met één contractant voor de uitvoering van de gladheidsbestrijding.
Het gaat in dit kort geding om de tweede aanbestedingsprocedure.
[eisende partij] heeft als enige op deze aanbesteding ingeschreven. Er zijn in de inlichtingenfase nog wel vragen gesteld door andere ondernemers, maar deze ondernemers hebben geen inschrijving ingediend. De Gemeente heeft daarna een begin gemaakt met de beoordeling van de inschrijving van [eisende partij]. In dat kader heeft op 17 juli 2025 een gesprek tussen [eisende partij] en de Gemeente plaatsgevonden, waarin onder andere is ingegaan op de prijs van de inschrijving van [eisende partij] en het budget van de Gemeente. De beoordeling van de inschrijving van [eisende partij] is nog niet afgerond, omdat in het kader van die beoordeling nog een presentatie moet plaatsvinden. Deze presentatie is opgeschort, omdat de Gemeente heeft besloten om de aanbestedingsprocedure in te trekken. Op 18 juli 2025 heeft de Gemeente op TenderNed gepubliceerd dat er geen winnaar is gekozen en dat de mededinging is gesloten wegens gewijzigde behoeften (hierna: de eerste intrekkingsbeslissing). [eisende partij] heeft, nadat zij de Gemeente om een nadere onderbouwing van deze intrekkingsbeslissing had gevraagd, bezwaar gemaakt tegen de intrekking van de aanbesteding bij het klachtenmeldpunt van de Gemeente. Het klachtenmeldpunt heeft in een brief van 29 juli 2025 de klacht gegrond bevonden, omdat sprake was van een onbevoegd genomen intrekkingsbesluit en het intrekkingsbesluit volgens haar niet voldoende was gemotiveerd.
De Gemeente heeft op 31 juli 2025 een nieuwe intrekkingsbeslissing genomen (hierna: de tweede intrekkingsbeslissing).
“Er is een gewijzigde behoeften in de uitvoering van de gladheidsbestrijding binnen de gemeente. Naar aanleiding hiervan is besloten om de opdracht op een andere manier vorm te geven, met een wezenlijke wijziging in de logistieke uitvoering. Om die reden is besloten de aanbesteding in te trekken. Wij benadrukken dat de intrekking van de procedure op objectieve gronden plaatsvindt en niet het gevolg is van een beoordeling of afwijzing van de ontvangen inschrijving.”
[eisende partij] is het niet eens met deze tweede intrekkingsbeslissing en heeft daarom dit kort geding aanhangig gemaakt. Het oordeel van de rechter:
Te duur?
“[eisende partij] voert aan dat de echte reden dat de Gemeente de aanbestedingsprocedure wil intrekken, is dat [eisende partij] te duur is. De prijs die de Gemeente aan [eisende partij] zou moeten betalen, zou ver boven het budget van de Gemeente liggen. De Gemeente heeft dit echter niet als reden voor de intrekking van de aanbestedingsprocedure opgevoerd. Overigens zou de Gemeente de aanbestedingsprocedure ook om die volgens [eisende partij] “echte” reden mogen intrekken. Het maakt daarbij niet uit of het aan de Gemeente te verwijten valt dat zij de inschrijving van [eisende partij] “duur” vindt. De verwijtbaarheid en/of risicosfeer is immers niet bepalend voor intrekking van de aanbesteding.”
Te laag concurrentieniveau
“De conclusie is dat sprake is van een te laag concurrentieniveau. [eisende partij] heeft als enige inschrijver op de aanbesteding ingeschreven. Er heeft daardoor geen daadwerkelijke mededinging plaatsgevonden. De Gemeente heeft immers de inschrijving van [eisende partij] niet op basis van objectieve criteria kunnen vergelijken met die van andere inschrijvers. Dat is wel vereist om van concurrentie/mededinging te kunnen spreken. De aanbestedingswet 2012 (waarin een aantal Richtlijnen zijn geïmplementeerd) beoogt immers de daadwerkelijke mededinging op het gebied van overheidsopdrachten te bevorderen. Om dat doel te bereiken moet de aanbestedende dienst in staat zijn verschillende aanbiedingen te vergelijken op basis van objectieve criteria. Als er maar één aanbieding is of overblijft, is de aanbestedende dienst daartoe niet in staat. Zo heeft ook het Hof van Justitie in het “Fracasso Leitschutz” arrest geoordeeld. Van belang is ook dat de vergelijking nodig is om er zeker van te zijn dat de economisch meest voordelige inschrijving op basis van de beste prijs kwaliteitsverhouding wordt verkregen. Het standpunt van [eisende partij] dat haar inschrijving onder concurrentie, althans de indruk daarvan tot stand is gekomen, gaat dus niet op. Het gaat er niet om dat [eisende partij] , zoals zij meent, concurrentie voelde van de ondernemers die vragen hadden gesteld tijdens de inlichtingenrondes, maar of daadwerkelijke mededinging als hiervoor bedoeld heeft plaatsgevonden en dat is niet geval doordat alleen [eisende partij] heeft ingeschreven.”
De uitkomst is dat de Gemeente de aanbesteding vanwege een te laag concurrentieniveau mocht intrekken. De intrekking is niet onrechtmatig tegenover [eisende partij] . De vorderingen van [eisende partij] , die ervan uitgaan dat dit wel het geval is, worden daarom afgewezen.
VdLC publishers/consultants BV, 26 november 2025)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl