Eis RitRegistratieSysteem is niet disproportioneel (week 48)
Keurmerk
Op 3 april 2025 heeft de gemeente Amsterdam op TenderNed een openbare Europese aanbestedingsprocedure voor de inkoop van Voertuigtelematica (inclusief Tachograafmanagement) aangekondigd. De inschrijving van WeGo is door de gemeente als ongeldig terzijde gelegd omdat WeGo niet heeft ingeschreven met een product dat aan het RRS-keurmerk voldoet. De rechter komt tot de conclusie dat de gemeente goede redenen heeft om het keurmerk te eisen, ook vanuit het oogpunt van efficiënte besteding van gemeenschapsgelden. De mededingingsruimte wordt door het eisen van het keurmerk niet beperkt. Er zijn tal van leveranciers van RitRegistratieSystemen die over het keurmerk beschikken. Van een disproportionele eis is daarom geen sprake. (ECLI:NL:RBAMS:2025:8247, Rechtbank Amsterdam, Datum uitspraak18 juli 2025, Datum publicatie, 28 november 2025)
Feiten en omstandigheden
Op 3 april 2025 heeft de gemeente Amsterdam op TenderNed een openbare Europese aanbestedingsprocedure voor de inkoop van Voertuigtelematica (inclusief Tachograafmanagement) aangekondigd. Met de te sluiten overeenkomst beoogt de gemeente een oplossing te verkrijgen voor voertuigtelematica bestaande uit hardware in de voertuigen, telecommunicatie (zoals 4G/5G, GPS en Bluetooth), analyse-software (SaaS) en persoonlijke devices (zoals apps of tags) waarmee de voertuigen op afstand worden uitgelezen en geanalyseerd en de toegang tot de voertuigen effectief wordt beheerd. De analyse van de uitgelezen data gaat dan over het aantal kilometers dat de bestuurder voor zakelijke- en privédoeleinden met het voertuig heeft gereden.
De waarde van de opdracht is geraamd op 6 miljoen euro.
WeGo, is een aanbieder van voertuigtelematica. Zij is de 'zittende' leverancier van de gemeente.
Het ritregistratiesysteem moet gecertificeerd zijn door de Stichting Keurmerk Ritregistratiesystemen.
Naar aanleiding van deze eis heeft WeGo de volgende vraag aan de gemeente gesteld:
“Volgens wetgeving Europese aanbestedingen, moet bij elke eis gelezen kunnen worden 'of gelijkwaardig'. Kunt u bevestigen dat hier gelezen mag worden 'of gelijkwaardig'?
De gemeente heeft deze vraag als volgt beantwoord, in de eerste Nota van Inlichtingen van 15 mei 2025:
“Niet akkoord. De Belastingdienst verwijst op haar website expliciet naar het Keurmerk RitRegistratiesystemen en stelt dat, bij gebruik van een systeem met dit keurmerk, ervan uitgegaan mag worden dat de rittenregistratie sluitend is.”
WeGo is dit kort geding gestart, vóór het sluiten van de termijn voor inschrijving op 17 juni 2025. Parallel daaraan heeft zij ingeschreven op de aanbesteding. Haar inschrijving is door de gemeente als ongeldig terzijde gelegd omdat WeGo niet heeft ingeschreven met een product dat aan het RRS-keurmerk voldoet en ook geen alternatieve bewijsmiddelen aangeleverd heeft die daaraan gelijk kunnen worden gesteld. Het oordeel van de rechter:
Fee van 750 euro is geen hoge drempel
“De verwijzing naar de set van normen en eisen die door de belastingdienst zijn gesteld, is duidelijk. Die normen en eisen bestaan al jaren en vormen het materiële element van het keurmerk. Het RRS-keurmerk kent ook een formeel element, te weten de controle op het (blijven) voldoen aan de materiële regels door de aanbieders van RitRegistratieSystemen. De stichting neemt de organisatie daarvan voor haar rekening. Op die controle doelt de gemeente in haar antwoorden. Andere eisen voor het verkrijgen van het keurmerk zijn er niet. Dat had WeGo ook eenvoudig kunnen constateren door zich bij de stichting aan te melden. Dat WeGo daarvoor een fee van 750 euro had moeten betalen is niet zo’n hoge drempel, afgezet tegen een opdracht met een waarde van rond de 6 miljoen euro, dat dit tot het oordeel 'niet objectief controleerbaar' zou moeten leiden.”
Algemene ondernemingsbeleid
“Volgens WeGo stelt het RRS-keurmerk ook eisen die geen verband houden met het voorwerp van de opdracht, maar betrekking hebben op het algemene ondernemingsbeleid. Dat levert volgens WeGo strijd op met het bepaalde in artikel 2.78 lid 5 Aw. Zij doelt dan op de eis dat, om voor het keurmerk in aanmerking te komen, een deelnemer zich moet aanmelden bij de Stichting, daarvoor jaarlijks een deelnemersfee moet betalen en zich moet houden aan alle overige voorwaarden die de stichting heeft voorgeschreven. Een aantal van die voorwaarden grijpt in de bedrijfsvoering in, zoals de verplichting om, indien een ondernemer meerdere RitRegistratieSystemen exploiteert, voorrang te geven aan het systeem dat het RRS-keurmerk heeft. De door WeGo genoemde voorwaarden staan wel in verband met het voorwerp van de aanbesteding: een RitRegistratieSysteem met RRS-keurmerk. Een essentieel aspect van een keurmerk is dat een onafhankelijke instantie controleert of (in dit geval: het RitRegistratieSysteem) voldoet aan de onderliggende normen en eisen, niet alleen voorafgaand aan het verkrijgen van het keurmerk, maar ook daarna nog periodiek. De kosten daarvan worden voldaan uit de bijdragen van de deelnemers aan de Stichting. Voorshands is aannemelijk dat de overige voorwaarden die door WeGo worden genoemd, tot doel hebben het in stand houden van de positie van het keurmerk en het voorkomen van verwarring bij de klant. Ook dit argument van WeGo gaat dus niet op.”
Groot voordeel
“Gebruik van het keurmerk heeft voor de gemeente wel een groot voordeel. Zij wil niet alleen dat het RitRegistratieSysteem voldoet aan de eisen die de belastingdienst daaraan stelt, maar dat dat systeem haar ook de controle op de juiste naleving van de toepasselijke belastingrechtelijke regels uit handen neemt. Dat is namelijk een enorme en ingewikkelde klus, waarvoor zij de capaciteit niet heeft. De gemeente maakt gebruik van ruim 1.000 voertuigen, die gedeeld worden door een wisselende groep van ruim 6.000 medewerkers die gezamenlijk jaarlijks meer dan 10 miljoen kilometers afleggen. De controle is ook ingewikkeld door de verscheidenheid in soorten voertuigen, directies en locaties. De gemeente wil op het punt van de audits volledig ontzorgd worden. De enige manier waarop zij dat kan bewerkstelligen, is het eisen van het RRS-keurmerk. Voor dat keurmerk neemt de stichting het namelijk op zich om de audits te verzorgen. In alle andere gevallen moet de gemeente dat zelf regelen. De gemeente heeft dus goede redenen om het keurmerk te vereisen, ook vanuit het oogpunt van efficiënte besteding van gemeenschapsgelden. De mededingingsruimte wordt door het eisen van het keurmerk niet beperkt. Er zijn tal van leveranciers van RitRegistratieSystemen die over het keurmerk beschikken. Van een disproportionele eis is daarom geen sprake.”
Nu niet aannemelijk is dat de eisen om in aanmerking te komen voor het RRS-keurmerk in strijd zijn met artikel 2.78a Aw en het vereisen van dat keurmerk niet disproportioneel is, is de vordering niet toewijsbaar.
VdLC publishers/consultants BV, 3 december 2025
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl