Geen schadevergoeding voor onrechtmatig gepubliceerd bestand in nota van inlichtingen (week 42)
Schadevergoeding | nota van inlichtingen
Op 10 augustus 2016 heeft ZCN een bodemprocedure tegen de gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Dijk en Waard, Heiloo en Uitgeest aanhangig gemaakt waarin zij stelt dat de gemeenten door het publiceren van het bestand onrechtmatig jegens ZCN hebben gehandeld en aansprakelijk zijn voor de daardoor door ZCN geleden en nog te lijden schade. De rechtbank is van oordeel dat de bedoelde schade niet als een gevolg van de onrechtmatige daad jegens ZCN aan de gemeenten kan worden toegerekend. Die schade staat namelijk in een te ver verwijderd verband van het onrechtmatig publiceren van het bestand door de gemeenten. (ECLI:NL:RBNHO:2023:14265, Rechtbank Noord-Holland, Datum uitspraak 27 december 2023, Datum publicatie 14 oktober 2025)
Feiten en omstandigheden
(Noot redactie: dit gaat over een aanbesteding uit 2015 en de uitspraak is gedaan op 27 december 2023, maar nu pas gepubliceerd op rechtspraak.nl)
In juli 2015 hebben de gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Dijk en Waard, Heiloo en Uitgeest een Europese openbare aanbesteding georganiseerd voor het uitvoeren een Regiotaxi. Tot 1 januari 2016 was ZCN de dienstverlener en contracterende partij voor de Regiotaxi in opdracht van de provincie Noord-Holland (en het door de provincie Noord-Holland gefinancierde OV-vervoer, dat niet onder de gemeentelijke aanbesteding viel). Bios Personenvervoer was daarvan de feitelijke uitvoerder. Op vrijdag 31 juli 2015 hebben de gemeenten bij een Nota van Inlichtingen per ongeluk een vertrouwelijke bijlage met informatie over de bedrijfsvoering van ZCN gepubliceerd op TenderNed. Nadat ZCN de gemeenten hierop had gewezen, is de Nota van Inlichtingen met het bestand de maandag daarop ingetrokken en is het bestand verwijderd van TenderNed. Op 3 augustus 2015 hebben de gemeenten vervolgens de eerste aanbesteding ingetrokken.
Bij brieven van 10 augustus, 18 en 21 september 2015 heeft ZCN de gemeenten aansprakelijk gesteld voor de schade die zij door de handelwijze van de gemeenten heeft geleden.
Op 10 augustus 2016 heeft ZCN een bodemprocedure tegen de gemeenten aanhangig gemaakt waarin zij een verklaring voor recht heeft gevorderd dat de gemeenten door het publiceren van het bestand onrechtmatig jegens ZCN hebben gehandeld en aansprakelijk zijn voor de daardoor door ZCN geleden en nog te lijden schade, op te maken bij staat. Bij vonnis van 6 september 2017 heeft deze rechtbank de vorderingen van ZCN toegewezen. Hiertoe heeft de rechtbank onder meer het volgende overwogen: “Ter zitting heeft ZCN aangetoond welke gegevens allemaal zichtbaar konden worden gemaakt. Naar het oordeel van de rechtbank is evident dat dit bedrijfsgevoelige informatie oplevert, of, na bewerking van de gegevens, voor een concurrent kan opleveren. Zodoende betreft het hier geheime bedrijfsinformatie met handelswaarde. (…) Het (…) openbaren en verspreiden van deze bedrijfsgeheimen van ZCN door online publicatie van het bestand door gemeenten levert daarmee een onrechtmatige daad jegens ZCN op. Dit onderdeel van de vordering is daarom toewijsbaar (…)”
“Zo is inderdaad denkbaar dat ZCN de aanbesteding heeft verloren, omdat haar concurrenten gebruik hebben gemaakt van de gegevens die uit het gepubliceerde bestand waren af te leiden.
De vordering is daarom op dit onderdeel toewijsbaar (…)”
De gemeenten hebben tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld. Bij arrest van 17 november 2020 heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
ZCN vordert in deze schadestaatprocedure, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, de gemeenten hoofdelijk te veroordelen tot:
A. betaling van een bedrag van 730.824 euro, dan wel een ander door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, aan geleden verlies bestaande uit afvloeiingskosten personeel;
B. betaling van een bedrag van 322.795 euro, dan wel een ander door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, aan gederfde winst. Het oordeel van de rechter:
Overbruggingsovereenkomst
“De rechtbank is van oordeel dat de in r.o. 4.3 bedoelde schade niet als een gevolg van de onrechtmatige daad jegens ZCN aan de gemeenten kan worden toegerekend. Die schade staat namelijk in een te ver verwijderd verband van het onrechtmatig publiceren van het bestand door de gemeenten. Het rechtstreeks gevolg van die publicatie is dat de gemeenten de eerste aanbesteding hebben ingetrokken en de tweede aanbesteding hebben uitgeschreven. ZCN heeft op die aanbesteding ingeschreven. Nadat de gemeenten de voorlopige gunning aan Connexxion bekend hadden gemaakt, heeft ZCN een kort geding tegen de gemeenten aanhangig gemaakt. Als gevolg daarvan hebben de gemeenten de overbruggingsovereenkomst met Connexxion gesloten waarop de OPOV-regeling niet van toepassing was. Het hof heeft in dit kader geoordeeld dat de gemeenten genoodzaakt waren die overeenkomst te sluiten, omdat vόόr de uitspraak van de voorzieningenrechter geen definitieve gunning kon plaatsvinden en de gemeenten er niet van uit konden gaan dat definitieve gunning aan Connexxion per 1 januari 2016 doorgang zou kunnen vinden. Dat de OPOV-regeling niet van toepassing was op de overbruggingsovereenkomst heeft weer tot gevolg gehad dat Connexxion werknemers van ZCN niet hoefde over te nemen. Weliswaar kan de gestelde schade worden teruggevoerd op de onrechtmatige daad van de gemeenten en is daarmee sprake van een causaal verband, maar gelet op de reeks van gebeurtenissen die sinds de onrechtmatige daad hebben plaatsgevonden is de schade daarvan dusdanig ver verwijderd dat de gemeenten ten tijde van de onrechtmatige daad met een dergelijk scenario redelijkerwijs geen rekening hoefden te houden. De rechtbank zal deze schadepost daarom afwijzen. De overige verweren van de gemeenten hoeven daarmee geen bespreking meer.”
Conclusie
“De conclusie is dat de door ZCN gestelde schade als gevolg van het niet toepassen van de OPOV-regeling redelijkerwijs niet aan de gemeenten kan worden toegerekend en dat ZCN voor de door haar gestelde schade als gevolg van het missen van de kans op gunning van de eerste aanbesteding niet heeft voldaan aan haar stelplicht. Aan bewijslevering komt de rechtbank dus niet toe.”
VdLC publishers/consultants BV, 22 oktober 2025)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl