Geen sprake van strijd met toepasselijke beginselen aanbestedingsrecht (week 43)
ABDO | eisen | wezenlijke wijziging
voor warme- en koude drankenvoorzieningen bij locaties van TNO. Voor onbegeleide toegang tot 3 van de 22 locaties van TNO is een zogenoemde ABDO (Algemene Beveiligingseisen voor Defensie Opdrachten)-autorisatie vereist, omdat TNO op die locaties opdrachten verricht voor het ministerie van Defensie. De voorzieningenrechter concludeert dat in de Aanbestedingsleidraad geen termijn is gesteld voor het verkrijgen van de ABDO-certificering. De ABDO-certificering is evenmin als een geschiktheidseis te kwalificeren. Van strijd met de toepasselijke beginselen van het aanbestedingsrecht, waaronder het gelijkheidsbeginsel en het transparantiebeginsel is geen sprake. Evenmin kan gezegd worden dat sprake is van een wezenlijke wijziging. (ECLI:NL:RBDHA:2025:18929, Rechtbank Den Haag, Datum uitspraak18 juli 2025, Datum publicatie21 oktober 2025
Feiten en omstandigheden
In het najaar van 2024 heeft TNO een Europese openbare aanbestedingsprocedure georganiseerd voor warme- en koude drankenvoorzieningen bij locaties van TNO. Voor onbegeleide toegang tot 3 van de 22 locaties van TNO is een zogenoemde ABDO (Algemene Beveiligingseisen voor Defensie Opdrachten)-autorisatie vereist, omdat TNO op die locaties opdrachten verricht voor het Ministerie van Defensie en gebonden is aan bepaalde beveiligingseisen. De opdrachtnemers van TNO zijn daar ook aan gebonden. Een ABDO-autorisatie voor de leverancier van TNO voor de drankenvoorziening wordt op aanvraag, indien aan de vereisten daarvoor wordt voldaan, afgegeven door het Bureau Industrieveiligheid van de Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst, nadat een screening heeft plaatsgevonden van die leverancier en zijn medewerkers die de betreffende locaties zullen betreden. Zowel [bedrijf 1] als [bedrijf 2] heeft ingeschreven op de aanbesteding. De inschrijving van [bedrijf 2] is als de economisch meest voordelige inschrijving uit de bus gekomen. [bedrijf 1] is als tweede geëindigd. TNO heeft vervolgens bij het BIV een aanvraag ingediend voor de screening van [bedrijf 2] ten behoeve van de ABDO-certificering. Bij e-mailbericht van 28 mei 2025 heeft TNO aan [bedrijf 1] het volgende verzoek gedaan: “Zoals bekend loopt onze huidige overeenkomst met kenmerk 2018 FPL/INK 42 af op 1 juli aanstaande en is de nieuwe opdracht naar aanleiding van de Europese aanbesteding met kenmerk 2023 FPL/INK 132 gegund aan de leverancier [bedrijf 2] . Omdat het proces voor het verkrijgen van de ABDO-autorisatie voor [bedrijf 2] , afgegeven door de Bureau Industrieveiligheid (BIV), is vertraagd is het niet mogelijk om de dienstverlening per genoemde datum te starten op 3 locaties van TNO. Omdat [bedrijf 1] op het moment de ABDO-autorisatie heeft en deze naar verwachting éénvoudig is te verlengen per 1 juli 2025 verzoeken wij [bedrijf 1] vriendelijk om de dienstverlening op de voorgenoemde TNO-locaties voorlopig voort te zetten. Concreet betekent dit dat TNO voor [bedrijf 1] een verlenging van de ABDO-autorisatie zal aanvragen bij het Bureau Industrieveiligheid (BIV).” De advocaat van [bedrijf 1] heeft op 3 juni 2025 geantwoord dat [bedrijf 1] niet zal voldoen aan het verzoek van TNO om de drankenvoorziening voor 3 locaties van TNO te blijven leveren ná 1 juli 2025, omdat zij meent dat zij op grond van de wachtkamerovereenkomst aanspraak maakt op gunning van de opdracht nu [bedrijf 2] de ABDO-certificering niet tijdig heeft verkregen. [bedrijf 2] stapt naar de rechter en die zegt het volgende
Vertraging
“Na de voorlopige gunning van de opdracht aan [bedrijf 2] heeft TNO de aanvraag voor een ABDO-certificering voor [bedrijf 2] in gang gezet. In de aanloop naar verkrijging van de ABDO-certificering heeft TNO met [bedrijf 2] de overeenkomst getekend. Het screeningsproces van [bedrijf 2] heeft vervolgens vertraging opgelopen. TNO heeft hierover verklaard dat extra werkzaamheden van het BIV/de MIVD vanwege de NAVO-top eind juni 2025 en een tekort aan personeel mogelijke oorzaken hiervan zijn. Gesteld noch gebleken is dat (TNO of) [bedrijf 2] van de vertraging in het screeningsproces enig verwijt valt te maken.”
Probleem
“TNO zag zich nu voor een probleem gesteld doordat uitgangspunt was dat voor aanvang van de werkzaamheden door [bedrijf 2] de screening met goed gevolg doorlopen zou moeten zijn. Aldus dreigde de drankenvoorziening op alle locaties per 1 juli 2025 (voorlopig) gestaakt te worden. TNO heeft gemeend [bedrijf 2] toch te moeten laten starten, ondanks de ontbrekende certificering. Problematisch was echter de uitvoering van de opdracht op de 3 locaties waarvoor de ABDO-certificering dwingend is voorgeschreven. Voor die locaties heeft TNO [bedrijf 1] eind mei jl. verzocht om de dienstverlening op die locaties tijdelijk voort te zetten. Hoewel [bedrijf 1] vanaf 1 juli 2025 niet meer over een ABDO-certificering zou beschikken was de verwachting van TNO dat verlenging vrij gemakkelijk verkregen zou kunnen worden. [bedrijf 1] heeft aan dat verzoek geen gevolg gegeven. Om de betreffende locaties niet zonder drankenvoorziening te laten zitten, heeft TNO toen als tussenoplossing bedacht dat [bedrijf 2] -medewerkers onder toezicht van een gescreende TNO-medewerker die locaties toch zouden kunnen betreden.”
Geen sprake van een wezenlijke wijziging
“Hierbij overweegt de voorzieningenrechter nog dat in de Aanbestedingsleidraad geen termijn is gesteld voor het verkrijgen van de ABDO-certificering. De ABDO-certificering is evenmin als een geschiktheidseis te kwalificeren. In de Aanbestedingsleidraad is enkel vermeld dat definitieve gunning onder opschortende voorwaarde plaatsvindt en dat de ABDO-certificering nodig is voordat de inschrijver kan starten met de opdracht op. Deze voorwaarden (en alleen deze voorwaarden) heeft TNO gewijzigd als gevolg van de onvoorzienbare vertraging bij het screeningproces. Van strijd met de toepasselijke beginselen van het aanbestedingsrecht, waaronder het gelijkheidsbeginsel en het transparantiebeginsel is geen sprake. Evenmin kan gezegd worden dat sprake is van een wezenlijke wijziging.”
VdLC publishers/consultants BV, 29 oktober 2025)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl