Invloed procesbegeleider op beoordeling niet onderbouwd (week 42)
Communicatie | uitvoeringseisen
Enexis/WML hebben aan het begin van 2025 een Europese aanbesteding bekendgemaakt voor het storten van overtollige grond en leveren van bouwstoffen ten behoeve van infrawerkzaamheden in Limburg-Noord en Limburg-Zuid. De rechter oordeelt dat niet gebleken is van een onbegrijpelijke beoordeling. Evenmin is gebleken dat het beoordelingsproces niet zou hebben plaats gevonden conform de in de aanbestedingsdocumenten beschreven beoordelingsprocedure. Het verwijt dat de contactpersoon, hoewel zij geen lid van de beoordelingscommissie was, als procesbegeleider invloed heeft gehad op het verloop en de uitkomst van de beoordeling, heeft de Combinatie niet onderbouwd en heeft, zoals Enexis/WML volgens de rechter terecht opmerkt, een hoog speculatief gehalte. (ECLI:NL:RBOBR:2025:6373, Rechtbank Oost-Brabant, Datum uitspraak 8 oktober 2025, Datum publicatie 17 oktober 2025)
Feiten en omstandigheden
Enexis/WML hebben aan het begin van 2025 een Europese aanbesteding d.m.v. een onderhandelingsprocedure met aankondiging bekendgemaakt met als opdrachtomschrijving het storten van overtollige grond en leveren van bouwstoffen ten behoeve van infrawerkzaamheden in Limburg-Noord en Limburg-Zuid. De Combinatie heeft een inschrijving ingediend (uitsluitend) voor Perceel 2 (Limburg-Zuid). Bij brief van 10 juni 2025 (productie 4 bij dagvaarding) heeft Enexis/WML haar gunningsbeslissing bekend gemaakt en medegedeeld voornemens te zijn de opdracht te gunnen aan [gevoegden] omdat de inschrijving van [gevoegden] de beste prijs-kwaliteitverhouding had. Bij brief van 24 juni 2025 heeft De Combinatie bezwaar gemaakt tegen de voorlopige gunning. Op 27 juni 2025 heeft een toelichtend gesprek plaatsgevonden tussen Enexis/WML en De Combinatie.
Een dag voorafgaand aan het toelichtend gesprek heeft mr. Cornelissen namens Enexis/WML in een brief (van 26 juni 2025) aan De Combinatie bericht dat de bespreking bedoeld is voor een toelichting op de beoordeling van de inschrijving van De Combinatie en dat deze bespreking plaats dient te vinden buiten aanwezigheid van de advocaten. Het toelichtend gesprek heeft de bezwaren die De Combinatie heeft tegen de voorlopige gunningsbeslissing niet weg genomen. De Combinatie vordert Enexis/WML te verbieden verdere uitvoering te geven aan de Gunningsbeslissing;
Het oordeel van de rechter:
Communicatie
“Volgens Enexis/WML heeft De Combinatie tijdens het toelichtingsgesprek, dat op 27 juni 2025 plaats heeft gevonden, in strijd gehandeld met de voorafgaand aan dat gesprek gemaakte afspraken, en met de contactparagraaf die is opgenomen in de Offerteaanvraag in 2.1. In die paragraaf is voorgeschreven op welke wijze de communicatie over de aanbesteding moet verlopen. Enexis/WML heeft ter nadere onderbouwing van haar stellingen aangevoerd dat De Combinatie tijdens het toelichtingsgesprek meermaals getracht heeft om het onderwerp te veranderen naar de (inhoud van de) inschrijving van GBN c.s. en naar de beoordeling van de inschrijving van [gevoegden] , hetgeen volgens Enexis/WML is aan te merken als een poging om de uitslag van de aanbestedingsprocedure te beïnvloeden. Een dergelijke handelwijze is in strijd met het gelijkheidsbeginsel en het transparantiebeginsel en moet leiden tot uitsluiting van De Combinatie van de gunningsprocedure.”
Uitsluiting te ver strekkend
“De voorzieningenrechter volgt Enexix/WML niet in haar standpunt dat de handelwijze van De Combinatie tijdens het toelichtingsgesprek moet leiden tot een ver strekkende maatregel als uitsluiting van de gunningsprocedure. Hiertoe wordt het volgende overwogen. Het toelichtingsgesprek was een gelegenheid die door Enexis/WML zelf geboden was (vgl. de brief met het voorlopig gunningsbesluit van 10 juni 2025 van Enexis/WML aan De Combinatie).
Voorafgaand aan het gesprek heeft Enexis/WML zelf aan De Combinatie medegedeeld dat het gesprek bedoeld was voor een toelichting op de beoordeling van de inschrijving van de Combinatie, en niet voor de verificatie van de geldigheid van de uitgekozen inschrijving of de juistheid van de beoordeling van die inschrijving. Enexis/WML bepaalde dus de agenda van het gesprek en kon ook zelf bepalen op welke vragen van De Combinatie zij in wilde gaan. Verder acht de voorzieningenrechter van belang dat het toelichtingsgesprek plaats vond op 27 juni 2025, geruime tijd na de datum van de voorlopige gunning, zodat niet aannemelijk is dat De Combinatie op dat moment de gunningsbeslissing nog kon beïnvloeden. Bovendien lijkt de soep door Enexis/WML ook minder heet te worden gegeten als in dit kort geding wordt opgediend. De verwijten die Enexis/WML aan de Combinatie maakt zijn kennelijk geen aanleiding zijn geweest De Combinatie direct of kort na het toelichtingsgesprek uit te sluiten. - Dat had wel voor de hand gelegen als Enexis/WML werkelijk van oordeel was dat De Combinatie heeft geprobeerd om de uitkomst van de aanbesteding te beïnvloeden.”
Uitvoeringseisen
“Van belang is voorts dat Enexis/WML onweersproken heeft gesteld dat zij de inschrijvers niet heeft gevraagd om bij de inschrijving daadwerkelijk certificaten en omgevingsvergunningen te overleggen, maar dat de inschrijvers, voor het voldoen aan de eisen EV-4 en EV-7, dienden aan te tonen dat zij bij de uitvoering van de aanbestedingsovereenkomst over de vereiste certificaten en vergunningen beschikken. Enexis/WML heeft ook onweersproken gesteld dat gedurende de uitvoering van de raamovereenkomst de stortlocaties nog mogen worden gewijzigd zolang deze locaties voldoen aan de in het PvE gestelde eisen. De eis dat de inschrijver reeds bij de inschrijving over alle voor de locaties vereiste certificaten en vergunningen dient te beschikken zou dan niet rijmen met de mogelijkheid om tijdens de uitvoering van de raamovereenkomst nog locaties te wijzigen. Gelet op bovenstaande overwegingen is naar het oordeel van de voorzieningenrechter de meest voor de hand liggende uitleg van de aanbestedingsstukken dat de eisen EV4 en EV7 uitvoeringseisen zijn, in die zin dat daaraan moet worden voldaan bij uitvoering van de diensten.
Geen onbegrijpelijke beoordeling
“In het licht van bovenstaand uitgangspunt overweegt de voorzieningenrechter dat niet gebleken is van een onbegrijpelijke beoordeling door Enexis/WML van de inschrijving van [gevoegden] Evenmin is gebleken dat het beoordelingsproces niet zou hebben plaats gevonden conform de in de aanbestedingsdocumenten beschreven beoordelingsprocedure en gunningscriteria. Het verwijt dat de contactpersoon, hoewel zij geen lid van de beoordelingscommissie was, als procesbegeleider invloed heeft gehad op het verloop en de uitkomst van de beoordeling, heeft de Combinatie niet onderbouwd en heeft, zoals Enexis/WML terecht opmerkt, een hoog speculatief gehalte. Enexis/WML heeft dat voldoende weerlegd.”
De conclusie luidt dat voor een veroordeling tot het intrekken van de gunningsbeslissing geen aanleiding is, zodat de vorderingen van De Combinatie moeten worden afgewezen.
VdLC publishers/consultants BV, 22 oktober 2025)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl