Onvoldoende op een gunningscriterium hoeft niet tot ongeldige inschrijving te leiden (week 49)
Beoordelingssystematiek | manipulatieve inschrijving
Volgens FMMU en FARR is de inschrijving van RMD op de aanbesteding ‘Medische Arrestantenzorg 2023’ van de Politie ongeldig omdat RMD op een subgunningscriterium een onvoldoende heeft gescoord en omdat RMD heeft ingeschreven met gemanipuleerde prijzen. Het hof komt tot de conclusie dat de aanbesteding niet zo is ingestoken dat een score van 2 of minder op een subgunningscriterium leidt tot een ongeldige inschrijving. Het leidt slechts tot een lagere totaalscore. Voor zover FMMU en FARR zich in dit kort geding tegen de opzet van de aanbesteding verzetten, hebben zij hun rechten verwerkt door dit niet voorafgaand aan de inschrijving (in fase 1 of 2) te doen. (ECLI:NL:GHDHA:2025:2543, Gerechtshof Den Haag, Datum uitspraak 2 december 2025, Datum publicatie 5 december 2025)
Feiten en omstandigheden
In deze aanbestedingszaak vorderen inschrijvers FMMU en FARR onder meer intrekking van door de Politie c.s. ten gunste van RMD genomen gunningsbeslissingen, een verbod tot het gunnen aan een ander, dan wel een gebod tot heraanbesteding voor een Europese openbare aanbestedingsprocedure voor ‘Medische Arrestantenzorg 2023’. Volgens FMMU en FARR is de inschrijving van RMD ongeldig omdat RMD op een subgunningscriterium een onvoldoende heeft gescoord en omdat RMD heeft ingeschreven met gemanipuleerde prijzen, waardoor volgens hen (onder meer) sprake is van onvergelijkbare inschrijvingen. De voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag heeft de zaken gevoegd behandeld en heeft de vorderingen van FMMU, FARR en RMD afgewezen en FMMU, FARR en RMD (gedeeltelijk) in de kosten veroordeeld. Dit is het hoger beroep van die zaak. Het oordeel van het hof:
Onvoldoende leidt niet tot ongeldigheid
“Het hof overweegt als volgt. De onderhavige aanbesteding is blijkens de toelichting op de gunningscriteria (hiervoor samengevat onder 3.7) niet zo ingestoken dat een score van 2 of minder op dit subgunningscriterium leidt tot een ongeldige inschrijving, maar slechts tot een lagere score. Verder is niet voorgeschreven dat bij de inschrijving moet worden ingegaan op de situatie waarin de inschrijver de opdracht voor alle percelen wordt gegund. Op grond van de systematiek van de aanbesteding levert de score onvoldoende op dit subgunningscriterium, noch het gegeven dat RMD niet is ingegaan op de situatie dat haar alle percelen worden gegund, ongeldigheid van de inschrijving op. Voor zover FMMU en FARR zich in dit kort geding tegen deze opzet van de aanbesteding verzetten, hebben zij bovendien hun rechten verwerkt door dit niet voorafgaand aan de inschrijving (in fase 1 of 2) te doen.”
Personeel
“Verder acht hof voorshands niet aannemelijk dat RMD door de behaalde onvoldoende op subgunningscriterium CG2-1a het doel van gunningscriterium GC2 niet zal kunnen halen en/of de beoordelingscommissie dit met de toegekende score heeft menen uit te drukken. Gunningscriterium GC2 heeft blijkens de toelichting in bijlage 4 bij de Offerteaanvraag (hiervoor weergegeven onder 3.10) ten doel, kort gezegd, dat ingeslotenen en medewerkers volledig kunnen vertrouwen op het tijdig en correct handelen door de medische dienstverlener. Voor het bereiken van dit doel is niet alleen subgunningscriterium 1a (welke expertise brengt u in welke aantallen samen in het uitvoerende team?) relevant, maar ook de overige vier subgunningscriteria, waarvoor RMD een voldoende of hoger heeft gescoord. Die vier criteria gaan onder meer over de vragen of de inschrijver het benodigde personeel al in dienst heeft of dit nog moet worden geworven, welke oplossingen voor het schaarste-probleem bij medisch personeel worden aangeboden, met borging van medische en wettelijke eisen, en welke oplossingen voor (situaties van) gelijktijdige inzet worden voorgesteld. Op grond van de voor die subgunningscriteria behaalde scores beschikte RMD volgens de beoordelingscommissie in voldoende mate over oplossingen voor het schaarste probleem voor (medisch geschikt) personeel en voor situaties van gelijktijdige inzet. Daarin ligt besloten dat (de beoordelingscommissie kennelijk van mening was dat) RMD de samenstelling en expertise van het uitvoerende team alsnog op het gewenste niveau zal kunnen brengen.”
Zorgverzekeraars
“FMMU en FARR hebben niet gesteld, noch is anderszins gebleken, dat in de aanbestedingsstukken als zodanig een (expliciete) verplichting is neergelegd om de aan de politie aangeboden prijzen ook met de zorgverzekeraars af te spreken. Naar het voorlopig oordeel van het hof is voor een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver duidelijk dat de aanbestedende dienst een dergelijke verplichting juist niet heeft willen stellen. Zo is in Nota van Inlichtingen door de Politie telkens benadrukt dat zij buiten de door de zorgaanbieders met de zorgverzekeraars te maken afspraken staat (272: “Opdrachtnemer is zelf verantwoordelijk voor de eigen afspraken met de zorgverzekeraars, zoals gebruikelijk (…) De Politie is echter geen partij in de afspraken die Opdrachtnemer met de zorgverzekeraars maakt”; (289) “Wat de aanbieder in de toekomst afspreekt met de zorgverzekeraars zelf, is buiten onze invloedssfeer”). Voorshands valt ook niet in te zien welk belang de Politie erbij zou hebben dat een zorgaanbieder bij de zorgverzekeraar voor verzekerde ingeslotenen niet méér zou mogen declareren dan deze bij de Politie voor onverzekerde ingeslotenen in rekening brengt. Voor zover dat laatste de zorgaanbieder in staat zou stellen de Politie lagere prijzen aan te bieden, lijkt het belang van de Politie daarmee veeleer gediend. Bij dit alles komt dat de aanbestedingsstukken ook niet voorzien in een mechanisme op grond waarvan de Politie zou kunnen controleren of de zorgaanbieder zich aan de door FMMU en FARR gestelde verplichting zou houden.”
De conclusie is dat het hoger beroep van FMMU en FARR niet slaagt. Daarom zal het hof het bestreden vonnis bekrachtigen.
VdLC publishers/consultants BV, 10 december 2025)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl