Bedrijf beschikte niet over een geldig TX-keurmerk (week 33)
Eisen | keurmerk
In november 2015 maakt [bedrijf] aan de gemeenten Roermond, Roerdalen, Leudal en Echt-Susteren kenbaar dat de Raamovereenkomsten leerlingenvervoer voor haar dusdanig verlieslatend waren dat ongewijzigde voortzetting van de overeenkomsten tot financiële moeilijkheden zou leiden. Op 26 april 2016 heeft de rechtbank Gelderland [bedrijf] failliet verklaard met benoeming van [appellant] tot curator. De curator vordert dat voor recht wordt verklaard dat de boetebedingen uit artikelen 14 van de Raamovereenkomsten tussen [bedrijf] en de gemeenten geen gelding hebben. Het hof verwerpt het betoog van [appellant]. Vaststaat dat [bedrijf] het TX-keur gedurende de looptijd van het contract heeft laten vervallen en evenmin beschikte over een gelijkwaardig keurmerk. (ECLI:NL:GHSHE:2025:1592, Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, Datum uitspraak 10 juni 2025, Datum publicatie 13 augustus 2025)
Feiten en omstandigheden
De gemeenten Roermond, Roerdalen, Leudal en Echt-Susteren zijn verantwoordelijk voor het leerlingenvervoer binnen hun gemeente. Via een gezamenlijke openbare Europese aanbesteding hebben de gemeenten de opdracht tot het uitvoeren van leerlingenvervoer in de markt gezet. Per gemeente zijn twee percelen ([percelen]) aan [bedrijf] gegund voor de schooljaren 2014/2015 en 2015/2016. De afzonderlijke gemeenten hebben in juni 2014 elk per perceel met [bedrijf] een Raamovereenkomst gesloten. In november 2015 maakt [bedrijf] aan de gemeenten kenbaar dat de Raamovereenkomsten voor haar dusdanig verlieslatend waren dat ongewijzigde voortzetting van de overeenkomsten tot financiële moeilijkheden zou leiden. Op 26 april 2016 heeft de rechtbank Gelderland [bedrijf] failliet verklaard met benoeming van [appellant] tot curator. De curator heeft gevorderd dat de rechtbank voor recht verklaart dat de boetebedingen uit artikelen 14 van de Raamovereenkomsten tussen [bedrijf] en de gemeenten geen gelding hebben. In het vonnis van 17 mei 2023 heeft de rechtbank geoordeeld dat het boetebeding in artikel 3.5.4. van het Beschrijvend document van toepassing is in de rechtsverhouding tussen [bedrijf] en de gemeenten en moet worden gezien als aanvulling op, en niet als strijdig met, artikel 14 van de Raamovereenkomst. Tussen partijen is niet in geschil dat [bedrijf] het TX-keur tijdens de looptijd van het contract heeft laten verlopen. Daarom is sprake van een tekortkoming in de zin van het Beschrijvend document en is de boeteregeling van toepassing. De rechtbank heeft voorts geoordeeld dat de door [appellant] aangedragen feiten en omstandigheden, mede in het licht van het door de gemeenten gevoerde verweer, onvoldoende zijn om een matiging van de boete tot nihil te rechtvaardigen. De rechtbank ziet echter wel voldoende grond om voor een matiging van de boetes aan te sluiten bij de maximalisatie tot 20.000 euro per jaar per contract overeenkomstig artikel 14 lid 2 van de Raamovereenkomst en wijst de door [appellant] gevorderde verklaring voor recht aldus toe. Dit is het hoger beroep van die zaak. Het hof zegt o.a.:
TX-keur
“Op grond van artikel 3.2.2 van het Beschrijvend document dient de vervoerder (in dit geval [bedrijf]) voor de hele looptijd van het contract in het bezit te zijn van een TX-keur. Op grond van artikel 2.78a van de Aanbestedingswet (Aw) is het stellen van een dergelijke eis onder voorwaarden toegelaten. Gesteld noch gebleken is dat niet aan die voorwaarden is voldaan en [bedrijf] heeft deze met zijn inschrijving bovendien ook aanvaard. Op grond van artikel 2.78a lid 3 van de Aw aanvaardt een aanbestedende dienst die een specifiek keurmerk eist, alle keurmerken die bevestigen dat het werk, de levering of de dienst aan gelijkwaardige keurmerkeisen voldoet. Dat was bij de inschrijving niet aan de orde, omdat [bedrijf] op dat moment over het TX-keur beschikte.”
Toerekenbare tekortkoming
“Het hof verwerpt het betoog van [appellant], inhoudende dat geen sprake is van een toerekenbare tekortkoming. Daartoe is het volgende redengevend. Vaststaat dat [bedrijf] het TX-keur gedurende de looptijd van het contract heeft laten vervallen en evenmin beschikte over een gelijkwaardig keurmerk. Het enkele verlies van het TX-keur als zodanig is op grond van artikel 3.2.2 lid 2 van het Beschrijvend document al een aan [bedrijf] toerekenbare tekortkoming, met de daaraan verbonden contractuele en wettelijke rechten voor de gemeenten. Daar komt bij dat het hof uit de stellingen van partijen en de stukken heeft afgeleid dat [bedrijf], in de wetenschap dat het TX-keur op 16 februari 2016 zou vervallen, niet (tijdig) de vereiste handelingen heeft verricht om de TX-keur verlengd te krijgen. Dit kennelijk om de reden dat een verschil van inzicht bestond over de naleving van de CAO Taxivervoer, hetgeen een van de eisen is waaraan in het kader van het TX-keur moet worden voldaan.”
Gelijkwaardig
“De vraag of [bedrijf] mogelijk wel “gelijkwaardig zou zijn”, zoals [appellant] stelt en de gemeenten betwisten, doet niet ter zake. Dat had [bedrijf] vóór het verstrijken van de vervaltermijn kunnen en moeten aantonen door middel van een keurmerk dat door een derde partij op wie de ondernemer die het keurmerk aanvraagt geen (beslissende) invloed uitoefent, was afgegeven. Dat is niet gebeurd, zodat de gemeenten ook niet hebben kunnen beoordelen of een vergelijkbare certificering aanwezig was. Op welke grondslag de gemeenten [bedrijf] uit eigener beweging voorafgaand aan de vervaldatum in de gelegenheid hadden moeten stellen daarvoor te zorgen, is niet duidelijk geworden. Er is geen sprake van schending van de aanbestedingsrechtelijke verplichtingen door de gemeenten. Naar aanleiding van de stelling van [appellant] dat de gemeenten aan [bedrijf] na het vervallen van het TX-keur geen redelijke herstelmogelijkheid hebben gegeven overweegt het hof nog het volgende. Uit artikel 3.2.2. lid 1 van het Beschrijvend document volgt dat het bieden van een herstelgelegenheid noodzakelijk is indien de gemeenten de verdere uitvoering van het vervoer willen staken, indien de vervoerder niet meer over het TX-keur beschikt. Uit dit artikel, noch uit artikel 3.2.2. lid 2, noch uit enig ander artikel volgt dat voor het aannemen van een toerekenbare tekortkoming op het punt van het TX-keur noodzakelijk is dat eerst een herstelmogelijkheid wordt geboden.”
Het vonnis waarvan beroep wordt bekrachtigd.
VdLC publishers/consultants BV, 20 augustus 2025)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl