Beoordeling bij aanbesteding beveiligingsdiensten niet onbegrijpelijk of onjuist (week 34)
Beoordeling van de kwaliteit
Het COA heeft op 29 januari 2025 een Europese openbare aanbestedingsprocedure aangekondigd voor ‘Beveiligingsdiensten’. Op de aanbesteding hebben vijf partijen ingeschreven, waarvan alleen G4S en Trigion een geldige inschrijving hebben gedaan. Op 24 april 2025 heeft het COA aan G4S meegedeeld dat zij voornemens is de opdracht te gunnen aan Trigion. G4S vordert dat de voorzieningenrechter het COA verbiedt om tot gunning over te gaan. De rechter is van oordeel dat de specifieke bezwaren van G4S niet kunnen leiden tot de conclusie dat de beoordeling onbegrijpelijk of inhoudelijk onjuist is. (ECLI:NL:RBDHA:2025:14552, Rechtbank Den Haag, Datum uitspraak 10 juli 2025, Datum publicatie 19 augustus 2025)
Feiten en omstandigheden
Het COA heeft op 29 januari 2025 een Europese openbare aanbestedingsprocedure aangekondigd voor ‘Beveiligingsdiensten’. De opdracht ziet op het inzetten van externe objectbeveiligers die enerzijds de veiligheid van personen (COA-personeel, bewoners en bezoekers) en goederen bewaken en anderzijds waken tegen verstoring van de orde en rust op terreinen en in gebouwen van het COA.
Op de aanbesteding hebben 5vpartijen ingeschreven, waarvan alleen G4S en Trigion een geldige inschrijving hebben gedaan. Op 24 april 2025 heeft het COA aan G4S meegedeeld dat zij voornemens is de opdracht te gunnen aan Trigion. G4S vordert dat de voorzieningenrechter het COA verbiedt om tot gunning over te gaan. Het oordeel van de rechter:
3 verbeterpunten
“G4S richt haar bezwaren op 3 verbeterpunten die in de beoordeling van subgunningscriterium 2, Innovatieadvies, worden benoemd. Dit betreft verbeterpunten op het gebied van (i) de menselijke maat binnen technologische innovaties, (ii) de uitvoerbaarheid van grootschalige systeemintegraties en (iii) de borging van privacy en AVG. G4S stelt dat op deze onderdelen ten onrechte is geoordeeld dat sprake is van ruimte voor verbetering, en dat daarom geoordeeld had moeten worden dat deze er “niet of nauwelijks” is, waardoor de score van G4S verbetert naar “uitstekend” en G4S de aanbesteding wint. In dat standpunt wordt G4S niet gevolgd. Uit het gehanteerde beoordelingskader blijkt dat voor de score bepalend is de inhoudelijke uitwerking van de gevraagde informatie en in hoeverre die uitwerking de verwachtingen van de beoordelingscommissie overtreft, waarbij een rol speelt of er ruimte voor verbetering is. Het COA heeft er terecht op gewezen dat voor de gewenste score “uitstekend” nodig is dat het beoordelingsteam nauwelijks of geen ruimte voor verbetering ziet maar óók dat de uitwerking de verwachtingen overtreft. G4S wordt niet gevolgd in haar standpunt dat met dit onderdeel van het beoordelingskader niets anders wordt bedoeld dan dat er meer wordt gedaan dan hetgeen minimaal is gevraagd. De aanbestedingsstukken zijn volstrekt duidelijk op dit punt: In het gehanteerde beoordelingskader is per waarderingsscore vanaf de score “voldoende” telkens uitgewerkt in welke (oplopende) mate de verwachtingen dienen te zijn overtroffen om een bepaalde score te behalen. Een “voldoende” kan worden behaald indien de uitwerking de verwachtingen niet of nauwelijks overtreft. Een “goed” vereist dat de uitwerking de verwachtingen op sommige punten overtreft en voor een “uitstekend” dient de uitwerking de verwachtingen te overtreffen.”
Geen steun voor “Uitstekend”
Met het COA is de voorzieningenrechter vervolgens van oordeel dat in de motivering van de beoordeling van subgunningscriterium 2 geen steun is te vinden voor de aanname dat de inschrijving van G4S de verwachtingen in zodanig grote mate overtreft, dat zij de waardering “uitstekend” zou moeten krijgen. Daar komt nog bij dat, anders dan G4S stelt, sprake is van meer verbeterpunten dan de 3 die G4S noemt. In de beoordeling valt immers te lezen dat onder meer ook een aandachtspunt is dat door de beperkte inzet van slechts vijf teamleiders voor de gehele regio de scope of control onduidelijk blijft. Dat heeft G4S op zichzelf niet betwist. Weliswaar worden in de eindconclusie in het bijzonder de drie door G4S betwiste verbeterpunten genoemd, maar daarmee is niet gezegd dat het andere genoemde aandachtspunt geen rol speelt bij de waardering van de inschrijving op het subgunningscriterium Innovatieadvies met ‘goed’ in plaats van ‘uitstekend’. De keuze om dit aandachtspunt in de beoordeling te noemen wijst er juist op dat ook dit aandachtspunt een voor de beoordelingscommissie relevant verbeterpunt betreft.
De voorzieningenrechter van oordeel dat de specifieke bezwaren van G4S tegen de 3 genoemde verbeterpunten niet kunnen leiden tot de conclusie dat de beoordeling onbegrijpelijk of inhoudelijk onjuist is.
De slotsom is dat de bezwaren van G4S tegen de gunningsbeslissing geen doel treffen. Dit brengt mee dat de vorderingen van G4S moeten worden afgewezen.
VdLC publishers/consultants BV, 27 augustus 2025)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl