Voldoende ruimte om verschil te kunnen maken op kwaliteit (week 35)
Laagste prijs | beste prijs kwaliteit verhouding | proportionaliteit
NS houdt een Europese openbare aanbesteding voor de inhuur van flexibel personeel. [eiseres] wil zich inschrijven op deze opdracht en uitzendkrachten inzetten bij NS, maar zij heeft bezwaren tegen de wijze van gunning en de eisen die NS stelt. Volgens [eiseres] is er sprake van een gunning op basis van laagste prijs en dat is niet gemotiveerd in de aanbestedingsstukken. Dit maakt de procedure volgens [eiseres] fundamenteel gebrekkig. Volgens de rechter bestaat er echter voldoende ruimte om met het gunningscriterium Kwaliteit verschil te kunnen maken ten opzichte van de inschrijvers die (mogelijk) voor een lagere prijs hebben ingeschreven. (ECLI:NL:RBMNE:2025:4474, Rechtbank Midden-Nederland, Datum uitspraak 23 juli 2025, Datum publicatie 21 augustus 2025)
Feiten en omstandigheden
NS houdt een Europese openbare aanbesteding voor de inhuur van flexibel personeel. NS wil een raamovereenkomst sluiten met één dienstverlener voor maximaal 8 jaar. [eiseres] wil zich inschrijven op deze opdracht en uitzendkrachten inzetten bij NS, maar zij heeft bezwaren tegen de wijze van gunning en de eisen die NS stelt. NS is het niet eens met deze bewaren. In afwachting van de uitkomst van dit kort geding heeft NS de aanbestedingsprocedure gepauzeerd. Een gunningsbeslissing is dus nog niet genomen. De voorzieningenrechter is het oneens met [eiseres] en wijst de vorderingen af. De rechter zegt o.a.:
Gunning feitelijk op laagste prijs
“Volgens [eiseres] komt de door NS gehanteerde formule voor het gunningscriterium Prijs erop neer dat als een inschrijver het minimale Uurtarief van € 30,00 aanbiedt, hij dan de maximale score van 400 punten behaalt. Per saldo zou de score voor dit gunningcriterium bepalend zijn voor de uitkomst van de aanbesteding, omdat punten die inschrijvers laten liggen bij het gunningscriterium Prijs feitelijk niet kunnen worden goedgemaakt op het gunningscriterium Kwaliteit. Omdat ondernemers op Kwaliteit ongeveer hetzelfde zullen scoren, is dit criterium namelijk van zo geringe betekenis dat die geen werkelijke invloed heeft op de rangorde. Hierdoor wordt een ondernemer feitelijk gedwongen om in te schrijven tegen het minimale Uurtarief. Volgens [eiseres] is daarom sprake van een gunning op basis van laagste prijs en dat is niet gemotiveerd in de aanbestedingsstukken. Dit maakt de procedure volgens [eiseres] fundamenteel gebrekkig.”
Inschrijvers kunnen zich onderscheiden op kwaliteit
“De voorzieningenrechter gaat niet mee in het standpunt van [eiseres] , omdat dit standpunt feitelijk onjuist is. Voor het gunningscriterium Kwaliteit kan een inschrijver maximaal 600 punten scoren. Dat is meer dan de maximaal 400 punten die voor het gunningscriterium Prijs gescoord kunnen worden. Het gunningscriterium Kwaliteit weegt dus voor een groter deel mee in de uiteindelijke totale score, en de score van 600 punten is daarmee ook voldoende hoog om het verschil te kunnen maken. Bovendien bestaat voldoende ruimte om met het gunningscriterium Kwaliteit verschil te kunnen maken ten opzichte van de inschrijvers die (mogelijk) voor een lagere prijs hebben ingeschreven en die dus hoger scoren op het gunningscriterium Prijs, ten gevolge van de aangebrachte schaalverdeling. Er zijn subgunningscriteria op Kwaliteit, en inschrijvers kunnen verschillende scores krijgen per subgunningscriterium. Het gaat om de scores ‘uitstekend’, ‘goed’, ‘voldoende’, ‘matig’ en ‘slecht’. Voor iedere score geldt een bepaald puntenaantal, dat voldoende uit elkaar ligt, namelijk van 0 tot 10. Door deze verschillende gradaties kan een inschrijver zich onderscheiden van de andere inschrijvers. Er is niet onderbouwd gesteld of gebleken dat en waarom iedere inschrijver nagenoeg hetzelfde zal scoren op een criterium. Het is dus niet uitgesloten dat een inschrijver die zich heeft ingeschreven met een prijs hoger dan het minimale Uurtarief, toch een hogere eindscore behaalt dan inschrijvers met een hogere score op Prijs. De gunningssystematiek, namelijk de beste-kwaliteitsverhouding, die NS hanteert, komt dus overeen met de gunningsleidraad. De aanbestedingsprocedure is op dit punt niet gebrekkig.”
Verdeelsleutel voor ziekteverzuimkosten
“De voorzieningenrechter stelt voorop dat het NS vrij staat om de eisen voor een opdracht zo te formuleren zoals zij dat wenst. Dat geldt dus ook voor een verdeelsleutel voor ziekteverzuimkosten. Dat is anders als de door de opdrachtgever geformuleerde eis disproportioneel is (artikel 1.10 lid 1 Aw 2012). Maar dat hiervan sprake is, is onvoldoende gebleken. [eiseres] heeft weliswaar gesteld dat een dergelijke verdeelsleutel voor haar niet kostendekkend zou zijn, maar dat is niet van doorslaggevend belang voor de vraag hoe het risico van ziekteverzuim moet worden verdeeld en of de verdeelsleutel daardoor disproportioneel is. De voorzieningenrechter overweegt dat in het kader van proportionaliteit de aanbestedende dienst het risico bij de partij zou moeten leggen die het risico het best kan beheersen of beïnvloeden. [eiseres] heeft in dat kader gesteld dat NS de verantwoordelijkheid draagt voor de oorzaken van het ziekteverzuim op haar werkvloer en dat de uitzender slechts een rol speelt bij de verzuimbegeleiding en re-integratie. Zelfs als de voorzieningenrechter uit zou gaan van de juistheid van deze stellingen, dan heeft [eiseres] niet onderbouwd waarom de verdeling van 70% / 30% dan disproportioneel is en wat volgens haar wel een redelijke verdeling zou zijn. Kortom, de argumenten die [eiseres] aandraagt onderbouwen niet waarom het disproportioneel zou zijn om uit te gaan van een verdeelsleutel van 70% / 30%. Van een gebrekkige aanbestedingsprocedure is op dit punt dus geen sprake.”
Conclusie: de vorderingen van [eiseres] worden afgewezen
VdLC publishers/consultants BV, 3 september 2025)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl