Aanbesteding Dieselbrandstof F-54 met 30% HVO terecht ingetrokken (week 31)
Intrekking aanbesteding
Het ministerie van Defensie heeft op 29 augustus 2024 aan Catom bericht dat hij besloten heeft de aanbesteding dieselbrandstof F-54 met 30% HVO in te trekken en de opdracht opnieuw aan te besteden. Catom vordert Defensie te verbieden om een nieuwe aanbestedingsprocedure te houden. De rechter acht het aannemelijk dat de in 4.10 PVE geformuleerde uitvoeringseis per abuis, althans op onjuiste gronden, ook als inschrijvingseis in 1.4 van de Aanbestedingsleidraad is terechtgekomen en stelt vast dat nu gebleken is van een evidente fout in de aanbestedingsprocedure, Defensie terecht heeft geconcludeerd dat de aanbesteding moet worden ingetrokken. (ECLI:NL:RBDHA:2024:23747, Rechtbank Den Haag, Datum uitspraak 20 december 2024, Datum publicatie 30 juli 2025 Zaaknummer C/09/673803 / KG ZA 24-935)
Feiten en omstandigheden
Het Ministerie van Defensie is een Europese openbare aanbestedingsprocedure gestart voor de levering van dieselbrandstof F-54 met 30% HVO (Hydrotreated Vegetable Oil). Dit is een geavanceerde vorm van biodiesel die kan worden geproduceerd uit een breed scala van herbruikbare grondstoffen, zoals bijvoorbeeld: slachtafval, bosafval, gebruikte plantaardige oliën en andere organische restmaterialen. Tijdens de productie wordt waterstof aan het mengsel toegevoegd om een brandstof te creëren. Het mengsel moet zorgen voor een vermindering van CO2-uitstoot van de voertuigen van Defensie. Defensie heeft in totaal drie inschrijvingen ontvangen. Op 21 mei 2024 is de opdracht voorlopig gegund aan Finco, die met de laagste prijs had ingeschreven. Catom is als derde in de ranking geëindigd. Catom kon zich niet verenigen met de uitkomst van de aanbestedingsprocedure en heeft op 7 juni 2024 de Staat in kort geding gedagvaard.
Op 13 augustus 2024 heeft Defensie Finco bericht dat de voorlopige gunningsbeslissing van 21 mei 2024 wordt ingetrokken. Het kort geding is daarna door Catom ingetrokken.
Defensie heeft op 29 augustus 2024 aan Catom bericht dat hij besloten heeft de aanbesteding in te trekken en de opdracht opnieuw aan te besteden. Catom heeft zich vervolgens op het standpunt gesteld dat deze intrekkingsbeslissing van Defensie onrechtmatig is. Catom vordert Defensie te verbieden om een nieuwe aanbestedingsprocedure te houden voor de Opdracht voor de levering van dieselbrandstof F-54 met 30% HVO. Het oordeel van de rechter:
Inzicht in herkomst geleverde HVO
“Catom heeft in deze procedure erkend dat geen enkele partij bij inschrijving inzicht kan leveren in de herkomst van geleverde HVO, maar zij heeft gesteld dat eis 1.4 desondanks voldoende duidelijk is. Volgens haar komt het bij de uitleg van wat bij die eis bedoeld is aan op de betekenis die – naar objectieve maatstaven – volgt uit de bewoordingen die in de aanbestedingsstukken zijn gehanteerd. Catom meent dat zij, via het overzichtsschema van de door haar in te schakelen producent en met een uitleg van de wijze waarop die partij werkt, wel al aan de voorkant zeker stelt dat zij het gevraagde inzicht kan verstrekken. Daarmee meent Catom dat wordt bereikt wat Defensie met eis 1.4 heeft beoogd: inzicht in de geleverde HVO. Andere partijen hadden dit onderdeel van 1.4 van de Aanbestedingsleidraad ook op die wijze moeten begrijpen, voor zover ze dat niet ook zo hebben begrepen. Omdat Catom, anders dan bijvoorbeeld Finco, geen gebruik maakt van traders, maar rechtstreeks met een producent contracteert, kan zij het in 1.4 van de Aanbestedingsleidraad gevraagde inzicht vooraf verstrekken. Daarmee is er dus geen aanleiding voor intrekking van de aanbesteding en kan de opdracht aan Catom, als enige geldige inschrijver, worden gegund, aldus nog steeds Catom.”
Uitvoeringseis per abuis in leidraad terechtgekomen
“De vorderingen van Catom komen niet voor toewijzing in aanmerking. De voorzieningenrechter is met de Staat van oordeel dat de tekst van 1.4 van de Aanbestedingsleidraad niet eenduidig is. Uitgaande van de bewoordingen van die eis kan daaraan immers onmogelijk worden voldaan, nu geen enkele partij in staat is vooraf inzicht te geven in de gehele keten van de (in de toekomst te leveren) HVO. Ook Catom kan dit inzicht niet bieden. Dit is inherent aan de aard van de te leveren zaak: de concrete batches te leveren dieselbrandstof F-54 met 30% HVO zijn vanzelfsprekend nog niet beschikbaar, zodat het gevraagde inzicht vooraf niet kan worden geboden. De voorzieningenrechter acht het daarom zonder meer aannemelijk dat de in 4.10 PVE geformuleerde uitvoeringseis per abuis, althans op onjuiste gronden, ook als inschrijvingseis in 1.4 van de Aanbestedingsleidraad is terechtgekomen.”
Evidente fout
“Nu gebleken is van een evidente fout in de aanbestedingsprocedure heeft Defensie terecht geconcludeerd dat de aanbesteding moet worden ingetrokken. Die conclusie is ook in lijn met de vordering van Catom in haar dagvaarding van 7 juni 2024 (die is ingetrokken nadat Defensie kenbaar had gemaakt de gunningsbeslissing in te trekken). De huidige vorderingen van Catom, die neerkomen op een verbod voor Defensie om een nieuwe aanbestedingsprocedure te houden en een verbod om uitvoering te geven aan de intrekkingsbeslissingen, worden dan ook afgewezen.”
VdLC publishers/consultants BV, 6 augustus 2025)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl