Aansprakelijkheid niet af te leiden uit aanbestedingsstukken (week 28)
Uitvoering opdracht | uitleg aanbestedingsstukken
[gedaagde] heeft in opdracht van de gemeente Leeuwarden een overdekte schaatshal, de Elfstedenhal genaamd, gebouwd. [gedaagde] is deze opdracht gegund na een niet-openbare Europese aanbestedingsprocedure. Wat betreft GWE (Gas Water Elektriciteit) is er sprake van een driepartijenovereenkomst tussen de gemeente, de Stichting en [gedaagde] waarvan, zo blijkt uit de overgelegde aanbestedingsstukken, de inhoud onderdeel was van de aanbestedingsprocedure. Dat, zoals de Stichting aanvoert, de ratio van de garantie (ook) zou zijn dat [gedaagde] wordt gestimuleerd tot het nemen van maatregelen om het verbruik te beperken kan de rechtbank volgen, maar uit die ratio volgt nog niet dat [gedaagde] aansprakelijk is voor schade die de Stichting in andere zin lijdt. (ECLI:NL:RBNNE:2025:2671, Rechtbank Noord-Nederland, Datum uitspraak 7 juli 2025, Datum publicatie 8 juli 2025)
Feiten en omstandigheden
[gedaagde] heeft in opdracht van de gemeente Leeuwarden een overdekte schaatshal, de Elfstedenhal genaamd, gebouwd. [gedaagde] is deze opdracht gegund na een niet-openbare Europese aanbestedingsprocedure.Op grond van de nadere overeenkomst heeft [gedaagde] vanaf 1 juli 2020 de vergoeding voor levering van gas, elektriciteit en water aan de gemeente gefactureerd, die deze kosten vanaf die datum aan de Stichting heeft doorbelast via de huur. De gemeente heeft de vergoeding die de Stichting over de periode van 1 januari 2019 tot 1 juli 2020 aan [gedaagde] had betaald met de Stichting verrekend. De Stichting vordert [gedaagde] te veroordelen aan de Stichting te betalen een bedrag van € 194.991,35. In deze zaak wordt nadrukkelijk ook gekeken naar de uitleg van de aanbestedingsstukken. Het oordeel van de rechter:
Driepartijenovereenkomst
“De GWE betreft een driepartijenovereenkomst tussen de gemeente, de Stichting en [gedaagde] waarvan, zo blijkt uit de overgelegde aanbestedingsstukken, de inhoud onderdeel was van de aanbestedingsprocedure althans bekend was bij de (potentiële) inschrijvers. Bij de geschilpunten waar deze procedure over gaat speelt de gemeente in die zin geen rol dat het hier gaat om verbintenissen tussen de Stichting en [gedaagde] . Hoewel de Stichting niet als aanbestedende dienst noch als inschrijver betrokken was bij de aanbestedingsprocedure, is de rechtbank vanwege de daarin gelegen feitelijke achtergrond van de (totstandkoming van) de GWE van oordeel dat voor de uitleg van de GWE moet worden aangesloten bij de uitlegmaatstaf die geldt voor de inhoud van aanbestedingsstukken. Dat betekent dat die uitleg niet alleen of vooral taalkundig/grammaticaal moet plaatsvinden zoals de Stichting voorstaat, maar ook niet dat de ‘reguliere’ Haviltex-maatstaf geldt zoals [gedaagde] betoogt.”
Geobjectiveerde toepassing Haviltex-maatstaf
“Voor de beantwoording van de vraag naar welke inhoud en betekenis een via een aanbestedingsprocedure tot stand gekomen overeenkomst toekomt, moet gekeken worden naar de taalkundige betekenis van de gebruikte bewoordingen gelezen in het licht van de gehele tekst van de aanbestedingsstukken, de elders in de overeenkomst gebruikte formuleringen, de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe de onderscheiden, op zichzelf mogelijke tekstinterpretaties zouden leiden en de strekking van de overeenkomst (wat wilden partijen ermee regelen). Op die manier kunnen alle behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijvers de aanbestedingsstukken op dezelfde wijze begrijpen. Het gaat daarmee om een geobjectiveerde toepassing van de Haviltex-maatstaf. Met inachtneming van die maatstaf zal de uitleg van de overeenkomst worden vastgesteld, voor zover die van belang is voor de beoordeling van de geschilpunten in deze zaak.”
Garantie blijkt niet uit aanbestedingsstukken
“Uit de tekst van artikel 4 lid 3 GWE blijkt dat niet, nu daarin alleen een regeling wordt gegeven voor de meerdere verbruikskosten bij het niet behalen van de gegarandeerde maximumhoeveelheid (die door partijen feitelijk ook zo wordt uitgevoerd). Dat betekent nog niet noodzakelijkerwijs dat [gedaagde] daarnaast ook aansprakelijk zou zijn voor schade die de Stichting lijdt als gevolg van het niet halen van de verbruikshoeveelheden. De Stichting heeft ook niet gewezen op onderdelen van de aanbestedingsstukken of andere stukken waaruit zou blijken dat deze garantie wel op deze wijze geïnterpreteerd zou moeten worden. Dat, zoals de Stichting aanvoert, de ratio van de garantie (ook) zou zijn dat [gedaagde] wordt gestimuleerd tot het nemen van maatregelen om het verbruik te beperken kan de rechtbank volgen, maar uit die ratio volgt nog niet dat [gedaagde] noodzakelijkerwijs en naast haar verplichtingen om (i) de meerdere verbruikskosten te dragen en (ii) zich in te spannen om het verbruik te verminderen ook nog eens aansprakelijk is voor schade die de Stichting in andere zin lijdt. Als dat de bedoeling was geweest van deze garantie, had het voor de hand gelegen om dat expliciet in de overeenkomst op te nemen; met de huidige redactie van de overeenkomst in het licht van de aanbestedingsstukken hoefde [gedaagde] (en iedere andere inschrijver) niet op een dergelijke consequentie bedacht te zijn.”
VdLC publishers/consultants BV, 16 juli 2025)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl