Nieuwe adviezen Commissie van Aanbestedingsexperts
De Commissie van Aanbestedingsexperts (Commissie) heeft 3 nieuwe adviezen gepubliceerd. Deze gaan over: Motivering clusterverbod, geen schending van transparantiebeginsel en vragen door ondernemer ten onrechte onbeantwoord gelaten.
Motivering clusterverbod
Hoewel aanbesteder in beginsel autonoom iedere door hem relevant geachte reden moet kunnen laten gelden bij het samenvoegen van opdrachten, is het wel van belang dat de gegeven motivering een onderbouwing geeft bij de onderdelen van de instructie in artikel 1.5 lid 1 sub a tot en met c Aw2012. Aanbesteder heeft in zijn motivering geen acht geslagen op de organisatorische gevolgen en risico’s voor de ondernemer. De door aanbesteder verstrekte motivering kan de beslissing tot het samenvoegen daarom onvoldoende dragen. De Commissie acht de klacht gegrond.
Advies 673: Motivering clusterverbod
Geen schending van transparantiebeginsel door onduidelijk beoordelingskader en onvoldoende gemotiveerde gunningsbeslissing
Klachtonderdeel 1: Geen schending transparantiebeginsel door onduidelijk beoordelingskader omdat de onduidelijke wijze van beoordelen reeds uit de aanbestedingsstukken bleek. De Commissie heeft de behandeling van dit klachtonderdeel gestaakt omdat er door ondernemer onvoldoende proactief gehandeld is door hierover geen vragen te stellen maar omdat de Commissie, om tot dit oordeel te kunnen komen, het beoordelingskader heeft moeten onderzoeken is dit klachtonderdeel ten overvloede behandeld.
Klachtonderdeel 2: Onvoldoende gemotiveerde gunningsbeslissing omdat er op geen enkel onderdeel inzage gegeven is in de kenmerken van de winnende inschrijving. De Commissie acht dit klachtonderdeel gegrond.
Vragen door ondernemer ten onrechte onbeantwoord gelaten door aanbesteder en belangrijkste voorwaarden van de opdracht niet aanzienlijk gewijzigd
Voor één van de drie vragen geldt dat de vraag te laat is gesteld. Voor een tweede vraag geldt dat ondernemer onvoldoende concreet heeft onderbouwd dat een aanzienlijke wijziging van de belangrijkste voorwaarden van de opdracht aan de hand van de beantwoording zou zijn te verwachten. Voor de derde vraag geldt dat de vraag in wezen door aanbesteder reeds afdoende was beantwoord.
Ondernemer heeft niet concreet onderbouwd dat de gewijzigde formulering van een eis geleid heeft tot een aanzienlijke wijziging in de belangrijkste voorwaarden van de opdracht. De Commissie acht beide klachtonderdelen ongegrond.