Beoordelingscommissie trad niet buiten beoordelingskader (week 25)
Beoordeling van de kwaliteit
Het gaat in deze zaak om een door Gemeente Nieuwegein georganiseerde verkoopprocedure van grond. De bezwaren van [eiser] komen erop neer dat de beoordelingscommissie buiten het beoordelingskader is getreden. [eiser] heeft volgens de rechter echter geen argumenten aangevoerd waaruit zou kunnen volgen dat de aanbestedingsrechtelijke beginselen (analoog) op deze verkoopprocedure moeten worden toegepast. Ook stelt de rechter vast dat de beoordelingscommissie niet buiten het beoordelingskader is getreden door mee te wegen dat er geen meerwaarde is voor wat betreft het voorstel van [eiser] over de KlimaatHub. Dit valt binnen het beoordelingskader zoals vermeld in de Aanmeldingsleidraad. (ECLI:NL:RBMNE:2025:2919, Rechtbank Midden-Nederland, Datum uitspraak 18 juni 2025, Datum publicatie 19 juni 2025)
Feiten en omstandigheden
Het gaat in dit kort geding om een door Gemeente Nieuwegein georganiseerde verkoopprocedure van grond. Deze grond is bestemd voor de bouw van 102 woningen. Deze verkoopprocedure bestaat uit twee fasen: een selectiefase waaraan iedereen kan meedoen, en een biedingsfase (dialoogfase) waaraan alleen de drie beste geselecteerde inschrijvers mogen meedoen. In dit kort geding gaat het over de selectiefase. [eiser] is het niet eens met de selectiebeslissing, omdat zij van mening is dat de beoordeling van haar aanmelding niet goed is gedaan. De bezwaren van [eiser] komen erop neer dat de beoordelingscommissie buiten het beoordelingskader is getreden, is uitgegaan van feitelijke onjuistheden, een onbegrijpelijke/onnavolgbare beslissing heeft genomen en de selectiebeslissing niet goed heeft gemotiveerd. [eiser] vordert in dit kort geding dat Gemeente Nieuwegein wordt geboden om haar aanmelding opnieuw te beoordelen en een nieuwe selectiebeslissing te nemen. Het oordeel van de rechter:
Geen aanbestedingsplichtige overheidsopdracht
“Er is, zoals partijen hebben bevestigd, geen sprake van een aanbestedingsplichtige overheidsopdracht voor werken. Gemeente Nieuwegein heeft toegelicht dat in de te sluiten overeenkomst geen verplichting is opgenomen om de gewenste 102 appartementen op de bouwgrond te realiseren/bouwen. Het gaat dus alleen om de overeenkomst tot verkoop van de grond en die overeenkomst valt niet onder de reikwijdte van de Aanbestedingswet 2012 (Aw 2012). Er is ook geen reden om de in Deel 1 van de Aw 2012 opgenomen aanbestedings-rechtelijke beginselen toch toe te passen. Dat volgt niet zoals [eiser] meent uit het arrest van de Hoge Raad van 4 april 2003, RZG/ComforMed. In dat arrest ging het om een vrijwillige aanbestedingsprocedure en dat is hier niet het geval. [eiser] heeft verder geen argumenten aangevoerd waaruit zou kunnen volgen dat de aanbestedingsrechtelijke beginselen (analoog) op deze verkoopprocedure moeten worden toegepast. Er zijn bijvoorbeeld geen omstandigheden aangevoerd op grond waarvan [eiser] gerechtvaardigd erop mocht vertrouwen dat Gemeente Nieuwegein deze beginselen zou toepassen. Integendeel, in 2.1. van de Aanmeldingsleidraad is uitdrukkelijk vermeld dat de Aw 2012 of het Aanbestedingsreglement voor Werken 2016 (ARW 2016) niet van toepassing zijn. Het toetsingskader voor de beantwoording van de kernvraag wordt in dit geval bepaald door de invulling van de eisen van redelijkheid en billijkheid en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.”
Niet buiten beoordelingskader getreden
“In de eerste plaats is er niet buiten het beoordelingskader getreden. Het beoordelingskader houdt juist in dat een visie moet worden gegeven op de ontwikkeling op deze plek (lees: op bouwblok [nummer 1] ) in de context van het Ontwikkelkader. Dat staat letterlijk in het in 4.2.1. vermelde beoordelingskader. De door de beoordelingscommissie gegeven motivering is ook niet feitelijk onjuist of onnavolgbaar. In de ontwikkelvisie van [eiser] is slechts 1 zin vermeld die verband houdt met de locatie (de plek) waarop de woningen gerealiseerd moeten worden. De rest van de tekst gaat in zijn algemeenheid in op welk gebouw er komt, en op de wijze van het bouwen van het gebouw. Dat zijn, zoals Gemeente Nieuwegein ook in haar brief van 9 april 2025 heeft geschreven, geen locatie gebonden gegevens. De beoordelingscommissie heeft daarom tot haar oordeel kunnen komen.”
KlimaatHub
“De beoordelingscommissie heeft geoordeeld dat de door [eiser] voorgestelde KlimaatHub minder aansluit op het Ontwikkelkader, omdat [eiser] de beoordelaars onvoldoende heeft kunnen overtuigen hoe een KlimaatHub zal gaan functioneren, en daarmee wat de meerwaarde daarvan is. In haar brief van 9 april 2025 heeft Gemeente Nieuwegein dit nader toegelicht. Die toelichting komt erop neer dat de invulling van de KlimaatHub ontbreekt en met name waaruit de activiteiten van de KlimaatHub zouden bestaan, wie verantwoordelijk is voor de organisatie, bekostiging, instandhouding en de invulling van het programma, hoe en op welke onderwerpen de participatie van de bewoners zou worden bevorderd en wat de looptijd is van het initiatief. Vanwege de ontbrekende onderbouwing over het functioneren van de KlimaatHub is er bij het geven van de score voor het selectiecriterium ‘Ontwikkelvisie’ geen gewicht toegekend aan de door [eiser] voorgestelde KlimaatHub.”
“Vooropgesteld wordt dat de beoordelingscommissie niet buiten het beoordelingskader is getreden door mee te wegen dat er geen meerwaarde is voor wat betreft het voorstel van [eiser] over de KlimaatHub. Dit valt binnen het beoordelingskader zoals vermeld in 4.2.1. van de Aanmeldingsleidraad.”
VdLC publishers/consultants BV, 25 juni 2025
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl