Eigen schuld verweer slaagt niet (week 25)
Didam
De gemeente Rhenen heeft met stichting ‘t Brandtweer een koopovereenkomst gesloten voor de verkoop van het pand in Rhenen dat dienst heeft gedaan als brandweerkazerne. De voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland heeft geoordeeld dat de gemeente bij de verkoop van het pand in strijd met het gelijkheidsbeginsel heeft gehandeld. De koopovereenkomst is nietig verklaard en het pand is niet aan de stichting geleverd. In deze procedure vordert de stichting een schadevergoeding. Het eigen schuld-verweer slaagt niet. De Gemeente wordt veroordeeld tot betaling van een vergoeding. (ECLI:NL:RBMNE:2025:2898, Rechtbank Midden-Nederland, Datum uitspraak 18 juni 2025, Datum publicatie 18 juni 2025)
Feiten en omstandigheden
De gemeente Rhenen heeft met stichting ‘t Brandtweer een koopovereenkomst gesloten voor de verkoop van het pand in Rhenen dat dienst heeft gedaan als brandweerkazerne. De gemeente heeft het voornemen tot levering van dit pand aan de stichting gepubliceerd. Tegen deze voorgenomen levering is een derde opgekomen. Deze heeft een kort gedingprocedure tegen de gemeente aangespannen. De voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland heeft in die procedure geoordeeld dat de gemeente bij de verkoop van het pand in strijd met het gelijkheidsbeginsel heeft gehandeld. De koopovereenkomst is nietig verklaard en het pand is niet aan de stichting geleverd. In deze procedure vordert de stichting een schadevergoeding. Het oordeel van de rechter:
Didam II-arrest
“De rechtbank stelt voorop dat zij oog heeft voor de ongunstige positie waarin 't Brandtweer is komen te verkeren als gevolg van een opeenstapeling van ongelukkige omstandigheden. Tot die omstandigheden behoren onder meer de lange tijd die was gemoeid met het opstellen van de koopovereenkomst, het wijzigen van het bestemmingsplan en het verkrijgen van de omgevingsvergunning. Bovendien is het oordeel van deze rechtbank in het vonnis in kort geding van 22 maart 2023 inmiddels achterhaald door het door de Hoge Raad gewezen Didam II-arrest. Ondanks het voorgaande dient de rechtbank deze zaak te beoordelen naar wat in deze procedure is gevorderd en daaraan ten grondslag is gelegd.
Bod geaccepteerd
“De rechtbank volgt het standpunt van 't Brandtweer, in die zin dat zij van oordeel is dat 't Brandtweer vanaf 17 juni 2019 er gerechtvaardigd op heeft mogen vertrouwen dat de Gemeente het pand aan haar zou verkopen en leveren. De rechtbank is van oordeel dat de eerdere momenten die door 't Brandtweer zijn genoemd, daartoe onvoldoende aanleiding gaven. Dat geldt niet voor 17 juni 2019. Op die datum heeft de burgemeester namelijk het (derde) bod van 't Brandtweer geaccepteerd, met de kanttekening ‘dat dit nog intern besproken moest worden’. Volgens 't Brandtweer bestond op dat moment overeenstemming over de essentialia van de koopovereenkomst.”
Het eigen schuld-verweer van de Gemeente slaagt niet
“De Gemeente stelt dat 't Brandtweer zelf heeft bijgedragen aan het ontstaan van de schade door niet deel te nemen aan de transparante selectieprocedure voor de verkoop van het pand die de Gemeente na de kort gedingprocedure heeft georganiseerd. Volgens 't Brandtweer was het voor haar financieel onhaalbaar om mee te dingen naar de verkoop. Waar het pand in juli 2018 namelijk nog was getaxeerd op 395.000 euro, is het in juli 2023 getaxeerd op 690.000 euro. Als het pand zou worden gegund aan de bieder met het hoogste bod, kon zij het pand niet verwerven. De Gemeente heeft nog aangevoerd dat op voorhand niet valt te zeggen dat zou worden gegund aan de hoogste bieder. Inmiddels is duidelijk geworden dat de Gemeente het pand wel degelijk heeft gegund aan de hoogste bieder en heeft verkocht voor 1.200.000 euro. Deze koopprijs is door de Gemeente niet betwist. Bij deze stand van zaken kan het 't Brandtweer niet worden tegengeworpen dat zij niet heeft deelgenomen aan de transparantie selectieprocedure. Het eigen schuld-verweer slaagt niet. De Gemeente wordt veroordeeld tot betaling van een vergoeding van 48.010,79 euro(exclusief btw) en 21.020,50 euro.
VdLC publishers/consultants BV, 25 juni 2025
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl