Hoogleraar Manunza over veilig inkopen
“Met veilig inkopen verdedigen we onze democratische waarden en normen, onze rechtstaat, onze vrijheid” stelt prof.dr.mr. Elisabetta Manunza, hoogleraar Internationaal en Europees aanbestedingsrecht. Nationale veiligheid en strategische autonomie zijn voor haar noodzakelijke afwegingen bij ieder aanbestedingsproces. “Toch wordt er vaak gedacht dat het aanbestedingsrecht daaraan in de weg staat. Ten onrechte. Er is meer mogelijk dan wordt gedacht.” (PIANOo, december 2025
Elisabetta Manunza is co-oprichter en co-directeur van het Utrecht University Centre for Public Procurement (UUCePP). Manunza: “De aandacht voor nationale veiligheid en strategische autonomie is in de laatste jaren exponentieel gegroeid. De geopolitieke ontwikkelingen, de uitdagingen aan de Oostgrens van de Europese Unie en de Covid-19 pandemie hebben deze thema's prominent op de Europese én sinds kort ook op de nationale politieke agenda gezet.”
Helaas wordt veilig inkopen nog niet standaard meegenomen in inkoop- en aanbestedingsbeleid, zoals dat steeds meer gebeurt met duurzaamheid en inclusiviteit. Manunza: “Dat is naïef in deze tijd. Iedereen in onze samenleving heeft de verantwoordelijkheid om de nationale veiligheid en strategische autonomie te onderkennen. Met veilig inkopen verdedigen we onze vrijheid en onze democratie. Die is niet vanzelfsprekend.”
Zorg voor kennis, bewustwording én verantwoordelijkheid
“Het is belangrijk om bij publieke organisaties duidelijkheid te verschaffen over wie intern de verantwoordelijkheid draagt om beleid te ontwikkelen voor veilig inkopen,” zegt Manunza. “De ABRO (Algemene Beveiligingseisen Overheidsopdrachten) zijn als instrument voor veilig inkopen een goed begin. Ze helpen organisaties bij het toetsen van de risico's voor de nationale veiligheid.”
Voor beleidsmakers luidt Manunza's advies: “Zorg voor meer diepgaande kennis over veilig inkopen binnen de eigen organisatie, vooral bij strategische inkopers en projectleiders. Die kennis en expertise moet de komende jaren opgebouwd worden om te zorgen dat veilig inkopen een vanzelfsprekendheid wordt bij ieder inkooptraject. Wij zien als universiteit dat de animo hiervoor al sterk stijgt bijvoorbeeld door de belangstelling voor onze executive cursussen en masterclasses over dit onderwerp.”
Pleidooi voor bredere visie op aanbestedingsrecht
In Nederland wordt aanbestedingsrecht meestal gelijkgeschakeld aan de Aanbestedingswet, merkt Manunza op. “Maar dat is een beperkte opvatting. Het aanbestedingsrecht omvat veel meer dan die wet alleen, en bevat aanzienlijk meer mogelijkheden voor veilig inkopen dan in de Aanbestedingswet te vinden zijn. Die ruime benadering van het aanbestedingsrecht is ook de ‘correcte’ benadering.”
“Naast de Aanbestedingswet is er bijvoorbeeld een Aanbestedingswet op Defensie en Veiligheidsterrein (AwDV), gericht op risico's voor de nationale veiligheid, die door alle aanbesteders kan worden toegepast. Maar er wordt helaas buiten Defensie nog te weinig gebruik van gemaakt. Door de invoering van de ABRO in 2026 zal de toepassing van de AwDV vanzelf groter worden. Daarnaast moet bekend zijn wanneer andere instrumenten - die in andere regelgeving te vinden zijn - dienen te worden ingezet. Zo vinden vele Defensie-aankopen in het kader van de NAVO-verplichtingen plaats buiten de 2 aanbestedingswetten om. Het NAVO-verdrag heeft op basis van het Verdrag tot werking van de EU (EUWV) voorrang boven dat EUWV en dus ook boven nationale wetgeving.”
Slimme inkooptechnieken voor veilig inkopen
Een slimme inzet van selectie- en gunningscriteria en van uitsluitingsgronden draagt ook bij aan vergroting van de nationale veiligheid en versterken van strategische autonomie. Manunza: “Neem bijvoorbeeld Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI), dat kan een krachtig instrument zijn voor veilig inkopen. In het kader van MVI selecteren aanbesteders op naleving van de bescherming van (bepaalde) mensenrechten en van duurzaamheidseisen. Van dergelijke misstanden is vaak sprake in autocratische landen. Dit zijn veelal ook landen waarvan wij minder afhankelijk willen worden. Vergeet daarbij ook niet dat kinderarbeid sowieso een verplichte uitsluitingsgrond is op grond van de Aanbestedingswet.”
Een ander voorbeeld: “Bedenk bij het inkopen van zonnepanelen dat de kans groot is dat die gemaakt zijn in de regio waar genocide én andere ernstige mensenrechtenschendingen tegen de Oeigoeren plaatsvinden. Pas MVI-beleid toe op producten die onder die omstandigheden In China worden gemaakt, koop Europese zonnepanelen, en stimuleer zodoende de strategische autonomie. Ook op basis van dwingend volkenrecht kunnen bepaalde producten worden tegengehouden. Bijvoorbeeld met de wet Internationale misdrijven en het genocide Verdrag waar Nederland lid van is, en die tot preventief handelen gebiedt.”
Ten aanzien van een beperkt aantal autocratische landen gelden ook sancties, zoals tegen Rusland of Iran. “In dat geval mogen inkopers producten en diensten waarvoor sancties gelden niet inkopen. Ten aanzien van landen waar geen sancties gelden, kan MVI worden ingezet. Het adagium luidt dan: ga na wie achter het product zit dat je wilt inkopen, stel duidelijk inclusieve en duurzaamheidseisen op en vooral: probeer alternatieven binnen de EU te vinden.”
Grotere bevoegdheid tot uitsluiting
“Naast selectie- én gunningscriteria kunnen ook de uitsluitingsgronden effectiever worden ingezet om veiliger in te kopen, dan nu het geval is, stelt Manunza. “Ook hiervoor geldt dat er veel meer kan dan men voor mogelijk houdt. In mijn groep aan de Universiteit Utrecht vindt diepgaand onderzoek plaats naar hoe de gewone uitsluitingsgronden in de Aanbestedingswet voor veilige inkoop kunnen worden ingezet. Denk bijvoorbeeld aan de ernstige beroepsfout: het is aannemelijk dat bepaalde gedragingen die de nationale veiligheid in gevaar brengen als zo’n ernstige beroepsfout kunnen worden beschouwd.
Inkopen omdenken
Veilig inkopen betekent ook dat we kritisch moeten kijken naar waarom we buiten Europa inkopen, vindt Manunza. “Kies liever voor Europese alternatieven. Dat kan betekenen dat je als overheid bij een kleiner maar specialistischer Europees bedrijf inkoopt. Bereken en betaal de werkelijke prijs die nodig is om ‘veilige’ producten en diensten te ontwikkelen, ook als de indruk is dat de prijs dan duurder wordt.”
Manunza sluit af: “Hou in gedachte: we hebben niet ‘meer’ competitie nodig - op basis van fictieve en niet juiste uitgangspunten - om de EU-landen veilig te houden, maar een ‘betere’ vorm van competitie waar de prijs wordt berekend mede aan de hand van deze elementen. Dat is competitie die onze democratische waarden, onze rechtstaat en vrijheid beschermt. Wees je écht bewust dat bij ieder inkooptraject onze democratische waarden en normen je kompas moeten zijn. Onze vrijheid is immers ons belangrijkste goed. Die mogen we niet op het spel zetten met onvoldoende veilig inkoopbeleid.”