Inschrijver had eerder op moeten komen tegen kortere bezwaartermijn (week 28)
De beoordeling van de kwaliteit | motivering
De gemeente Opmeer heeft een nationale openbare aanbesteding uitgeschreven voor de levering en plaatsing van woonunits waarop 4 partijen – waaronder Ursem en [bedrijf] hebben ingeschreven. Ursum stapt naar de rechter en zegt dat de gemeente ten onrechte een bezwaartermijn van 7 dagen heeft gehanteerd zonder concrete onderbouwing van de gestelde urgentie, terwijl een termijn van 20 dagen gebruikelijk is. In het Aanbestedingsdocument heeft de gemeente aangegeven dát en waarom zij afwijkt van de ARW 2016. Alle inschrijvers waren dus al voorafgaand aan hun inschrijving bekend met die afwijkende termijn. Ursem had tegen de korte(re) bezwaartermijn van zeven dagen dan ook eerder kunnen én moeten opkomen. (ECLI:NL:RBNHO:2025:7462, Rechtbank Noord-Holland, Datum uitspraak, 3 juli 2025, Datum publicatie 14 juli 2025)
Feiten en omstandigheden
De gemeente Opmeer heeft een nationale openbare aanbesteding uitgeschreven voor de levering en plaatsing van woonunits inclusief bouw- en woonrijp maken, waarop 4 partijen – waaronder Ursem en [bedrijf] hebben ingeschreven. Bij brief van 28 mei 2025 (hierna: de Voorlopige Gunningsbeslissing) heeft de gemeente Ursem medegedeeld dat zij voornemens is de opdracht te gunnen aan [bedrijf]. Ursum stapt naar de rechter en zegt dat de gemeente ten onrechte een bezwaartermijn van 7 dagen heeft gehanteerd zonder concrete onderbouwing van de gestelde urgentie, terwijl een termijn van 20 dagen gebruikelijk is. Daarmee heeft de gemeente gehandeld in strijd met het proportionaliteitsbeginsel en de beginselen van zorgvuldigheid en rechtszekerheid. Ook kan Ursem zich inhoudelijk niet kan verenigen met de gunningsbeslissing, omdat de gemeente die zeer summier en onvoldoende heeft gemotiveerd. Daarom is het voor Ursem niet mogelijk om te kunnen toetsen en controleren of de beoordeling de beslissing rechtvaardigt. Daarbij is Ursem blijkens de motivering beoordeeld op punten die in de aanbestedingsstukken niet als beoordelingscriteria staan opgenomen (de voorzieningenrechter begrijpt: de ‘orientatie’ van de gevels) en heeft Ursem ten onrechte op twee verschillende gunningscriteria om dezelfde reden een lagere beoordeling gekregen, aldus Ursem. Het oordeel van de rechter:
Gemeente mocht afwijken van termijn van 20 dagen in ARW 2016
“In het Aanbestedingsdocument heeft de gemeente uitdrukkelijk en gemotiveerd aangegeven dát en waarom zij afwijkt van het bepaalde in par. 2.37.2 van de ARW 2016 (waarin is opgenomen dat de aanbesteder de opdracht niet eerder verleent dan 20 dagen na de verzenddatum van de voorlopige gunningsbeslissing). Alle inschrijvers waren dus al voorafgaand aan hun inschrijving bekend met die afwijkende termijn. Ursem had tegen de korte(re) bezwaartermijn van zeven dagen dan ook eerder kunnen én moeten opkomen. De stelling van Ursem dat sprake is van een fundamenteel gebrek in de Aanbesteding en dat het Grossmann-verweer om die reden niet opgaat volgt de voorzieningenrechter niet. Het staat de gemeente immers vrij om in deze aanbesteding gemotiveerd af te wijken van deze bepaling in de AWR 2016. Tenslotte geldt dat Ursem ook niet heeft aangegeven of nader heeft geconcretiseerd in welk belang zij precies is geschaad door deze kortere termijn.”
Ondeugdelijke motivering
“Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is de motivering van de gemeente in de Voorlopige Gunningsbeslissing ten aanzien van de batterijen en de piekbelasting ondeugdelijk. In haar motivering heeft de gemeente namelijk gesteld dat “niet voldoende duidelijk is of de beschreven batterijen wel of niet noodzakelijk zijn” en [dat niet voldoende duidelijk is] “of de voorgestelde energievoorzieningen al dan niet voldoende zijn bij piekbelasting”. De motivering van de gemeente dat beide voornoemde aspecten ‘niet voldoende duidelijk’ zijn, is gelet op de inschrijving van Ursem onbegrijpelijk. In het Plan van Aanpak van Ursem staat namelijk dat het aantal PV-panelen optioneel uitgebreid kan worden, in welk geval geadviseerd wordt om batterijen toe te voegen om de effectieve benutting van de PV-opwekking te vergroten. Die uitleg van Ursem kan niet anders worden begrepen dan dat batterijen alleen nodig zijn als men de opbrengst van (eventuele) éxtra PV-panelen effectiever zou willen benutten. Noodzakelijk zijn de batterijen dus niet.”
Piekbelasting
“Voor wat betreft de piekbelasting geldt dat in de inschrijving van Ursem duidelijk is beschreven dat piekbelasting wordt opgevangen door het kortstondig afschakelen van warmtepomp en wasmachine, dat deze schakeling in de praktijk niet tot comfortproblemen leidt, omdat het wegvallen van de warmtepomp wordt gecompenseerd door de warmte die vrijkomt bij het koken, en dat de schakeling niet of anders nauwelijks merkbaar zal zijn voor de gebruiker. Gelet hierop kan de gemeente niet worden gevolgd in haar oordeel dat in de inschrijving van Ursem onduidelijk is of de energievoorzieningen voldoende zijn bij piekbelasting.”
Uit het voorgaande volgt dat de Voorlopige Gunningsbeslissing niet in stand kan blijven.
VdLC publishers/consultants BV, 16 juli 2025)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl