Schadevergoeding van 33.944,03 euro toegekend (week 26)
Schadevergoeding
De rechtbank oordeelde op 11 december 2024 dat De Arbodienst toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de arbodienstverleningsovereenkomst en dat BWB c.s. (Bedrijfsvoeringsorganisatie West Betuwe, de gemeente West-Betuwe, de gemeente Culemborg, de gemeente Tiel en het Regionaal archief Rivierenland) de overeenkomst daarom rechtsgeldig hebben ontbonden. De Arbodienst moet de schade vergoeden die BWB c.s. hierdoor hebben geleden. Een deskundige van BWB c.s. berekende de schade op € 98.756,-, maar baseerde zich volgens de rechter op een foutieve indexering. De rechtbank volgt in plaats daarvan de berekening van De Arbodienst, die uitkomt op een schadebedrag van € 24.568,62 exclusief btw. Uiteindelijk wordt De Arbodienst veroordeeld tot betaling van € 33.944,03 inclusief rente aan BWB c.s. (ECLI:NL:RBGEL:2025:4782, Rechtbank Gelderland, Datum uitspraak 28 mei 2025, Datum publicatie 26 juni 2025)
Feiten en omstandigheden
In een tussenvonnis van 11 december 2024 heeft de rechtbank overwogen dat de Arbodienst toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst tot het verlenen van arbodiensten van 1 oktober 2021. De Bedrijfsvoeringsorganisatie West Betuwe, de gemeente West-Betuwe, de gemeente Culemborg, de gemeente Tiel en het Regionaal archief Rivierenland (BWB c.s.) hebben die overeenkomst op die grond rechtsgeldig ontbonden. De Arbodienst is verplicht de schade te vergoeden die BWB c.s. lijden doordat De Arbodienst de overeenkomst niet is nagekomen en BWB c.s. deze op die grond hebben ontbonden. De rechter zegt:
Deskundige
“BWB c.s. hebben een deskundige ingeschakeld die een rapport over de schade heeft uitgebracht. Volgens deze deskundige zouden BWB c.s. in de hypothetische situatie over de periode van 1 januari 2023 tot 1 oktober 2026 in totaal € 774.049,- exclusief btw aan De Arbodienst hebben moeten betalen. Hierin is de overeengekomen indexering verwerkt. In de werkelijke situatie zouden BWB c.s. volgens haar deskundige € 870.805,- moeten betalen. Bij de berekening van dat bedrag is de deskundige uitgegaan van het maandelijks verschuldigde bedrag van € 17.439,- zoals de rechtbank dat heeft vastgesteld, welk bedrag zij ook heeft geïndexeerd. De deskundige berekent de schade van BWB c.s. op het verschil tussen deze twee bedragen, dat is € 98.756,- exclusief btw.”
Hypothetische situatie
“De Arbodienst heeft berekend dat zij in de hypothetische situatie over de periode van 1 januari 2023 tot 1 oktober 2026 in totaal € 771.828,36 exclusief btw bij BWB c.s. in rekening zou hebben gebracht. Dat bedrag is het totaal van de maandelijks verschuldigde bedragen, die door de overeengekomen indexering steeds hoger worden. De Arbodienst leidt uit haar berekening af dat vanaf 1 juli 2024 haar kosten hoger zijn dan die van de nieuwe dienstverlener, namelijk € 17.459,15 per maand ten opzichte van het door de rechtbank vastgestelde bedrag van € 17.438,63 per maand. Daaruit concludeert zij dat BWB c.s. vanaf die datum geen schade meer lijden. De schade van BWB c.s. over de periode van 1 januari 2023 tot 1 juli 2024 begroot De Arbodienst dan op € 24.568,62, dat is het verschil tussen de bedragen die BWB c.s. in die periode aan haar hadden moeten betalen en de bedragen die BWB c.s. in die periode aan de nieuwe dienstverlener zouden moeten betalen.”
Conclusie
“De rechtbank volgt de schadeberekening van BWB c.s. niet. In het bedrag van € 17.438,63 zoals de rechtbank dat voor de werkelijke situatie heeft begroot, is immers al een opslag voor inflatie verdisconteerd, zodat dit bedrag niet nog eens moet worden geïndexeerd, zoals de deskundige van BWB c.s. ten onrechte heeft gedaan. De schadeberekening van De Arbodienst volgt de rechtbank wel. De Arbodienst stelt de vermogenssituatie van BWB c.s. in de hypothetische situatie op een lager bedrag dan BWB c.s. zelf doet. Dat is in het voordeel van BWB c.s., zodat de rechtbank daarvan zal uitgaan. De Arbodienst gebruikt vervolgens de juiste methode om het verschil te berekenen tussen de hypothetische situatie en de werkelijke situatie. De rechtbank zal daarom de schade die BWB c.s. lijden doordat de kosten van de nieuwe dienstverlener hoger zijn dan die van De Arbodienst begroten op het door De Arbodienst berekende bedrag van € 24.568,62 exclusief btw.”
De rechtbank veroordeelt De Arbodienst tot betaling aan BWB c.s. van € 33.944,03 te vermeerderen met de gewone wettelijke rente, steeds vanaf het moment dat BWB c.s. de (extra) kosten verschuldigd zijn geraakt.
VdLC publishers/consultants BV, 2 juli 2025)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl