Toevoeging ‘of gelijkwaardig’ noodzakelijk (week 25)
Technische specificaties
Fluvius, een Vlaams nutsbedrijf, verplicht bij aanbestedingen het gebruik van gres- en betonbuizen, wat kunststofproducent DYKA uitsluit. DYKA stelt dat deze praktijk in strijd is met Europese aanbestedingsregels en start een rechtszaak. De rechtbank Gent stelt prejudiciële vragen aan het EU-Hof over de toelaatbaarheid van dergelijke materiaalvoorschriften. Volgens richtlijn 2014/24 mogen aanbestedende diensten alleen specifieke materialen eisen als ze de toevoeging "of gelijkwaardig" gebruiken, tenzij het materiaal essentieel is voor de opdracht. (Arrest van het Hof (vierde Kamer), 16 januari 2025 in zaak C‑424/23)
Feiten en omstandigheden
Fluvius, een Belgisch nutsbedrijf actief in het Vlaamse Gewest, is verantwoordelijk voor onder andere de aanleg en het onderhoud van rioleringsnetwerken. Bij haar aanbestedingen voor rioleringswerken specificeert Fluvius het verplichte gebruik van gresbuizen voor afvalwater en betonbuizen voor regenwater, waarbij andere materialen slechts in uitzonderlijke technische gevallen zijn toegestaan.
DYKA, producent van kunststof rioleringsbuizen, stelt dat deze uitsluiting haar deelname aan de aanbestedingen verhindert en dat dit in strijd is met de Belgische overheidsopdrachtenwet en richtlijn 2014/24 van de EU. DYKA heeft Fluvius hierop aangesproken en uiteindelijk een rechtszaak aangespannen bij de ondernemingsrechtbank Gent. Zij eist dat Fluvius haar praktijken aanpast en schadevergoeding betaalt.
Fluvius verdedigt haar beleid met het argument dat haar materiaalkeuze gebaseerd is op duurzaamheid en binnen haar recht valt, zonder strijd met de Europese aanbestedingsregels. De rechtbank ziet echter mogelijke strijd met artikel 42 van richtlijn 2014/24, waarin staat dat technische specificaties concurrentiebeperking moeten vermijden. Voorkeuren voor specifieke materialen kunnen immers bedrijven met alternatieve producten uitsluiten.
De rechter stelt vier prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU. Deze betreffen (1) of de manieren om technische specificaties op te stellen in artikel 42 limitatief zijn, (2) of verwijzingen naar gres en beton gelden als verboden productverwijzingen, (3) of zulke verwijzingen automatisch concurrentiebeperking impliceren, zelfs als meerdere producenten zulke producten aanbieden, en (4) of schending van artikel 42 lid 3 of 4 automatisch ook leidt tot schending van artikel 42 lid 2 en artikel 18 lid 1.
Mogelijkheid om gelijkwaardigheid aan te tonen
“Buiten de gevallen waarin het gebruik van een materiaal onvermijdelijk voortvloeit uit het voorwerp van de opdracht, kan de aanbestedende dienst niet zonder toevoeging van de woorden „of gelijkwaardig” eisen dat een bepaald materiaal wordt gebruikt. Hij moet er dan in de technische specificaties van afzien een bepaald materiaal op te leggen, door in de aanbestedingsstukken hetzij geen materiaal te vermelden, hetzij een of meer materialen te vermelden met de woorden „of gelijkwaardig”. Zodoende zal de aanbestedende dienst ertoe gebracht worden om, overeenkomstig de met richtlijn 2014/24 nagestreefde doelstelling van openstelling voor mededinging, een verscheidenheid aan inschrijvingen te toetsen aan de gunningscriteria, waaronder dus inschrijvingen waarin producten worden aangeboden die zijn vervaardigd van materialen die in de betrokken sector courant worden gebruikt, maar ook inschrijvingen waarin producten worden aangeboden die van minder gebruikelijke of zelfs innovatieve materialen zijn vervaardigd. Op die manier geeft de aanbestedende dienst belangstellende ondernemers de mogelijkheid om de gelijkwaardigheid van die materialen aan te tonen.”
‘Of gelijkwaardig’
Artikel 42, lid 4, van richtlijn 2014/24 moet aldus worden uitgelegd dat aanbestedende diensten in de technische specificaties van een overheidsopdracht voor werken niet zonder toevoeging van de woorden „of gelijkwaardig” mogen preciseren van welk materiaal de door inschrijvers aangeboden producten moeten zijn vervaardigd, tenzij het gebruik van een bepaald materiaal onvermijdelijk voortvloeit uit het voorwerp van de opdracht omdat er geen alternatief op basis van een andere technische oplossing denkbaar is.
Ongerechtvaardigde belemmeringen
Artikel 42, lid 2, van richtlijn 2014/24 moet aldus worden uitgelegd dat de in laatstgenoemde bepaling neergelegde verplichting om ondernemers gelijke toegang tot aanbestedingsprocedures te bieden en het daarin neergelegde verbod om ongerechtvaardigde belemmeringen voor de openstelling van overheidsopdrachten voor mededinging op te werpen, noodzakelijkerwijs worden geschonden wanneer een aanbestedende dienst via een technische specificatie die onverenigbaar is met de regels van artikel 42, leden 3 en 4, van die richtlijn bepaalde ondernemingen of producten elimineert.
VdLC publishers/consultants BV, 25 juni 2025
Lees de volledige uitspraak op curia.europa.eu