Transparantie en gelijke behandeling gelden ook voor uitvoeringsfase (week 24)
Gelijke behandeling | transparantie
Dit arrest gaat over een overheidsopdracht in Warschau waarbij de vraag rees of bepaalde defecte onderdelen onder de garantie vervangen moesten worden. De Poolse rechter vroeg zich af of een analoge toepassing van het nationale recht op de garantie geldig was bij een overheidsopdracht voor werken. Het Hof oordeelde dat alle voorwaarden vooraf duidelijk moeten zijn vastgelegd. Ook in de uitvoeringsfase moeten transparantie en gelijke behandeling worden gerespecteerd. Nationale bepalingen mogen niet onverwacht analoog worden toegepast. (Arrest van het Hof (Eerste kamer), 5 juni 2025 in zaak C‑82/24.)
Feiten en omstandigheden
In dit arrest gaat het om een over een overheidsopdracht voor de modernisering van de waterzuiveringsinstallatie Czajka in Warschau. Op 1 augustus 2008 heeft de aanbestedende dienst een overeenkomst gesloten met een internationaal consortium onder leiding van Veolia. De overeenkomst betrof onder meer de bouw van een installatie voor thermische slibbehandeling met twee afvalverbrandingslijnen. De werken moesten oorspronkelijk afgerond zijn op 30 oktober 2010, maar dit werd uitgesteld tot 30 november 2012. De voltooiing van de werken werd gecertificeerd op 21 maart 2013. Daarna deden zich verschillende defecten voor aan de zogenoemde recuperatoren, die onder de garantievoorwaarden zijn vervangen in 2016. Op 27 november 2018 meldde de aanbestedende dienst opnieuw defecten aan beide recuperatoren, maar het consortium weigerde verdere herstelmaatregelen omdat de garantie volgens hen was verstreken.
De zaak kwam vervolgens voor de rechter in Warschau (Sąd Okręgowy), waar de discussie draaide om de interpretatie van het Poolse burgerlijk wetboek. Artikel 581, lid 1, van dit wetboek stelt dat de garantie opnieuw begint te lopen na herstel of vervanging van het goed. De rechter vroeg zich af of deze bepaling analoog mocht worden toegepast op de overheidsopdracht, ondanks dat het formeel om een werkenovereenkomst ging en niet om een verkoopovereenkomst. Volgens de rechter zou deze interpretatie kunnen betekenen dat de garantie in 2018 nog steeds van kracht was.
Het consortium betwistte deze toepassing, omdat artikel 581, lid 1, uitsluitend betrekking zou hebben op koopcontracten. Zij stelden dat de analoge toepassing strijdig is met de EU-beginselen van transparantie, gelijke behandeling en eerlijke mededinging, zoals vastgelegd in richtlijn 2004/18 en later in richtlijn 2014/24. Buitenlandse bedrijven zouden immers benadeeld kunnen worden als zij niet op de hoogte zijn van zulke impliciete nationale rechtsregels bij het opstellen van hun offertes.
De rechter heeft daarom een prejudiciële vraag gesteld aan het Hof van Justitie van de EU: mogen nationale bepalingen die slechts via analoge interpretatie invloed hebben op de contractinhoud, zonder expliciet vermeld te zijn in de aanbestedingsdocumenten, verenigbaar worden geacht met de EU-beginselen van transparantie, gelijke behandeling en mededinging?
Het hof zegt o.a.:
Voorwaarden moeten duidelijk zijn omschreven
“In dit verband moet worden benadrukt dat het Hof ook heeft geoordeeld dat het beginsel van gelijke behandeling en de transparantieplicht, die gelden voor alle procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten, vereisen dat de materiële en formele voorwaarden inzake de deelneming aan een opdracht tevoren duidelijk moeten zijn omschreven en bekend moeten zijn gemaakt, in het bijzonder de verplichtingen van de inschrijvers, zodat de betrokkenen exact de procedurele verplichtingen kunnen begrijpen en er zeker van kunnen zijn dat deze verplichtingen voor alle concurrenten gelden (arrest van 2 juni 2016, Pizzo, C‑27/15, EU:C:2016:404, punt 37 en aldaar aangehaalde rechtspraak). Artikel 10 van richtlijn 2004/17 formuleert deze vereisten door uitdrukkelijk te bepalen dat de aanbestedende diensten ondernemers op gelijke en niet-discriminerende wijze moeten behandelen en op doorzichtige wijze moeten handelen.”
Beginselen gelden ook in uitvoeringsfase
“Hoewel, zoals blijkt uit de bewoordingen van dit artikel, het beginsel van gelijke behandeling en de transparantieplicht van toepassing zijn op de procedure voor het plaatsen van overheidsopdrachten, teneinde de nuttige werking ervan en de verwezenlijking van de daarmee nagestreefde doelstellingen te verzekeren, moeten dit beginsel en deze plicht ook door de aanbestedende dienst in de uitvoeringsfase van de betrokken overeenkomst worden geëerbiedigd. Zo heeft het Hof reeds geoordeeld dat de aanbestedende dienst de door hemzelf vastgestelde criteria nauwgezet in acht dient te nemen, niet alleen tijdens de inschrijvingsprocedure als zodanig, maar meer in het algemeen tot aan het einde van de fase van uitvoering van de betrokken aanbesteding. Derhalve is het hem niet toegestaan om de algemene opzet van een inschrijving te veranderen door na die inschrijving eenzijdig één van de essentiële voorwaarden van deze inschrijving te wijzigen, in het bijzonder een bepaling die – indien zij in de aankondiging van de opdracht had gestaan – de betrokken inschrijvers ertoe zou hebben gebracht een inhoudelijk andere offerte in te dienen (zie in die zin arrest van 29 april 2004, Commissie/CAS Succhi di Frutta, C‑496/99 P, EU:C:2004:236, punten 115 en 116).”
Nationaal recht inzake garantie moet voldoende duidelijk en voorzienbaar zijn
“Gelet op een en ander moet op de gestelde vraag worden geantwoord dat het beginsel van gelijke behandeling en de transparantieplicht als bedoeld in artikel 10 van richtlijn 2004/17 aldus moeten worden uitgelegd dat zij eraan in de weg staan dat, op een overeenkomst voor werken bepalingen van nationaal recht die de garantie regelen bij verkoopovereenkomsten en waarvan de inhoud noch in de aanbestedingsdocumenten noch in die overeenkomst voor werken uitdrukkelijk is gepreciseerd, naar analogie worden toegepast, op grond van een uitlegging in de rechtspraak, wanneer de toepasselijkheid van dergelijke bepalingen voor een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver onvoldoende duidelijk en voorzienbaar is.”
VdLC publishers/consultants BV, 18 juni 2025)
Lees de volledige uitspraak op curia.europa.eu