Geen aanbestedingsplicht voor hertaxaties (week 42)
quasi inbesteding
[de B.V.] vindt dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld door de hertaxaties voor de BPM niet aan te besteden. Als de hertaxaties waren aanbesteed dan was de kans volgens [de B.V.] 80 % geweest dat de opdracht aan haar was gegund. Door het niet aanbesteden van de hertaxaties is zij jarenlang winst misgelopen. De rechter stelt dat de Belastingdienst en DRZ (Domeinen Roerende Zaken) beide onder het ministerie van Financiën vallen en onderdeel van de staat zijn. Tussen de Belastingdienst en DRZ bestaat daarom geen onderscheid in de zin van de wet of de richtlijn. De hertaxaties kwalificeren zich om die reden niet als overheidsopdracht en zijn daardoor niet aanbestedingsplichtig. (ECLI:NL:RBDHA:2023:12379, Rechtbank Den Haag, Datum uitspraak16 augustus 2023, Datum publicatie23 oktober 2023)
Feiten en omstandigheden
De Belastingdienst kan een aangever van de BPM vragen om het voertuig te schouwen om de aangifte te controleren. Vanaf 1 december 2013 verricht DRZ (Domeinen Roerende Zaken) de hertaxaties voor de Belastingdienst. Op 1 april 2014 zijn de afspraken tussen de Belastingdienst en DRZ over de hertaxaties vastgelegd in het ‘Convenant Belastingen en Dienst Roerende Zaken’.
In een e-mail van 14 januari 2022 heeft [de B.V.] bij de Belastingdienst geklaagd dat de hertaxaties exclusief aan DRZ zijn gegund en niet zijn aanbesteed. In de brief van 2 februari 2022 heeft het ministerie van Financiën, namens de Belastingdienst, geantwoord dat de hertaxaties door DRZ niet hoeven te worden aanbesteed. [de B.V.] vordert dat de rechtbank voor recht verklaart dat de Staat verplicht is tot vergoeding aan [de B.V.] van de nader bij staat op te maken schade. Aan haar vordering legt [de B.V.] ten grondslag dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld door de hertaxaties voor de BPM niet aan te besteden. Als de hertaxaties waren aanbesteed dan was de kans volgens [de B.V.] 80 % geweest dat de opdracht aan haar was gegund. Door het niet aanbesteden van de hertaxaties is zij jarenlang winst misgelopen. Het oordeel van de rechter:
Aanbestedingsplicht
“Bij de beoordeling van dit deel van de vordering, is artikel 1:1 van de Aanbestedingswet 2012 relevant. Dit artikel definieert de overheidsopdracht voor diensten als “een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die is gesloten tussen een of meer dienstverleners en een of meer aanbestedende diensten en die betrekking heeft op het verlenen van andere diensten dan die welke vallen onder overheidsopdracht voor werken.”. Deze definitie is gelijk aan artikel 2 lid 5 jo. lid 8 van de richtlijn, met dien verstande dat in de richtlijn wordt gesproken over ondernemers in plaats van dienstverleners.”
“Bij de kwalificatie van de hertaxaties als overheidsopdracht zijn twee elementen relevant: de overeenkomst moet worden gesloten tussen een aanbestedende dienst en een ander lichaam dat a) formeel van de aanbesteden dienst is te onderscheiden en b) zelfstandig beslissingen kan nemen. DRZ is niet van Belastingdienst te onderscheiden en neemt niet zelfstandig beslissingen.”
Ambtelijke dienst van het ministerie van Financiën
Per 1 januari 2015 is DRZ een reguliere ambtelijke dienst geworden van het ministerie van Financiën. Daarvoor was DRZ een agentschap van dat ministerie. Alhoewel een ambtelijke dienst en een agentschap organisatorisch van elkaar verschillen, is DRZ in beide gevallen een onzelfstandig onderdeel van de publiekrechtelijke rechtspersoon, de Staat. Ook de Belastingdienst valt onder het ministerie van Financiën en is net als DRZ onderdeel van de Staat. Tussen de Belastingdienst en DRZ bestaat daarom geen onderscheid in de zin van de wet of de richtlijn. Verder valt DRZ binnen het ministerie van Financiën onder de verantwoordelijkheid van de Secretaris-Generaal. Een bevoegdheid om onafhankelijk van de Staat beslissingen te nemen, heeft DRZ daarom niet. Het ontbreken van het onderscheid en de zelfstandige beslissingsbevoegdheid van DRZ heeft tot gevolg dat de afspraken tussen de Belastingdienst en DRZ niet leiden tot een overeenkomst in de zin van de wet of de richtlijn. De hertaxaties kwalificeren zich om die reden niet als overheidsopdracht en zijn daardoor niet aanbestedingsplichtig. De gemeenschapsregels inzake overheidsopdrachten behoeven dan niet te worden toegepast.
Geen overheidsopdracht
“De rechtbank oordeelt dat de vordering tot schadevergoeding deels is verjaard, namelijk voor het deel tot 14 januari 2017. Voor dat deel van de vordering komt de rechtbank daarom niet toe aan een inhoudelijk oordeel over de aanbestedingsplicht van de hertaxaties. Het deel van de vordering dat ziet op de schade van na 14 januari 2017 is niet verjaard maar wordt afgewezen. De hertaxatie door DRZ kwalificeert op grond van de Richtlijn EU/2014/24 niet als een overheidsopdracht. De Staat is daarom niet verplicht om de hertaxaties aan te besteden.”
(VdLC publishers/consultants BV, 25 oktober 2023)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl