Geen sprake van schending aanbestedingsbeginselen (week 46)
Didam | openbare selectieprocedure | laagste prijs
GRNR (Gemeenschappelijke Regeling Nieuw Reijerwaard) is op 7 juni 2023, met inachtneming van een vonnis van 24 oktober 2022, een aanbestedingsprocedure gestart voor het project ‘Aanbesteding verkoop kavel H t.b.v. tankstation en truckparking’ in het kader van de ontwikkeling van het gebied Nieuw Reijerwaard. De enige inschrijver op de Opdracht was BP. Shell heeft vóór beëindiging van de verlengde inschrijvingstermijn haar bezwaren kenbaar gemaakt tegen de hoogste prijs als (enige) gunningscriterium. De rechter is van oordeel dat niet kan worden geconcludeerd dat sprake is van schending door GRNR van de door Shell genoemde beginselen en regelgeving. (ECLI:NL:RBROT:2023:10808, Rechtbank Rotterdam, Datum uitspraak17 november 2023, Datum publicatie20 november 2023)
Feiten en omstandigheden
Op 24 oktober 2022 heeft de voorzieningenrechter tussen Shell als eiseres en GRNR (Gemeenschappelijke Regeling Nieuw Reijerwaard) als gedaagde een kortgedingvonnis gewezen. De kernvraag die in die zaak moest worden beantwoord was of GRNR als overheidslichaam percelen grond mocht verkopen aan een derde (te weten: MobilityHub Dutch Fresh Port B.V.) zonder een openbare selectieprocedure te houden. Die vraag heeft de voorzieningenrechter met toepassing van het Didam-arrest ontkennend beantwoord. GRNR is op 7 juni 2023, met inachtneming van het vonnis van 24 oktober 2022, een aanbestedingsprocedure gestart voor het project ‘Aanbesteding verkoop kavel H t.b.v. tankstation en truckparking’ in het kader van de ontwikkeling van het gebied Nieuw Reijerwaard. De enige inschrijver op de Opdracht was BP. Shell heeft, om haar moverende (financiële) redenen, besloten om niet op de Opdracht in te schrijven en een bod te doen, ook niet in het kader van een door Shell, Euser en Berkman onderzochte samenwerking. Shell heeft vóór beëindiging van de verlengde inschrijvingstermijn, bij brief van 24 augustus 2023, haar bezwaren kenbaar gemaakt tegen de hoogste prijs als (enige) gunningscriterium en de toepassing en de hoogte van het minimumbod voor de grond in verhouding tot de aard en de beperkingen van het Kavel. Ook anderen hebben bezwaren geuit. GRNR zag geen grond om die bezwaren te honoreren. Shell stapt naar de rechter die o.a. het volgende zegt:
Heldere en objectieve beoordelingssystematiek
“De voorzieningenrechter is van oordeel dat GRNR met de onderhavige aanbestedingsprocedure een selectieprocedure heeft doorlopen die voldoet aan het rechtswaarborgende en regulerende denkkader van het ARW 2016. In de aanbestedingsprocedure wordt een heldere en objectieve beoordelingssystematiek gehanteerd. Overeenkomstig rechtsoverweging 5.2 in het vonnis van 24 oktober 2022 is in de procedure een passende mate van openbaarheid betracht met betrekking tot de beschikbaarheid van het Kavel en aan geïnteresseerden die voldeden aan de selectiecriteria is een redelijke termijn van dertig dagen gegeven om een bod uit te brengen. GRNR heeft onweersproken gesteld dat zij alle geïnteresseerden heeft voorzien van dezelfde informatie.”
Grote mate van beleidsvrijheid
“Van belang is dat aan een aanbestedende dienst een grote mate van (beleids-)vrijheid toekomt bij de inrichting van een aanbestedingsprocedure. De voorzieningenrechter dient zich terughoudend op te stellen waar het gaat om de toetsing van eisen en voorwaarden die binnen de reikwijdte van die beleidsruimte vallen. GRNR heeft gesteld dat zij in de aanbesteding deze minimumprijs voor de grond heeft verlangd, omdat zij deze voorwaarde redelijk en proportioneel achtte, tegen de achtergrond dat, mede gelet op het staatssteunrecht, een inschrijving met een lager bod dan de marktwaarde van de grond niet voor gunning in aanmerking mag komen. De eis van het minimumbod voor de grond is volgens GRNR ook passend binnen de bestuurlijke opdracht die zij als gemeenschappelijke regeling van de deelnemende gemeenten heeft gekregen. In het licht van die argumenten en gelet op het toetsingskader, acht de voorzieningenrechter het stellen van een (hoog) minimumbod op de grond als knock-out prijscriterium voorshands gerechtvaardigd en proportioneel en, nu GRNR deze eis in de aanbestedingsstukken ook heeft toegelicht, passend binnen het kader van het ARW 2016. Het gunningscriterium hoogste prijs, waarbij tenminste een minimum bod van 17,25 miljoen euro voor de grond is voorgeschreven, is goed te toetsen, objectief bepaalbaar en redelijk. Dat geldt evenzeer voor de voorwaarde van akkoordverklaring met het PvE, die voldoende verzekert dat ook aan de daarin gestelde eisen wordt voldaan. Anders dan Shell betoogt staat het GRNR vrij om in het PvE ook wensen te benoemen; elke concrete aanwijzing dat deze wensen eigenlijk eisen zijn ontbreekt.”
“Al het voorgaande leidt ertoe dat niet kan worden geconcludeerd dat sprake is van schending door GRNR van de door Shell genoemde beginselen en regelgeving. Met deze aanbesteding is niets wezenlijks mis.”
De vorderingen van Shell worden dan ook afgewezen.
(VdLC publishers/consultants BV, 22 november 2023)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl