Uitvoering opdracht binnen hetzelfde overheidslichaam niet aanbestedingsplichtig (week 49)
Aanbestedingsplicht
De Belastingdienst heeft in 2014 een convenant gesloten met de Dienst Roerende Zaken (DRZ) die voor hem hertaxaties uitvoert. CIS wil dat de hertaxaties door DRZ stoppen. In dat kader stelt zij onder meer dat de opdracht aan DRZ tot uitvoering van hertaxaties aanbestedingsplichtig is. Evenals de voorzieningenrechter houdt het hof vast aan het uitgangspunt dat op een opdracht door de ene dienst aan een andere dienst binnen hetzelfde overheidslichaam, het aanbestedingsrecht niet van toepassing is. (ECLI:NL:GHARL:2023:10102, Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, Datum uitspraak28 november 2023, Datum publicatie30 november 2023)
Feiten en omstandigheden
De Belastingdienst heeft in 2014 een convenant gesloten met de Dienst Roerende Zaken (DRZ) die voor hem hertaxaties uitvoert. Deze procedure gaat over deze hertaxaties. CIS heeft de overtuiging dat de Belastingdienst stelselmatig de in opdracht van haar gemaakte taxaties naast zich neerlegt en aan de hand van hertaxaties tot veel hogere waardes van de gebruikte auto’s komt. Zij wil daarom dat de hertaxaties door DRZ stoppen. In dat kader verdedigt zij in deze procedure onder meer dat de opdracht aan DRZ tot uitvoering van hertaxaties aanbestedingsplichtig is en dat de Belastingdienst door deze opdracht onderhands aan DRZ te gunnen Richtlijn 2014/24/EU betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten (de Aanbestedingsrichtlijn) heeft geschonden en aldus onrechtmatig tegenover haar heeft gehandeld. CIS heeft bij de voorzieningenrechter gevorderd dat deze de Staat veroordeelt het gebruik van hertaxaties door DRZ te staken. De voorzieningenrechter heeft deze vordering afgewezen. De bedoeling van het hoger beroep is dat de afgewezen vordering alsnog worden toegewezen. Het oordeel van het hof:
Niet aanbestedingsplichtig
“Evenals de voorzieningenrechter houdt het hof vast aan het uitgangspunt dat op een opdrachtverlening door de ene dienst aan een andere dienst binnen hetzelfde overheidslichaam het aanbestedingsrecht niet van toepassing is. CIS heeft het hof niet kunnen overtuigen van de juistheid van haar stelling. Ook de rechtbank Den Haag heeft in haar vonnis van 16 augustus 2023 (ECLI:NL:RBDHA:2023:12379) beslist dat er geen sprake is van een aanbestedingsplichtige opdracht tussen de Belastingdienst en DRZ. Het beroep door CIS ter zitting op HvJ EU 7 september 2023, ECLI:EU:C:2023:629, Commissie/Polen, gaat ook niet op, omdat in die zaak niet de vraag aan de orde was of opdrachtverlening van de ene dienst aan de andere dienst binnen dezelfde rechtspersoon al of niet aanbestedingsplichtig is. Grief II is daarom niet gegrond. Voor het hof is het voldoende zeker dat uit overweging 5 en de artikelen 2 lid 1 sub 1 en 2 en artikel 12 lid 1 Aanbestedingsrichtlijn en uit de rechtspraak van het HvJ EU volgt dat opdrachtverlening binnen een overheidslichaam (rechtspersoon) niet aanbestedingsplichtig is. Het zal daarom geen prejudiciële vragen stellen aan het HvJ EU. Het is daartoe overigens ook niet verplicht. Grief 3 is daarom ook niet gegrond.”
Geen aanbieder van taxatiediensten
“Ten slotte overweegt het hof dat als de Staat het aanbestedingsrecht zou hebben geschonden door de opdracht niet aan te besteden, de geschonden norm niet beschermt tegen de schade zoals CIS die stelt te hebben geleden (artikel 6:163 BW). CIS is immers geen aanbieder van taxatiediensten: zij moet in het importtraject gebruik maken van de diensten van een taxateur die onafhankelijk van haar werkzaam is. De Aw 2012 heeft als doel en strekking dat overheidsopdrachten in vrije mededinging worden vergeven. Daaruit volgt dat de geschonden norm niet strekt tot bescherming van de schade die CIS stelt te lijden doordat de taxaties van DRZ lager zijn dan wat volgens haar juist is. Ook om die reden komt de vordering niet voor toewijzing in aanmerking.”
De grieven leiden niet tot vernietiging van het vonnis.
(VdLC publishers/consultants BV, 13 december 2023)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl