Beoordelingscommissie heeft goed gefunctioneerd bij subsidietender (week 51)
Subsidietender | beoordelingscommissie
De gemeente Heerlen heeft ervoor gekozen om de uitvoering van al het maatschappelijk werk in de gemeente met ingang van 1 januari 2024 te bekostigen via subsidieverlening door middel van een subsidietender. [verzoekster] stapt naar de rechter en stelt dat zij vraagtekens heeft bij de onafhankelijkheid, onpartijdigheid en objectiviteit van de beoordelingscommissie. Dit kan naar het oordeel van de rechter echter niet leiden tot de toewijzing van een voorlopige voorziening. De rechter stelt ook dat er geen algemene rechtsregel geldt die voorschrijft dat leden van een beoordelingscommissie altijd individueel punten moeten geven en dat die individuele scores en bijbehorende argumentatie ook inzichtelijk moeten worden gemaakt. (ECLI:NL:RBLIM:2023:7290, Rechtbank Limburg, Datum uitspraak 13 december 2023, Datum publicatie 15 december 2023)
Feiten en omstandigheden
De gemeente Heerlen heeft ervoor gekozen om de uitvoering van al het maatschappelijk werk in de gemeente met ingang van 1 januari 2024 te bekostigen via subsidieverlening door middel van een subsidietender (de subsidietender Maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerlen 2024-2027). In het subsidietenderdocument staat onder meer hoe een aanvraag wordt beoordeeld. Als een aanvraag voldoet aan de ‘formele’ criteria en er geen weigeringsgrond is, wordt de aanvraag beoordeeld aan de hand van de toetsingscriteria. De toetsingscriteria zijn in het subsidietenderdocument opgesomd met uitleg per toetsingscriterium. Verder zijn de per toetsingscriterium te behalen scores opgenomen met daarbij een toelichting per score. In het subsidietenderdocument staat dat de aanvraag met het hoogste cumulatieve aantal punten op alle toetsingscriteria wordt toegewezen. De beoordeling aan de hand van de toetsingscriteria wordt gemaakt door een deskundig beoordelingsteam. In het subsidietenderdocument staat welke expertise de beoordelaars hebben en dat een onafhankelijke voorzitter, de procesbegeleider, het beoordelingsteam aanstuurt. [verzoekster] en [belanghebbende] hebben allebei een subsidieaanvraag gedaan. Zij hebben ook allebei aan de ‘formele’ criteria voor subsidieverlening voldaan en er zijn in beide gevallen geen weigeringsgronden die aan subsidieverlening in de weg staan. De beoordeling van de aanvragen aan de hand van de toetsingscriteria heeft voor [verzoekster] geresulteerd in (een gewogen score) van 52,5 punten en voor [belanghebbende] in (een gewogen) score van 85,5 punten. Het college heeft de aanvraag van [belanghebbende] daarom met het besluit van 14 november 2023 toegewezen en de aanvraag van [verzoekster] met een besluit van gelijke datum afgewezen. [verzoekster] vraagt de het toewijzende besluit te schorsen tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Het oordeel van de rechter:
De samenstelling van de beoordelingscommissie
“[verzoekster] stelt zich op het standpunt dat het subsidietenderdocument en de bestreden besluiten onvoldoende inzicht geven in de samenstelling van de beoordelingscommissie. Dat inzicht is nodig om te kunnen beoordelen of de leden van de beoordelingscommissie beschikken over de nodige deskundigheid en of de aanvraag is beoordeeld zonder vooringenomenheid. [verzoekster] werpt daarbij de vraag op in hoeverre het college gebruik heeft gemaakt van beoordelaars van [naam adviesbureau] . Duidelijk is dat de tenderprocedure is begeleid door [naam] en het is [verzoekster] gebleken dat [belanghebbende] een samenwerkingsverband heeft of had met [naam] .
Het college wijst op de beoordelingsprocedure in het subsidietenderdocument en stelt dat zij zich daaraan heeft gehouden. In het verweerschrift beantwoordt het college daarnaast enkele door [verzoekster] gestelde vragen. De beoordelingscommissie bestond uit 6 eigen medewerkers, met de expertises conform hetgeen is beschreven in het subsidietenderdocument. Enkel de voorzitter (onafhankelijk procesbegeleider), die zelf geen inhoudelijke rol heeft bij de beoordeling, was afkomstig van [naam]. Het college stelt zich op het standpunt dat het gegeven dat deze informatie niet eerder bekend was, niet in strijd is met het recht. Verder stelt het college dat [naam] geen invloed heeft gehad op de beoordeling en dat er geen sprake is van een (schijn) van belangenverstrengeling.”
Vragen zijn beantwoord
“De voorzieningenrechter stelt vast dat een belangrijk deel van de vragen van [verzoekster] door het college is beantwoord. Dat die informatie nu wordt verstrekt, rechtvaardigt niet het voorlopige oordeel dat sprake is van een onvoldoende onafhankelijke en objectieve beoordeling. Desgevraagd heeft [verzoekster] ter zitting aangegeven dat zij nog altijd vraagtekens heeft bij de onafhankelijkheid, onpartijdigheid en objectiviteit van de beoordelingscommissie, maar dat zij dat op dit moment niet concreter kan maken. Deze grond kan naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet leiden tot de toewijzing van een voorlopige voorziening.”
Geen puntenscores per beoordelaars
“[verzoekster] voert aan dat, nu inzicht moet worden geboden in de totstandkoming van de rangschikking van aanvragen, de puntenscores moeten worden uitgesplitst per beoordelaar. Het college heeft dit ten onrechte nagelaten, aangezien de besluiten enkel zijn onderbouwd met een globale weergave van de puntenscores en argumentatie daarvan. Verder is de inhoudelijke beoordeling onvoldoende en onbegrijpelijk gemotiveerd. Volgens [verzoekster] is te weinig waarde gehecht aan de bewezen methodieken van [verzoekster] en de reeds bereikte resultaten tot nu toe. Daarnaast stelt [verzoekster] dat in de beoordeling aspecten zijn meegenomen die in het subsidietenderdocument niet expliciet zijn gevraagd.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat er geen algemene rechtsregel geldt die voorschrijft dat leden van een beoordelingscommissie altijd individueel punten moeten geven en die individuele scores en bijbehorende argumentatie ook inzichtelijk moeten worden gemaakt. Dat kan in het onderhavige geval ook niet aan de orde zijn nu uit het subsidietenderdocument blijkt dat er een ‘totaalscore’ wordt gegeven. Het college heeft toegelicht dat deze totaalscore tot stand is gekomen in een consensusoverleg en dat van individueel gegeven punten dus geen sprake is. Anders dan [verzoekster] stelt, volgt naar het oordeel van de voorzieningenrechter uit het enkele feit dat er 6 beoordelaars zijn niet dat zij de aanvragen ook ieder individueel punten hebben gegeven. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter strekt de vergewisplicht van het college niet zo ver dat zij, in afwijking van de in het subsidietenderdocument beschreven werkwijze, de leden van de beoordelingscommissie moet verplichten om individuele scorelijsten en argumentaties bij te houden.”
De voorzieningenrechter wijst de verzoeken af. Dit heeft tot gevolg dat het toewijzende besluit niet geschorst wordt.
(VdLC publishers/consultants BV, 27 december 2023)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl