Wezenlijke wijziging
Deze zaak van het Hof van Justitie van de EU betreft een Zweedse aanbesteding uit 2020 waarin de politie een contract uitschreef voor het afslepen van voertuigen. In 2021 wijzigde de politie, in overleg met beide opdrachtnemers, de vergoedingsvoorwaarden om de kosten gelijkmatiger over politiezones te verdelen, zonder verhoging van de totale contractwaarde. De Zweedse mededingingsautoriteit stelde echter dat deze wijziging zonder nieuwe aanbesteding was doorgevoerd, en legde de politie een boete van 1,2 miljoen SEK op. De hoogste rechter in Zweden vroeg het Hof van Justitie van de EU om verduidelijking. Het Hof stelt dat een marginale wijziging van prijsstructuur en beloningssysteem, mits deze het contractuele evenwicht niet wezenlijk verandert, géén verandering van de algemene aard vormt en dus geen nieuwe aanbestedingsprocedure vereist. (Arrest van het Hof (Derde kamer), 16 oktober 2025, In zaak C‑282/24,)
jurisprudentie